GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een onbevredigde verwacbtlng.

G. van Bokhorst: Wevers. — N. V. Gebr. Zomer & Keuning, U. M., Wageningen.

De titel is een belangrijik deel van ©en boek. Is hij goed gekozen, dan zal hij' lezers ü-iekken; zegt hij weinig of niets, dan 'kan een interessant boek lang ongelezen blijven. Er zijh voorbeeldien genoeg, dat een inslaande titel een overigens niet buitengewoon boek er in braciit.

Maar het kan ook voorkomen, dat de teleurstelling vergroot wordt, als een pakkende titel niet een boeienden roman dekt. Men mag toch op zijn minst verlangen, dat de titel zeer in het kort den inhoud afspiegelt.

Het nieuwste werk van G. van Biokliorst voert ©en titel, die reeds lang geleden opgang maakte door het dramaMscli werk van Hauptmann: „Die W'eber", en een socialen roman doiet verwachten over het leven der texüelarbeiders. Aangezien het aantal sociale romans in den laats ben tijd niet bijster groot is, en de weefindusbrie nog niet in de literatuur ten onzent is behandeld, is de tittel „Wevers" zeer aanlokkelijk. Spoedig blijkt echter, 'dat hier geen roman geboden wordt, die direct het leven weergeeft, maar ©en verhaal, waarin de schrijver over het leven van een groep menschen vertelt. Dit laatste faehoeft geen bezwaar te zijn.

Wel zijn er velen die de vertelling rekenen tot •de lectuur en haar daardoor buitensluiten uit het hooge gebied der letterkunde, maai" dat is niet geheel juist. Op zich zelf kan een verhaal heel goed literatuur en een roman lectuur zijn; dit hangt niet af van den vorm, maar van het talent van den schrijver. Ook kan het verhaal even boeiend zijn als een roman, als ler een gebeurtenis of brok leven in beschreven wordt, dat opzichzelf belangwekkend is. Dan wekt de auteur weliswaar geen nieuwe realiteit op, maar hij laat ons meeleven een bestaande werkelijkheid, hij laat dat vooral zien, dat het wezen ervan is, zonder omslag, zoodat de lezer het verhaalde niet alleen ziet, doch •ook doorziet. De voorstelling zal dan wel subh jectief zijn, maar het verhaal leeft er door en is vrij van de dorheid, idi^e een objectief verslag pleegt te kenmerken.

De schrijver moet dan evenwel alleen de situatie schetsen, een bepaalde opstelling geven, zon!der te veel uitlegging. Zelf moet hjjj zicli zooveel mogelijk achter het verhaal verborgen houden, de lezer zelf moet uit zijn oogen kijken, zich gaan interesseeren, verbanden leggen, het overzicht verkrijgen. De schrijver zorge slechts, dat bij de ontwikkeling de spanning toeneemt, zoodat ten slotte een onvergetelijke indruk achterblijft. Een goed verhaal te sdirijven is derhalve een groote kunst, en minachtend te spreken over zulke „lectuur" is dwaas.

Van Bokhorst heeft in zijn vorige boeken geltoond, dat hij kan vertellen, weet te boeien. Hi| kent zijn streek en zijn menschen en wist leven en kleur in zijn verhalen te brengen. Men kan redelijkerwijs van hem verwachten, dat hij weer een goed boek zou geven. En dat is tegengevallen. Niet alleen dekt de titel den inhoud niet, maar ook de wijze van vertellen is minder dan in het vro^egere werk.

Na lenkele hoofdstukken gelezen te hebtoten, vraagt men zich af, waarom dit boek „Wevers" ihoet. Wel is de hoiofdpersoon een wever, maar noch van zijn werlizaamheden in de fabriek, nocli van zijn m^ede-arbeiders wordt iets medegedeeld'. Het verhaal gaat over een arbeider in zijn gezin en de vreugde en bet verdriet dat hij daarin ondervindt.

Ook dat zou nog niet zoo^ erg zijn, als dat geigeven voldoende was voor het verhaal, en dat is het niet. Eerlijk gezegd, vind ik het te onnooizel. De korte inhoud is namelijk deze:

Een wever komt thuis en bemerkt dat hij vader is geworden. Ondanks het gedoe van de buurvrouwen is hij er blij mee, want zijn vrouw heefi; een poosje omgang gehad mot een „heer" en is naar hèm teruggekomen en schenkt hem nu een kind. Nadat dit meisje een paar bro'eirtjes heeft gekregen, wordt zij ontvoerd. Naspeuring helpt niets — ze is weg. Haar broer raakt verliefd o.p de dochter van den fabriekseigenaar, biji wien hij en zijn vader werken. De fabrikant wil een huwelijfe alleen toestaan, als de knecht enkele duizenden guldens kan aanbieden, wat hij natuurlijk niet kan. Deze nieuwe tegenslag treft de familie juist, als moeder bekend heeft, dat het verdwenen meisje de dochter van haar en dien „heer" was.

Gelukkig vergeeft vader, die zich zelf een zondaar weet, de misstap van zijn vrouw. Dan daagt opeens bet verloren schaap op, wier echte vader berouwvol gestorven is en haar veel geld heeft nagelaten. Zij wordt nu zonder eenig verwijlt aanvaard door den wever. Van haar geld geeft ze eenige duizenden aan haar broer om zoo zijn huwelijk mogelijk te maken. Dadelijk rent deze de deur uit om de zaak met den fabaikant te regelen. Ongelukkigerwijze zijn er juist relletjes en een verdwaalde kogel treft den jongen, waarmee het boek uit is.

Men vraagt zich af, waarom die jongen sterven moest, nu alles zoo mooi üep en waarom de schrijver niet verder vertelde, wat er nu met helt gezin gebeurde. Want anders wordt alles met een uitvoerigheid verteld, die verbijsterend is. Of lie^ ver, niet verteld, maar beredeneerd en dat is mijn voornaamste bezwaar tegen dit boek. Letterlijk niets laat de schrijver rustig zich ontwikkelen. Hij verklaart en bepraat alles. De lezer ziet niets, hij hoort alleen maar den druk vertellenden auteur. En dit alles in een defüg be toogenden stijl, die alle spanning doodpraat. Verschil tusschen , belangi-ijk en onbelangrijk is er niet. Het verdwijnen van het meisje wekt geen meerdere sensati^e, dan het verdrijven van een hntworm bij' haar broer. Het hoog-geestelijke en het platvoersdhe staan pal naast elkaar en werken daardoor soms nbedoeld komisch.

Dit boek van Van Bokhorst is mij zeer tegenevallen, omdat, naar ik stellig geloof, de schrij, er het beter had gekund. Hij heeft zich gieen oeite getroost in het karakter zijner personeii oor te dringen, hij blijft overal slechts aan de iterste oppervlakte. Hij, die weet te vertellen, eeft hier geen behoorlijke milieu-teekening, want et hoofdstuk over de Schapenkamp, dat zoo' los an het verhaal staat, is toch erg poover. Het defig-gem o edelijk betoog over de huizen en de menchen, hun gewoonten, bijgeloof en omgang is ondanks zijn lengte, weinig zeggend. De slappö tijl wordt tevergeefs door tal van vragen en uit-

374 fJiff^^^-' •' • ' roepen'vèïstevigd. De schHjvei' loopit zich zelf te veel in den weg, om den lezer in- en uitzicht te geven.

Er staat niets verkeeïids in het bock, men kan het ieder rustig in handen geven, ma^* laat de schrijver den volgenden keer weer zorgen, dat men, door zijn boeken aan te bevelen, goede lectuur aanraadt niet alleen om de strekking, maar doordat de schrijver het beste heeft gegeven, wat liij kon. Daar heeft het publiek recht op.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1939

De Reformatie | 8 Pagina's