GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ënkelvoadig denken.

Wij zijn min of meer breed aangelegd, wij denken en spreken op groote schaal. Wij paliken een vraagstuk vóór alles grondig aan. „Daar zit heel wat aan vast" zeggen wij en wij schudden otis wijze bolletje. Ongetwijfeld zit daar een goede kant aan, ik wil waarlijk geen vlakheid en peuterigheid verdedigen. Maar aan den anderen kant heb ik geen behagen in die gesteldheid, waarin men altijd van concrete vragen abstracte problemen maakt. Vroeger placht men in een pittige uitdrukking wel eens te gewagen van menschen, die groot in het hoofd maar zwak in de voelen waren. H'm, ik meen dat zelfs in onze tijden van gezinsregeüng deze famüie nog overtalrijk is. Ik meen dat refe^ raten en studies, rapporten en programs voort moeten komen uit dien paulinischen bodem: de nood is mij opgelegd! Dat wat in het hoofd rondiloopt, in de handen en voeten moet voortloopen! Ik ben gelijkelijk tegen die autarkie van het hoofd en legen de anarchie van de handen en voeten. Er is allerlei soort van beginselondermijning, maar geenszins de ongevaarlijkste acht ik die, welke aan beginselvastheid een gebrek aan daadkracht paart. Een beginsel, dat geslagen is aan handen en aan voelen, een tors van principes zonder ai-men en beenen, neen, daar kan ik geen smaak in hebben. Hoe noodig het is, breed en igrondig te denken — het is naar mijn gedachte méér noodig dan ooit! — wij moeten loeren die gedachten getrouwelijk in het enkelvoud over te zetten. Onze studies en referaten, onze preeken en artikelen, zij mogen nimmer iieteekenen een vlucht uit de werkelijkheid. Onze studeerkamers en - kamertjes behooren geen gebrandschilderde ramen te hebben, maar ópen vensters als de binnenkamer van Daniël! Die ooren heeft om te hooren, die lioore! Maar ook: die, banden heeft om te werken, die steke ze uit de mouw! Ik denk aan wat wij noemen: het probleem van de werkloosheid. Dat kunnen wij van vele kanten bezien. Best, doch op deze voorwaarde, dat wij één kant niet over het hoofd zien: IK en de werkloosheid. Pas óp, zoo. bestaat dat probleem niet. Dat vreeselijke en benauwende vraagstuk, waar geen begin en geen eind aan is, gaat nu in eens concrete vormen en kleine afmetingen aannemen; het wordt nu: IK en mijn werkloozen buurman, IK en mijn neef zónder betrekking. Ik denk ook aan den afval van de kerk en de inzinking van het geestelijk leven in de gemeente. Daar is een algemeene kant aan, die hoogst belangrijk' is, wanneer die algemeene overwegingen leiddraad worden van mijn persoonlijk handelen. God heeft niet tot Ezechiël gezegd: Gij, zet u achter uw sclirijfmadhine en stel een studie op over de ongerechtigheid van Israël en Juda. Maar God heeft gesproken: gij, leg u op uw zij de en draag die ongerechtigheid. De menschen kunnen zoo liefdeloos zeggen: er zijn zooveel dooien in de gemeente! Die uitdrukking: „dooden" laat ik voor hun rekening, maar ik vraag: wat dóét gij, broeder? Noodt gij uw vrienden en geburen, de menschen met wie gij óp kunt schieten, met wien gij zoo roerend homogeen zijt in uw klachten? Werpt gij zoo in dien vriendenkring steenen op de stommerds en de onheiligen? Of noodt gij de armen en de verminkten, de kreupelen en de blinden en vervult alzoo- de wet van Christus, dat het zaliger is te geven dan te ont-' vangen. O, wij zijn zoo bang van enkelvoudig denken, want in het enkelvoud komt het er juist op aan! Als wij, wat veel christelijke plichten betreft, eens in het enkelvoud gingen dekken, wij zouden verbaasd staan over de zegenrijke gevolgen. Ik weet het wel, in het enkelvoud schitteren wij niet, geen held behaalt hier lof. In het enkelvoud denken, dat is kleine dingen doen. Dat is als de Samaritaan een stuiver zalf en twee dubbeltjes kostgeld besteden aan een ongelukkig medemensch. Enkelvoudig denken dat is als de weduwe een cent geven voor het tekort, dat is niet als finantiëel expert fungeeren voor de kerkelijke finantiën, maar dat is halve centen opsparen, een spaarvaiicen slachten, een paar sigaren minder rooken. Maar onder den zegen Gods is die macht van het kleine gróót. Neen, broeder, die haast enkel uit handen en voeten bestaat, U prijs ik niet als gij feitelijk Zondag 7 aldus opvat: „Wat is een waar geloof? Een waar geloof is niet alleen een krachtig handelen en een opgewekt gevoel, maar ook eenige kennis, die overigens niet veel terzake doet." Het is leelijk mis met u vriend! Maar gij, broeders met koppen, mannen van een breeden blik, gij moet uw beenen eens wat masseeren, beste menschen, en de spieren van uw handen en armen wat oefenen. Daarvoor gaf God de Heere u dien breeden blik, opdat gij tot alle werk volmaaktelijk zoudt zijn toegerust. Wij moeten daadprofeten zijn, zooals die mooie uitdrukking uit de Gewijde Geschiedenis het uitdrukt. Priesters op de fiets en niet ha de sacristy! Bereden koningen, gal op peeerend langs de fronten! Allen: gewillig op den dag van Gods heir kracht! N. B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1938

De Reformatie | 8 Pagina's