GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarna is Hij gezien van Jakobus 1 Korinthe 15: 7a.

Paascbkracht over Christus' broeder in den Meede.

I.

Gezien van Jakobus: dat is Jezus' vleeschelijke broeder, zoon van Jozef en Maria dus, die later een vooraanstaande plaats in de Kerk van Jeruzalem innam, en schrijver is van den brief, in het Nieuwe Testament opgenomen, i) Heeft dit nog bizondere beteekenis geliad? Ja — en dat willen wij nu nader zien.

Er zijn er velen, die liel zeer noodig iiebben, dat Clarislus in Zijn levensglorie en opstandingskracht Zich aan hen openbaart. Tot hen behoort ook Jakobus, Zijn - broeder-naar-het-vleesch ~ een schaap der gToote kudde, maar een dwalend, want hij heeft een verkeerden kijk op Zijn 'Oudsten Broeder en Diens Messiaansche taaie.

Waarom juist hij, hij alleen? Waarom niet tegelijlc een verschijning aan de anderen? De broers van Jezus trekken immers eenzelfde lijn tegenover Hem, en zijn liomogeen in hun opvatting over en verwachting van het Messiaansche Rijk?

Waarschijnlijk was Jakobus onder hen de krachtigste persoonlijkheid, en heeft hij in hun kring den toon aangegeven, gelijk wij uit de berichten der Schrift als tusschen de regels kunnen lezen. En dus was bij hem ook de grootste weerstand te overwinnen.

* De broeders van Jezus hebben tot op den dag der Verrijzenis niets begrepen van Zijn leven en

werk. Lees maar eens de berichten der Evangeliën over hen.

Als Jezus een aantal teekenen en wonderen heeft verricht, en bezig is, in een huis te Kapernaüm te predilien, gaan ze er op uit, om Hem vast te liouden: „Hij is buiten Zijn zinnen!" d.i. Hij is abnormaal! Hij is overspannen! — Maar het lukt lien niet, bij Jezus te komen — ze kunnen nog wel Hem een boodschap doorgeven, dat ze er zijn — maar ge weet hoe de Heiland daarop reageert: Hij sti'ekt Zijn hand uit over Zijn discipelen, en zegt: „Ziet, Mijn moeder en Mijn broeders, want zoo wie den wil Mijns Vaders doet, Die in de hemelen is, die is Mijn broeder en zuster en moeder!"

In het Koninkrijk der hemelen geldt niet de blocds-, maar de geloofsband — niet de geboorte naar het ras, maar die uit den Geest beslist.

Een halfjaar voor het Paaschfeest, waarop HET PASCHA geslacht zal worden, staan (naar Joli. 7 m.eedeelt) Jezus' broeders nog m hetzelfde ongeloof: Jezus wil niet naar Jeruzalem nog, maar in Galilea werken — en daar ergeren de broers zich aan: is dat een Messias? Waarom gaat Hij niet naar de stad des AUerhoogsten, om Zich daar in macht en majesteit te openbaren, den Romeinschen adelaar neer te slaan, en den troon van David te beklimmen?

In het bizonder Jakobus, die krachtfiguur, zal zich hieraan geslooten hebben. En vandaar dat wat er voor het Paaschfeest met Jezus gebeurd is — die lijdelijke, smadelijke, oneervolle stervensgang —, gelijk aan alle discipelen, ook Zijn broeders in den bloede een ergernis geweest moet zijn — ze zijn opgegaan tot het feest, maar ach, wat een teleurstelling: „wij hoopten, dat Hij degene was, die Israël verlossen zou, maar..." Als de zerk achter Jezus' lijk toegewerj; J> s; id wordt, is ook Jakobus' hoop gestorven.

En zie ~ nu is Jezus opgestaan — nu komt de Triomfeerende Levensvorst ook tot Jakobus alleen — o, de Schrift slaat den sluier niet op, welke ligt over deze ontmoeting der beide zoons van Maria, tusschen wie er een verschil is toch als tusschen God en mensch. Schepper en kreatuur — maar we mogen ons het wel zóó voorstellen: aan Jakobus vallen in dat gesprek de schellen van de oogen — hij ziet opeens in zijn aardschen broeder den hemelschen Christus, méér dan mensch: God, God van eeuwigheid tot eeuwigheid — méér dan broeder in het vleesch: Heer, in den Geest!

Hoe zal Jakobus zich, met verbroken hart, voor den Paaschvorst vernederd hebben!

Hoe zal hem nu de diepte van Jezus' Messiaansche werk klaar geopenbaard zijn, dat werk in neer- en in opgang, in kruiswee en opstandingsweeide, op dien droeven Vrijdag en in dezen rijken Paaschtijd...

Ja, nu ziet Jakobus den afstand tusschen zichzelf en Hem, Die samen met hun vieren Maria als „moeder" aansprak, doch alléén God „Vader' kan noemen. Nu is de grootc weerstand weg: Jakobus, de broeder van Jezus, is nu geworden: Jakobus, de broeder van Christus. „Jozua, mijn broer"? — Neen: „Christus, mijii Heer"! — Broeder in den bloede? neen, broeder door het bloed, het bloed der verzoening!

Welk een Paaschkracht, die de grootste weerstanden overwint — ook bij anderen dan Jakobus, bij u en mij!

Doe ik den wil van Jezus' Vader in de hemelen.' Dat beslist over mijn broederschap van Jezus. Evenals bij Jakobus.

Met die vraag komt de levende Christus tot ons, en zegt ons toe: als gij u een arm zondaar weet en een Borg noodig hebt voor uw benauwde en schuldige ziel, o weet toch: Ik ben voor u gestorven, boetend voor uw boosheid — maar Ik ben ook voor u opgewekt, om u te doen deelen in Mijn nieuwe leven, om u te geven een vleezen hart, een hart dat trilt en klopt van één verlangen: te doen de geboden Mijns Vaders!


1) Tot het uiteenzetten der gronden, waarop deze meening steunt, ontbreekt üiier de ruimte.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1938

De Reformatie | 8 Pagina's