GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Theocentrisch Leven.

Het is opmerkelijk, hoe •weinig wij van MARIA •weten. De Gezegende onder de Vrouwen - was geen vorstin zooals Sarai, geen Moeder in Israël als Debora. Wij - weten niet dat zij in iets Iieeft uitgemunt, 'de Sclirift gewaagt niet van haar schoonheid, noch spreekt van haar verstand. Maria was blijkbaar een echt-vrouwelijke vrouw, een zorgende, dienende moeder. Slechts even komt zij naar voren in den glans van een overgegeven geloof, verder komt zij er sober af. De Bijljel verhaalt meer van haar geloofsdaad dan van haar geloofsleven. Uit niets blijkt dat zij een vrouw van bijzondere geestelijke beteekenis is geweest, noch iemand van wie oen krachtigcn invloed is uitgegaan. Jezus spreekt weinig over Zijn moeder. Maria is steeds gebleven wat het geloof haar deed zijn bij de verschijning van Gabriel: de dienstmaagd des Ileeren. Zij is den Heiland gevolgd om Hem met haar zorgen te omringen, toen Jezus geen steen liad om het hoofd neder te leggen, had Hij een moederhart om aan te rusten. Soms kon zij Hem ook bedillen op een echt-vrouwelijke, moederlijke wijze, dan moest zij scherp worden teruggewezen. Toen zij stond bij het kruis heeft Jezus den bij zonderen band tusschen Zich en deze vrouw ontknoopt en haar Johannes tot een zoon gegeven. Dan Ireedt Maria voor goed op den achtergrond In de eerste christengemeente vinden wij haar als een gewoon gemeentelid. Zelfs in de galerij der gcloofshel'den treffen wij Maria niet aan. Ook in den hemel neemt zij geen bijzondere plaals in, wij hooren daar van apostelen en ouderlingen, maar niet van Maria. Als zij nog kon spreken tot hen, die haar als middelares vereeren, en als koningüi des hemels aanroepen, zij zou zeggen: zie, do dienstmaagd des Heeren...

Wij vinden het wel wat sneu voor Maria. Wij zouden haar wat meer in den Bijbel gezet hebben, Petrus en Paulus, Silas en Timotheüs wat minder. Wij zouden haar in de visioenen van Patmos zeker en bescheiden plekje hebben ingeruimd. Doch Gods heiligen komen maar even voor het voeticht, een moment wordt hei en scherp' de plaats belicht welke zij in het plan Gods innemen. Dan valt het scherm, op ons uitbundigst bandgeldap volgt geen dacapo. Zij hebben Gods Raad gediend, daarop treden zij terug onder de schare die niemand tellen kan. Zij leven Gód allen, wij' zullen aar niet van maken: zij leven óns allen.

Naar ons believen valt het scherm meestal te roeg. Wij zouden willen roepen: Nog nietl Wij ebben ons nog geen scherp beeld van hen geormd! Doch de Heere zegt: gij zult u geen gesneden beeld, noch eenige gelijkenis — ook geen psychologische gelijkenis — van hen maken, gij zult Mij en Mijn Genade in hen zien. Meer niet!

Wij zijn ijdele menschen. Onze lijd werkt dat in e hand. Onze tijd werkt met voetlichten. Eigenlijk was het altijd zoo. Gods wegen met deze, Gods leidingen met die... wij hebben daar dikke boeken van gemaakt. Wij •vinden dat belangrijk', wij vinden bovenal onszelf belangrijk. Maar de Heere blijft met Zijn heiligen handelen zooals Hij deed met Maria. 'Daar was een prediker, aan wiens Uppen de scharen hingen. Alle loopers kwamen in actie als hij optrad. Onder de preek ging soms een zucht van aandoening door de luisterende schare. Nu... zijn naam is vergeten. Ergens op ©en kerkhof li^t een ver-weerde grafsteen, ineea? consistoriekamer hangt een verbleekt portret. Doch onze meelevende jeugd kent zelfs zijn naam niet meer. Ja, zoo gaat het soms met mannen van buitengewoon formaat. Wij kunnen daar kwaad om worden, het irriteert ons, dat de menschen hun boeken niet meer lezen. Maar het is niet anders. Zij hebben Gods Raad gediend en zijn heengegaan, hier volgt geen dacapo. Het scherm viel.

Heere, deze nieuwe gehoorzaamheid valt- mij zwaar. Een tlieocentrische beschouwing aan te hangen behaagt mij. Deze acht ik logisch en schoon! Maar theocentrisch leven, ... ach neen, ach neen! Ontferm U over mij, ontferm U over de kerk. Geef ons wat Gij Maria geschonken hebt: genade bij U. Genade om te spreken: zie, de dienstknecht des Heeren! Zie, de dienstmaagd des

Heeren!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's