GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Otto Zoff: De Hugenoten. — W. ten Have, Amsterdam, 1938.

Een leemte aangevuld.

Er zijn lijdperken uit onze geschiedenis, die met groote voorliefde behandeld zijn, daalr zij van het grootste belang waren voot ons staatlcundig- en godsdienstig leven. Het tijdperk der Reformatie en laet ontslaan van onze poUtieke zelfstandigheid is daarvan wel het voornaamste, en wetenschappelijke-, zoowel als populaire-, en literaire werken hebben ons op grondige, bevattelijke en schoone wijze dien ouden tijd doen beleven.

Wij kennen boeken over het leven en wenken van Calvijn, en over het Calvinisme en zijn beteekenis op velerlei terï'^ein, vertaalde en oorspronkelijke. En toch zijn wij tot nu toe niet vrij te pleiten van een zekere eenzijdigheid. Er bestaat n.l. geen populair Hollandsch boek over de geschiedenis der Hugenoten, de Fransche calvinisten, waaraan wij zooveel verplicht zijn.

Ongetwijfeld zullen daarom velen dr van deir Does dankbaar zijn voor de vooirËreffelijke vertaling van het Duitsche werk over de Hugenoten, door Otto Zoff, dat in een leemte voorziet.

Ondanks hun groote ingenomenheid met dit boek, verhelen noch de inleider, p: rof. van Sdhelven, noch de vertaler zelf, hun bezwairen ertegen.

15 De laatste heeft zooveel mogelijk getracht, door noten in den tekst en, een naschrift, zijn standpunt te stellen legen dat van den sclirijver, in diens beschouwing van het Cal-stoisme. Het blijkt den lezer reeds spoedig, dat de enthousiaste beschrijver van 'den strijd der Hugenoten, zelf geen Cialvinist is. Niettegenstaande de grondige bestudeering! van het Hugenotisme, is zijn kijk op Galvijn niet oorspronkelijk, noch nieuw. In twee hoofdstukken: „Een en ander over de leer van Galvijn" en .j, Calvinistische ratio" komt zijn zienswijze vooral naar voren. Galvijn is dan de man van onmenschelijlce strengheid!, die geen. scherts duldt, een glimlach straft, zijn tegenstander doodt. Zijn leerstuk is vooral de praedestinatieleer, die haar volgelingen wel groote zelftucht oplegt, maar hen ook, als uitverkorenen, zich doet verheffen boven de andere menschen. Voor den Calvinist is het Oude Testament eigenlijk alleen van belang, want hij kent slechts den God der Wraak, zijn geloof isi fatalistisch getint. Daarom spreekt de auteur voortdurend over het noodlot, dat blijkbaar ook voor! hem de historie beheersdit, en gewaagt hij^ zelfs van „den God der Calvinisten".

Deze opvatting is al te oud, om er nog tegen iin te gaan, en daar slechts twee hoofdstukken pr ten deele mee besmet zijn, zou het niet de moeite waard zijn er over te spreken, als niet de schrijver daaraan tevens een filosofische beschouwing verbondien had, die nog opgeld doet. Hij ontpopt zich daarin als een ijverig leerling van Max Weber, Troeltsch, Schmidt, en anderen, die hun studies: over de verhouding van Calvinisme en Kapitalisme verbinden aan hun uitlegging van het dogma ider praedestinatie. Ook volgens Zoff elscht deze leer van de geloovigen heilig te leven, wat leiidt naar een tot systeem verheven werkheiligheid. Arbeid is plicht voor den Calvinist, maar mag hem geen genot opleveren, daar hij alle aardschgezindlieid moet schuwen. Dit ascetisme gepaard met plicht tot werken zonder ophouden, moet leiden tot groote spaarzaamheid en kapitaalvorming. Zoo ziet Zoff de levensbeschoiuwing van het Calvinisme vooral als economisch en legt hij in zijn geschiedenis van het Hugenotisme een zwaar accent op de sociale en economische zijde van den godsdienstoorlog.

Nu is het ongetwijfeld waar, dat men den strijd der Hugenoten niet geheel en al mag vergelijken met dien der Geuzen in Holland, maar een punt van overeenkomst mag men niet uit het oog verliezen: het onwankelbare Godsvertrouwen, het rotsvaste geloof, dat beiden bezielde in den strijd' voor gewetensvrijheid. En juist die heilige geloofsovertuiging, gaat bij Zoff ten deele schuil achter de economische en sociale problemen die hij naar voren schuift. Zijn zienswijze is ongeveer die van het Uberalisme bij ons uit de vorige eeuw, dat ook onzen godsdienstoorlog grootendeels weet aan sociale motieven, waarbij de tiende penning zwaarder woog dan de godsdienstige overtuiging. Het bezwaar tegen deze economische visie is daarom van meer belang, dan dat tegen de onjuiste beoordeeling van Galvijn, doch het is geenszins onoverkomelijk. Door zijn belichting laat de auteur voor ons scherp uitkomeii het verschil tusschen Hugenoten en Geuzen. Het is bij ons de strijd van den burger, in Frankrijk die van een, door den adel geleide politieke volksgroep. Bij ons ging de strijd tegen een buitenlandsch vorst, in Pranlcrijk ontbrandde een verwoestende burgeroorlog.

Met zeldzaam talent weet Zoff dien te scliildeiren. Tal van voorname personen gaan aan onze oogen voorbij; zwakke, perverse koningen, gewetenlooze vorstinnen, samenzweerende grooten, omkoopbare lagere edelen. Met een paar lijnein wordt hun beeld geschetst, duidelijk, onuitwiscllbaar. Weinige woorden zijn den auteur voldoende leen situatie te teekenen, die het verloop der historie verduidelijkt. Een stuk geschiedenis van Frankrijk laat hij zien, dat ongelooflijk klinkt. Wij zien den ondergang van het huis Valois, dat zijn laatste krachten inspant om het beste deel van zijn bevolking uit te roeien. Een felle strjijd ontbrandt om de opvolging. De Roomsche koning wordt gevangen door zijn Roomsche edelen. Beide partijen sluiten beurtelings verdragen met de Hugenoten, om even later die te schenden. Oude tegenstanders verbinden zich dan weer tijdelijk, om hun gezamenlijke vijanden, de Hugenoten, te vernietigen. Verraad en sluipmoord ^'ieren hoogtij. En ondertusschen, ondanks plakkaten en bloedige vervolgingen, vergaderen de synodes, om de Kerk te organiseeren. De edele De Coligny voert de zijnen aan, schijnt te zullen overwinnen, maar sterft met duizenden in den bloedigen Bartholomeusnacht. De tragedie nadert haar hoogtepunt. Nergens schijnt meer trouw te bestaan: oneenigheid verscheurt de partij der Hugenoten, wantrouwen en verraad splitst de partij der Katholieken. Frankrijk raakt aan den rand van zijn ondergang.

Op boeiende wijze weet de auteur de ingewikkelde stof te behandelen. Er ontstaat geen dor, wetenschappelijk verslag, maar alles leeft, dank zij den plaslischen stijl, de gave van den schrijver, kleine voorvallen, vol dramatische kraclxt naar voren te brengen, om actie te geven aan een reeks van gebeurtenissen. De historicus leent meermalen zijn pen aan den romanticus, om kleur te geven aan zijn verhaal. Hij aarzelt niet de strenge' histo-

riciteit op te offeren aan emotioneele uitbeelding, om daardoor de geschiedenis feller te belichten. Wanneer hij den afschuw wil teekenen, die zelfs ruwe Roomsche krijgers aangrijpt, voor de moordenaars van den Bartholomeusnacht, vertelt hij., hoei Anjou en zijn generaals zich vermaken met het dobbelspel. „Midden onder de gezellige genoegens kwam de herinnering aan het vergoten bloed weer boven. Onder de dobbelsteenen van den jongen De Guise aan de speeltafel meende men bloeddruppels te zien, ontzet maakte men een einde aan het spel".

Met tal van pikante bijzonderheden weet hij de aandacht gespannen te houden, waardoor een verhaal ontstaat, dat treft, dat ontzet, dat bewonde? ring of afschuw opwekt, maar dat nooit verveelt, ondanks de vele feiten die vermeld, de namen, die opgesomd moeten worden. Nergens verliest hij zich in kleinigheden, de draad loopt strak door zijn handen.

De Hugenoten, ten doode toe vervolgd, ten ondergang gedoemd, komen telkens weer naar boven. Hendrik van Navarre, de leider der Hugenoten, wint de Fransche kroon, ten koste van zijn geloof. Hij bouwt het rijk weer op, centraliseert de macht met behulp van zijn oude geloofsgen nooten, wien hij gewetensvrijheid belooft bij het edict van Nantes.

Dan haast- zich de tragedie" voort. De wordende eenheid van het rijk duldt niet meer zijn stichters. Richelieu verschijnt. Hoe scherp weet de schrijver dezen genialen staatsman te teekenen, die het Protestantsche Holland en Duitschland helpt in den strijd tegen de Katholieken, doch in eigen land de laatste veste der Hugenoten, het dapper verdedigde la Roebelle inneemt; de gewetenlooze politicus, die met alle middelen zijn doel nastreeft, Frankrijk groot te maken.

Sober is het slot. Straks is de cenlralisaüe voltooid, het heftig omstreden Koningschap rust in handen van een machtig vorst, die voorgoed den strijd beëindigt. Een Idein plaatje laat de troostelooze uittocht zien der Hugenoten, voor wie geen plaats meer is in het nieuwe Frankrijk, na de opheffing van het edict van Nantes.

Misschien zal voor sommigen het politieke gebeuren te sterk geaccentueerd lijken. Het is waar, het verhaal van Zoff is sterk staatkundig georiënteerd, maar men vergete niet, dat de Hugenoten een politieke partij vormden, die langen lijd een groote rol speelde in de Fransche geschiedenis.

Hoewel de strijd der burgerij, wier onverzettelijk geloof ten slotte van grooter beteekenis bleek, dan de heldhaftigste krijgsdaden himner wankelmoedige aanvoerders — met uitzondering van De Coligny — wat schuil gaat achter het politieke spel, en de economische beteekenis van het Hugenotisme den niet-Calvinistischen schrijver belangrijker scheen, dan hun geloofsovertuiging, is hier toch een boek gegeven, dat het lezen meer dan waard is. Voorloopig althans is een leemte aangevuld, door dit boeiende, aangrijpende, zeer aanschouwelijke tafereel van de worsteling der Hugenoten, die toch ook tot onze geestelijke voorouders behooren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1939

De Reformatie | 8 Pagina's