GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe Professor Aalders Gereformeerd Amerika voorlicht.

Ons werd toegezonden de „Reformed Review" van Aug. 1945, een in Amerika verschijnend Geref. blad. Dr H. Beets, in Holland welbekend, neemt iïi dit blad in de rubriek: Geref. persoverzicht, een brief op, welke Prof. Aa'lders van de V.U. hem heeft toegezonden. De professor Wil met dezen brief voorlichting geven aan het Geref. publiek in Amerika, en wel inzake het bekende. conflict in de Geref. kerken in Nederland. Daartegen is natuurlijk op zich zelf geen bezwaar en Prof. A, heeft daartoe ook het recht. Als hij dat dan maar objectief en volledig doet en zich niet schuldig maakt aan ' onware en tendentieuze berichtgeving, waardoor de feiten geweld worden aangedaan. Dat nu is de groote grief tegen dit schrijven van prof. A., waarvan hij n.b. ook publicatie verzoekt, dat zijn voorlichting geschiedt naar het bekende propaganda recept van Goebels. Deze brief leidt niet in de aanhangige kwesties in, maar insinueert er lustig op los tegen Prof. Schilder, de bezwaarden en de vrijmakings-actie en vertroebelt zoo reeds bij voorbaat de atmosfeer in Amerika voor de vrijgemaakte kerken. En dit geschiedt alles gansch liefelijk. Wat des te gevaarlijker is. Het is als een begrafenis met bloemen. De menschen zien de bloemen, maar met dat zij de bloemen zien vindt de begrafenis plaats. En om de begrafenis is h^t te doen, niet om de bloemen.

Nu zou men verwachten, dat Dr Beets eetïige voorzichtigheid ten aanzien van dezen brief in acht genomen zou hebben. Want hij krijgt daarin een voorstelling van de zaken, die maar van één kant komt. En dus zal hij wijselijk zich nog een oordeel voorbehouden. Tot ook van andere zijde hem inlichtingen geworden zijn. Zoo zou het ook behooien. Maar dat doet hij niet. Hij is door dezen brief volkomen klaar met het conflict in de Geref. kerken. Hij legt daarvan getuigenis af in de bewoordingen van de inhouds-opgave, die hij boven dezen brief doet afdrukken; en hij doet^^et door onder het schrijven van Prof. A. te zeggen: we zijn Dr Aalders dankbaar zooveel licht te werpen op de kwestie Schilder. Hij aanvaardt dus alles wat Prof. A. schrijft, heel die acte van zware beschuldigingen, heel dat vernietigend requisitoir. Dat is erg oppervlakkig en niet erg schriftuurlijk. Erg oppervlakkig, want iedereen, die in den gang van zaken waarlijk heeft meegeleefd, zal moeten zeggen: nou, nou Dr Beets, u bent toch gauw klaar met de keri kelijke kwesties in Holland; er is nog heel wat meer. en heel wat anders gebeurd, , dan wat Dr A. u belieft op te disschen. Ook is het niet erg schriftuurlijk. Wederhoor is nog altijd een eisch der Schrift, en onverhoord oordeelen is niet overeenkomstig de eischen der rechtvaardigheid. Wanneer u uw oordeel nog wat had opgeschort tot u ook van andere zijde inlichtingen.had ontvangen, dan zou dat zinnetje over dat „licht" misschien aeljterwege gebleven zijn.

Dit eerst in het algemeen. Vervolgens maak ik zoo hier en daar een kantteekening bij dezen brief. Het eerste deel laat ik weg, omdat dat met de „kwestie Schilder", niet te maken heeft, doch alleen met de toestanden in Holland in den bezettingstijd, met de onderdrukking en uithongering van ons volk.

Het tweede deel handelt over het kerkelijk conflict. Het luidt als volgt:

Belangwekkende brief van Dr Aalders over de kerkelijke toestanden in Nederland. De kwestie-Schilder en bijzonderheden. Hij doet den menschen gelooven, dat hij de oude geest van de Scheiding van '34 doet herleven tegenover de Kuyperiaansche Theologie (cursiveering van mij, Kn.).

De kwestie Schilder.

Misschien hebt u nog niet gehoord van de groote moeite, die in onze kerken veroorzaakt is door Dr Schilder en een aantal van zijn vrienden^). De Gen. Synode van-Sneek, die u gedurende enkele dagen hebt bijgewoond, kwam ten slotte na een aanhoudende en een vervelende behandeling van de leergeschillen tot een besluit (in Juni 1942); dat besluit was buitengewoon gematigd, .veroordeelde slechts enkele vrij extremistische opvattingen, maar hield stevig stand voor de Geref. theologie met het oog op de Gemeene Gratie en andere behandelde onderwerpen, vermeed iedere afwijzende uitspraak betreffende de ideeën van Schilder. Het resultaat was, dat deze beslissing alom werd goedgekeurd door onze menschen, wat een groote voldoening gaf. Dr Schilder echter, die constant geweigerd had (met Prof. Greijdanus) deel te nemen aan de Synode-bespreking -) was niet tevreden, en het was duidelijk, dat hij uitzag naar een gelegenheid om een conflict te veroorzaken'').

Deze gelegenheid deed zich voor toen de Synode, wegens langdurige zittingen en het vermoeiende werk en ook wegens de koslen voor de kerken, besloot de nieuwe Synode, die in hetzelfde jaar 1942 samengeroepen moest worden, uit te stellen tot 1943''). Dr Schilder, gesteund door Dr Greijdanus besshreefdit als onwettig, tegen de kerkenorde, symptoom van een hiërarchische houding enz. Op deze wijze verwekten zij veel rumoer en sommige kerken weigeren de beslissing van de Synode te erkennen, Toen de nieuwe Synode van '43 vergaderde, vond zij op haar tafel een groote massa bezwaarschriften, eischende, dat zij de beslissingen van haar voorgangster zou verwerpenv Het resultaat was echter, dat de Synode de volkomen wettigheid van het besluit eikende.

Nu was dit niet de eenige pijl, die de oppositie op haar boog had; er waren ook een aantal bezwaarschriften tegen de besluiten betreffende de leergeschillen, en merkwaardig genoeg, het meest opvallende bezwaar was gericht tegen de Synode van Utrecht 1905, vanwege de beslissing „dat volgens de belijdenis onzer kerken het zaad des verbonds krachtens de belofte Gods te houden is voor wedergeboren en in Christus geheiligd, totdat bij het opwassen en uit hun leer of wandel het tegendeel blijkt °). Deze formule, die gebleken was een door God gezegende vredestichtster te zijn gedurende bijna 40 jaar, werd nu plotseling bestreden en veroordeeld als strijdig met Schrift en belijdenis te_ zijn "). De Synode onderzocht de bezwaren nauwkeurig''), maar kon tot geen ander resultaat komen, dan dat de Synode van 1905 gelijk bad gehad.

Nu begon Dr Schilder, die opnieuw niet op de Synode tegenv/oordig was geweest, verklarende, dat hij er niet kon zijn om voor hem dwingende redenen *), die hij niet voor de Synode blootlegde, de kerken in beroeringj te brengen, zooals hij vroeger had gedaan in verb'and met de Synode 1939—42. Hij werd berispt maar weigerde te erkennen, dat hij het mis had. En zoo zag de Synode zich ten slotte, na een bijna onbegrijpelijk groot geduld getoond te hebben^"), genoodzaakt hem te schorsen als professor en als emeritus-predikant ^i).

Deze handeling van de Synode werd beantwoord met een foïmeele kerkelijke' revolutie'^^). Een verklaring werd uitgegeven, stijl en geest van de Acte van Afscheiding van 1834 nabootsend, waarin onze kerken werden beschuldigd van afwijking van het heilig Woord van God, en van inbreuk maken op de K.O. Met deze verklaring zegde een aantal predikanten, ouderlingen en diakenen, evenals gewone kerkjeden hunne plaatselijke kerk vaarwel ^^). En eveneens onttrok zich een aantal kerken aan het kerkverband. Zoo zag dit tijdperk van oorlog en' vernedering van onze natie het alarmeerende schouwspel van een formeele breuk in onze kerken gevolgd door menige procedure voor den wereldlijken rechter met het oog op de kerkelijke goederen^*"). Dr Schilder doorreist op groote schaal de provincie Groningen, in welke provincie de oppositie het sterkst schijnt, er naar strevend plaatselijke kerken te stichten van een persoonlijke groep, zelfs in de kleinste dorpen.

Ik vermoed, -dat hij zijn zienswijze van de kwestie zoo spoedig mogelijk ook in Amerika zal willen verspreiden. En daarom schrijf ik u zoo spoedig om u in te lichten hoe de dingen in werkelijkheid zijn^®); en ik hoop, dat u de vriendelijkheid wilt hebben, dit onder al onze menschen in Amerika te verbreiden ^"j. •

Schilder en de zijnen trachten de menschen te doen gelooven, dat hij de oude geest van de Scheiding tegenover de Kuyperiaansche theologie doet herleven"). Maar niets is minder waar dan dit. De vaders van de Scheiding zouden zich in hun graf omkeeren, wanneer ze hoorden hoe de leerlingen van Schilder 1905 bestrijden^^), welke verklaring geheel in overeenstemming is met de uitspraak van Hendrik de Cock en Brummelkamp, en met een besluit van de Synode van 1837 *^).

Bovendien heeft Schilder zelf vroeger 1905 verdedigd tegen de Christelijk Gereformeerden in Nederland'"') en nu verloochent hij 1905 en verzet zich er tegen ^^). Natuurlijk zijn er een groot aantal Dominees en anderen, die zich zeer nauw tot 1834 aangetrokken voelen, die niet aan de zijde van Schilder staan. Maar niettemin is de breuk in onze kerken zeer betreurenswaardig ^^), en zij, die de Oppositie begonnen, kunnen nooit hun houding verontschuldigen. Het is een groote zonde tegen God en den hemelschen Koning der kerk 2^).

-Na een persoonlijke mededeeling beëindigt Dr A. zijn bjief.


•') Prof. Aalders zet den aanval onmiddellijk in: , , de groote moeite, die in onze kerken ve'roorzaakt is door Dr Schilder en 'een aantal van zijn vrienden. Deze voorlichting noem ik in strijd met de werkelijkheid. Als toch de Synode zich gehouden had aan de K, 0., als zij niet voortdurend in geheime zittingen vergaderd had, als zij haar rapporten en acta niet verheimelijkt had, als zij de behandeling van de leergeschillen en van de beschuldfgingen ook aan Schilder's adres in de rapporten van het overgebleven deel van 'de commissie — heeft Dr Beets zoon rapport niet meegekregen naar Amerika, terwijl de beschuldigde het nog niet eens kende? — voor het oor van het Geref, volk had doen geschieden, dan ware er geen rumoer in onze kerken veroorzaakt. De Synode zelf is daarvan de oorzaak. Waarom de politiek van de donkere kamer? De aanval van Prof, A', is verkeerd gericht. Hij had gericht moeten zijn op de Synode zelf. De rutaoer-makers zaten niet in de bank der beschuldigden maar achter de groene tafel, de heeren rechters,

^) Waarom is Prof, A, niet zoo eerlijk aan het Amer'ikaansche Gêref, publiek mee te deelen waarom Prof, S. constant geweigerd heeft aan de Synode-bespreking deel te nemen? Want zóó wekt hij bij dat publiek opzettelijk den indruk, dat het van Prof, S, {en ook van Prof, G.) niets anders was dan koppige onwil. Buitendien is het ook niet waar, dat Prof, S, , constant geweigerd heeft. Eerst heeft hij wél aan de besprekingen deelgenomen, later was hij gevangen en kón hij niet aan de besprekingen deelnemen. Daarna pas weigerde hij aan die besprekingen deel te nemen, om geldige redenen, die .hij heeft medegedeeld aan de Synode. Waarom deelt Prof. A, dit niet mee? Hij wil toch voorlichting geven? Welnu, laat hij dat dan eerlijk doen,

•') Schandelijk en goddeloos is deze beschuldigirig. Laat Prof. A. met de stukken bewijzen, dat Prof. S. „uitzag naar een gelegenheid om een conflict te veroorzaken". Dat ktin hij niet. Maar dan moet hij Prof, S. niet als een kerkelijke misdadiger tentoonstellen. De waarheid is, dat Prof, S, met prqfetische klaarheid zag, dat de Synode naar een kerkelijk conflict heendreef door haar handelingen en dat juist hij alles heeft gedaan om dat te voorkomen en de eenheid der Geref. kerken te bewaren. Dit is weer van Prof, A, zoo'n propaganda-suggestie a la Goebels, ~

'') Dus: de gelegenheid om- zulk een conflict te veroorzaken zou zich' hebben voorgedaan toen de 'Synode zich zelf ging continueeren. Ach zoo! Maar feit is toch maar weer, dat niet Prof, S, dat conflict veroorzaakte, doch de Synode zelf, die de K, 0, met de voeten trad, die een autoritaire kerkregeering in ptactijk ging brengen en maling had aan de kerken, die ze vertegenwoordigde, die haar agendum zoo-maar aanvulde, die de mindere vergadering uitschakelde, die hoe langer hoe meer hiërarchis'ch ging héérschen, straks zelfs over de conscientiën. Prof, S, ' hiêI3 de Synode aan haar K, 0. anders iiiet. En hij volgde daarin den fcerkelijken weg. Wat zijn plicht was. Maar dat mag tegenwoordig volgens het nieuwe , , Kerkrecht" niet meer.

°) Men wrijft zich, de oogen uit als men deze tirade leest. Waarom laat Prof, A, juist het punt weg, waarop de bom gebarsten is? Is dat nu opzettelijk bedrog of niet? Wéét Prof, A, bij geval niet meer, dat de Synode later, na, wat men noemt haar gematigd besluit, éérst een Toelichting heeft gegeven, waarin zij aan de kerken gaf den inhoud van 1905? Een Kuyperiaansche inhoud? Hij wéét het. Wéét Prof, A. bij geval niet meer, dat de Synode in verband met de ingebrachte Gravanima een Praeadvies, gaf dat dien inhoud nog wat aandikte? Hij wéét het. "Wéét Prof. A. bij geval niet meer, dat, naar Synodale verklaring, deze Toe-lichting méér waarde had dan een rapport, waaruit men veel kan leeren om te verstaan wat de Synode bedoelde met die opzettelijke herhaling van '1905? Hij wéét het. Wéét Prof, A, bij geval niet meer, dat de Sypode aan dit door haar zóó geïnterpreteerde 1905, de kerken, de ambtsdragers, de leden conlessioneel gebonden heeft in haar officieele papieren en dat niets mocht geleerd worden wat met haar interpretatie van 1905 niet ten volle in overeenstemming is? Hij wéét het. Laat hij dan niet doen alsof we te doen hebben met een bloote en onschuldige herhaling over 1905 door de Synode, Want de Gravanima waren niet gericht tegen 1905 als zoodanig — al hadden sommigen ook bezwaren tegen de formule zelf — maar tegen de Kuyperiaansche interpretatie van 1905, die de Synode aan de kerken opdrong. Hij wéét het. Wéét Prof. A. bij geval niet meer, dat zij daarvoor wel een scheuring over heeft, gehad? Hij wéét het. En daarom had hij dat aan zijn lezers moeten vertellen en het niet moeten doen voorkomen, alsof het ging tegen de formule van 1905 als zoodanig. Want het 1905 van 1942 is niet meer het 1905 van 1905. De inhoud is een andere. Dat wascht het, water van de zee niet af. ..'•..

") Ja zeker, maar zij was daarom vredestichtend, 'omi dat er geen confessioneele binding aan haar bestond, en eenvoudig was een pacificatie-formule. Méér niet.

'') Van de , , nauwkeurigheid" van het Synodale onderzoek der bezwarjen weten we hier in Holland alles af.

^) O die zalige onWfetendheid der Synode. Maar zij was niet onwetend, waarom Prof. S. verklaarde haar niet te kunnen bijwonen. Wist zij niet, dat Prof. S. moest onderduiken? Dat men tweemaal met eenige weken tusschenruimte bij hem aan huis in Kampen geweest is, om hem te arresteeren? Dat in Apeldoorn op het bureau van de Gestapo, afdeeling Kerk en, opvoeding, het bevel lag, dat Prof. S. als hij gearresteerd was onmidd'èllijk moest doodgeschoten worden? Dat in Kampen eveneens een bevel lag, ^at, hij, als hij weer in Kaniperi

opdook moest gearresteerd worden. Wist de Synode dat niet en Prof. A. ook niet? Kom, kom, de heeren moeten niet als zoo onwetend poseeren! Wisten de heeren ook niet, dat we bezet gebied zijn geweest en dat we een loerende Gestapo hadden, overal. En dat het niet ongevaarlijk was voor Prof. S. zijn dwingende redenen om niet aanwezig te kunnen zijn, bekend te maken? En ook dat het verraad overal loerde, ook in de Geref. kringen? En • dat de meest mogelijke voorzichtigheid dwingende eisch was? Wel verbazend, in wat voor een klimaat leefden die heeren dan toch? Wisten de heeren ook niet, dat als een broeder-in-den-Heere verklaart: ik heb dwingende redenen om niet te komen, dat men dat, in zulk een tijd nog wel, eenvoudig te aanvaarden heeft, en dus niets verder vragen moet? Dit is van Prof. A. weer dezelfde vervloekte suggestie, waarmee ook de Synode den geest van ons Geref. volk ten aanzien van de goede trouw van Prof. S. vergiftigd heeft. Dezelfde Synode, die zoo-maar klaar is om den landverrader Dr H. H. Kuyper eerherstel te geven, heeft op den onderduiker Schilder, die in principieel verzet pal stond, met haar verdachtmakingen van het allooi van Prof. A. tegenover het Amerikaansche Geref. publiek, dag aan dag gejaagd. Maar, zal misschien Prof. A. zeggen: Dr Rutgers heeft toch maar als Deputaat bij de hooge Overheid in „een conferentie" van Prof. Nelis de inlichting ontvangen, dat Prof. S. door de Gestapo niet werd gezocht. Wel, wel! Gelooft Prof. A. een Gestapo-individu zoo maar op zijn woord? Heeft hij nooit gehoord, dat de Gestapoduivels en dienaren van den Satan en vijanden van den Heere' Christus en zijn kerk elk middel om iemand, die ze zochten „boven water" te krijgen, aangrepen — ook de leugen: hij wordt door ons niet gezocht? Maar wist Prof. A. niet, dat Prof. S., met gevaar voor zijn eigen leven, getracht heeft van dien Gestapo-beul Prof. Nelis. de zekerheid te krijgen, dat hij zich vrij kon bewegen? En dat hij op denzellden dag, dat hij die zekerheid had ontvangen, per koerier aan de Synode in Utrecht bericht gezonden heeft, dat er in zijn omstandigheden plotseling een zoodanige verandering was opgetreden, dat hij een deputatie van de Synode ontvangen kon? Hoewel het niet ongevaarlijk was — want wie vertrouwt de Gestapo? — heeft hij het toch gewaagd. Dat was m Juli vorig jaar. Vandaar dat hij toen weer publiek, ging optreden. Waarover men ook alweer allerlei verdachtmakingen heeft gelanceerd.

Waarom zegt Prof. A. het dan. weer zóó, dat men in Amerika zal moeten zeggen; S. maakt ruzie en hij blijft achter de schermen? Maar ja, als het tegen Prof, S. gaat schijnt het doel alle middelen te heiligen.

") Zoo, Schilder bracht de kerken in beroering. Prettig om er een zondebok op na te kunnen houden. Mannen bloeders, stapel maar op. Er kan nog méér bij. Hij ging wel den kèrkelijken weg, den ouden, beproefden, historischen kèrkelijken weg en dat noemt men tegenwoordig beroering. Maar de beroerder Israels is niet hij, die den kèrkelijken weg gaat, maar die hem verliet, de Synode.

^"j Zeer melodramatisch! Van onbegrijpelijk — pardon •bijna onbegrijpelijk — geduld gesproken! Een bliksemprocés, en een ijl-tempo, zooals dat in concentratie-kampen bestaat!" Een bliksem-proces, zooals de kerkelijke wereld er misschien nog ooit een had gezien. Maar ja, de heeren hadden haast, want de oorlog liep ten einde en de pers zou dus weer vrij worden, terwijl het Duitschsynodale-persorgaan de „Heraut" dan wel verdwijnen zou.

'^) Prof. A. moet in Juni 1945 niet zoo onvolledig zijn. Want hij had er bij moeten zeggen, en de Synode heeft Prof. S. toen in allerijl afgezet..

^2) Formeele kerkelijke revolutie! In de dagen der Doleantie noemden de vaderen van dit hun Synodalistisch nageslacht zooiets: reiormatie en hun tegenstanders 'iioemden die reformatie, revolutie. Deze va3eren zouden vandaag van hun ontaarde zonen, die van revolutie spreken, zeggen: tout comme chez nous. Laat Prof. A. er nog eens een brief naar Amerika overheen schrijven en de waarheid vertellen, dat, toen de revisie-Synode van Utrecht niet alleen de Gravanima, maar ook de bemiddelings-voorstellen heeft afgewezen, daarmee de zaak van de revisie haar eindpunt had .bereikt en er dus voor de bezwaarden geen andere weg meer overbleef dan zich vrij te maken van die zondige besluiten en dat dan reformatie heet.

^") Dit is niet waar Prof. A. Ze zetten eenvoudig de plaatselijke kerk historisch voort door vrijmaking en wederkeer. Anders niet.

^^) Ja, en daarvoor draagt de Synode en die haar regeerden de schuld. Of hebben de bezwaarden soms om behandeling der leergeschillen gevraagd? Nóóit. Of eenige kerkelijke vergadering? Niet een! Was er eenige aanklacht tegen iemand? Néén. Heeft men de Synode niet gesmeekt te wachten tot na den oorlog? Ja. Was er dus eenige acute noodzaak om ze toch te behandelen? Geen enkele. Tóch deed de Synode het. Wat klaagt Prof. A. dan over de gevolgen, die hij zelf mede heeft veroorzaakt?

Maar de Synode móest ze wel behandelen. Het was de eenige manier om de aandacht van haar ontrouw in getuigen en besluiten ten aanzien van handelingen en eischen der bezettende nationaal-socialistische macht af te leiden. Denk maar aan de Synodale getuigenissen. Denk maar o.a. aan het besluit ten aanzien van den arbeids-dienst.

^^') Methode Hepp. Schilder, haast je rep je, in Amerika zwart maken, zooals dat geschiedde voor hij* zijn reis naar Amerika ondernam. En: zóó zouden de dingen in werkelijkheid zijn? Hoe durft Prof. A. het bestaan, zooiets, dat met de feiten apert in, strijd is, zwart op wit te zetten. De heele werkelijkheid is verwrongen en tendentieus voorgesteld.

'^") Helaas, Dr Beets had beter gedaan met zijn vriendelijkheidsbetoon even te wachten tot hij uit Holland van andere zijde ook inlichtingen ontvangen had. Het geeft niet. Want ook in Amerika zal blijken, dat de waarheid sneller loopt dan de leugen. Let maar eens op.

^') Wat is dat voor een onzuivere tegenstelling, : oud en geest etc. tegenover Kuyperiaansche theologie? De werkelijkheid is, dat S. lècht- gevraagd heeft voor de theologie der afscheiding, welke door den leerdwang; der

Synode is uitgebannen. Zooals de Synode Dr H. H. Kuyper posthume eerherstel gaf, heeft zij Lindeboom c. s. posthume afgezet.

1*) Dat argument van de-zich-in-hun-graf-omkeerendevaderen is het meest geduldige. En niemand kan de waarheid controleeren. Alléén maar: niet de vaderen beslissen, maar de Schrift en de belijdenis.

^"j Onlangs is nog uit de doeken gedaan hoe het met dat besluit van de Synode van 1837 zit.

'-"> ) Wil Prof. A. eens vertellen in welke opzichten Prof. S. 1905 verdedigde tegen dé Christelijk Gereformeerden?

21) Wat zou dat? Het is beter zich van een dwaling te bekeeren, dan er in te volharden. Maar is het zóó gezegd, als Prof. A. doet, wel juist? Misschien wil hij nog wel eens zoo vriendelijk zijn en den geruchtmakenden brief van Prof. S. voorjaar '44 aan de kerken gezonden, na sluiting van de later toch weer niet gesloten Synode in Dec. '43, overlezen.

2'^) Ja, zeker • betreurenswaard. Maar wéé de Synode door welke deze ergernis gekomen is.

-3) Moge Prof. A. dit goed bedenken: de opjjositie is gekomen 'van de Synode; -zij verbrak den vrede van 1905. Dié houding is nooit te verontschuldigen en een' groote zonde tegen God en den hemelschen Koning, nog wel in een tijd, waarin de wereld het woord der Kerk nóodig heeft als brood. Geve de almachtige God terugkeer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 1945

De Reformatie | 10 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 1945

De Reformatie | 10 Pagina's