PERIKELEN DER LINGGADJATI-ARTIKELEN.
De onderteekening van de ontwerp-overeenkomst van Linggadjati is nu niet bepaald onopgemerkt voorbijgegaan.
Goede wijn behoeft geen krans, zegt men.
Daar nu te Batavia heelemaal geen klare en goede 'wijn geschonken is, is het begrijpelijk, dat er een ware lawine van kransen noodig was om het troebel-roode product van de firma Van Mook-Sdhermerhom-Sjahrir acceptabel te maken.
Wat een lofprijzingen van Nederlandschen kant aan het adres van diegenen, aan wier onverdroten arbeid en onversaagd voortgaan op den eenmaal ingeslagen weg dit staatsstuk te danken is! • ^
Mogen we de in Indië verschijnende dagblaadjes gelooven, dan is een hoogtepunt in de historie van het Koninkrijk der Nederlanden bereikt, dan is er iets groots geschied te Batavia op 25 Maart 1947. Al die. scribenten van de gelijkgeschakelde Indische dagbladpers 'zitten gewoonweg te trappelen van vreugde in hun journalistieke kinderstoeltjes. IJverig schrijven ze in hun kolommen over, wat de R.V.D. hun voorzet, of ze bewerken het in nog slechter nederlandsch.
Journalisten zijn in dit land bizondere menschen. De Republiek heeft al te lang de verdiensten van dit nederlandsche intellect miskend. Dezen hebben het tot hun niet geringe teleurstelling moeten aanzien, dat wel buitenlandsöhe journalisten, ook de „buitenlander" Goedhart van het Parool, in het eldorado van de Republiek konden doordringen, maar niet de mannen van de Indische pers. Ter gelegenheid van de bijeenkomst van het K.N.I.P. (de zoogenaamde repu
blikeinsohe--volksvertegenwoordiging) te ^lalang, is hun echter goedgunstig toegestaan de vergaderingen bij te wonen. Ze zijn daar in twee a drie dagen te weten gekomen, hoe schitterend de Republiek functioneert.. Terugkomend hebben ze zich gehaast een verklaring te publiceeren, een soort certificaat van echtheid van de Repoeblik Indonesia.
Dat was heel wat anders, dan bijvoorbeeld de verklaring, welke een „officier van de republikeinsche marine", niet lang geleden voor de radio te Makassar aflegde. Deze man was door officieele republikeinsche instanties er op uitgestuurd om in relatie te treden met australisehe communisten en zijn schip te laden met voor een revolutie onontbeerlijke voorwerpen. Hij was zoo onfortuinlijk op een rif te loopen, maar weldra zoo fortuinlijk door de nederlandsche marine uit zijn benarde positie te worden bevrijd. Hij, kwam in Oost-Indonesië tereeht en had geruimen tijd volop gelegenheid rond te kijken in het gebied, waar de Republiek nu eens niet haar facto-gezag uitoefent. Voor de radio legde hij getuigenis af van zijn bevindingen. Hij was va^n meening, dat zijn landgenooten op Java door hun leiders bedrogen werden. Dezen beweerden, dat het buiten Java veel slechter was dan binnen de Republiek. Maar, zoo zei hij, dat is gelogen, hier is voedsel, werk en vrijheid voor ieder, tervrijl op Java de ménschen hongeren en geterrori-. seerd worden.
Het relaas van dezen man kwam niet in de pers. In zooverre is dat begrijpelijk, daar deze man - een van de vele bekeerden - het Indische publiek niets nieuws vertelde. ' "
Daarentgen, de verklaring welke de Indische journalisten, na hun reis naar het binnenland publiceerden, was v> ^el iets bizonders en daaroip beweerden wij, dat journalisten in dit land bizondere rnenschen zijn.
In één opzicht zijn we het volmaakt met de pers en met de onderhandelaars eens, ^ namelijk dat met de onderteekening van de overeenkomst de moeilijkheden niet zijn opgelost, doch pas goed beginnen.
Inderdaad, de overeenkomst lost geen enkele moeilijkheid op. Sjahrir bedoelde er het Koninkrijk mee op te lossen. Ministér Jonkman en Professor Romme onderkenden het gevaar en trachtten te redden wat te redden was. De Indonesiërs zagen in het naakte Linggadiati de oplossing van het Koninkrijk binnen hun bereik en met het aangekleede Linggadjati weer iets van zich af geschoven. Het gevolg is geweest, dat nu de overeenkomst zelf is opgelost. Immers beide partijen hebben hun eigen, tegengestelde, interpretatie. Van „overeenkomst" is geen sprake meer. Er was dus allerminst reden tot gejuich, toen te Batavia de onderteekening plaats vond.
De inkt van de handteekeningen was nog nauwelijks droog of Sjahrir videi-p moeilijkheden op. De talrijke ondernemingen op Java en Sumatra zijn eigendom van nederlandsche en buitenlandsche eigenaars. Nu behoort de Repu-bliek die eigendommen terug te g-even, hetgeen in de zeventien punten van Linggadjati is vastglsgd. Er dwarrelen echter zwermen kapers om "Java en Sumatra, belust op de ondememingsproducten, welke de Republiek gaarne bereid is te leveren. Zij krijgt daarvoor tandpasta, haarborstels, kammen, ihaarvet en andere nuttelooze artikelen, daarnaast wellicht, ook maar al te veel contrabande. De Indische Regeering begrijpt échter heel goed, dat punt 14 van de „overeenkomst", waarin de aanspraken van de eigenaars worden erkend, niet kan worden nagekomen, als de Republiek doorgaat met het stelen en verkoopen der eigendommen van niet-Indonesiërs. Zoolang de Engelschen het gezag in handen hadden, ging dat vrij gemakkelijk. Er was toen trouwens nog geen „overeenkomst". Malakka deed goede zaken en Ned.-Indië werd eenige honderden millioenen „lichter". Nadat deze onbaatzuchtige bondgenooten op 30 Nov. zijn verdwenen, ' heeft de Indische Regeering een stokje gestoken voor dit fraaie bedrijf. Groote verontwaardiging niet alleen bij de helers (men denke aan de Martin Behrman-affaire), maar ook bij de stelers, de Republiek. Dr. Ganii de republikeinsche minister van econ. zaken, blies heel hoog van den toren, maar daarmede kon hij toch niet duidelijk maken, dat hij een goed 'begrip had van het mijn en dijn. Integendeel.
Dadelijk na de onderteekening heeft echter Sjahrir zijn meening ten beste gegeven over wat hij noemt de blokkade door de Nederlanders. Hij meent, dat, nu de Republiek de facto erkend is, zij ook vrij moet zijn in het laden van buitenlandsche schepen. 'Hij heeft van de Nederlanders nog geen aanvaardbare reden vernomen, waarom amerikaansche vrachtschepen als de Martin Behrman en de Flying Cloud niet geladen mochten worden. Het komt ons voor, dat die reden ligfln punt 14 van de „overeenkomst" en dat het aanvaarden van iets, dat overeengekomen is, door de revolutionaire fëiders van de Republiek nog nimmer gepresteerd is.
Nog ernstiger is het geval met de buitenlandsche vertegenwoordiging.
Art. 15 van het onderteekende stuk opeht de mogelijkheid voor de Ver. St. van Indonesië, een eigen vertegenwoordiging in het buitenland te hfebben. Die mogelijkheid zal uiteraard eerst werkelijkheid worden, wanneer de staatkundige structv*ur van de Federatie zal zijn tot stand gekom, en. Van die Federatie zal de Republiek deel uit maken. Buitenlandsche gezanten van de Republiek zullen er ook in de toekomst niet zijn, wel van de Federatie.
De over dit punt gevoerde correspondentie tusschen de Commissie-Generaal en de Indonesische delegatie liet ditmaal aan duidelijkheid niets te wensohen over. Het is bekend, dat de republikeinsche leiders steeds hebben verklaard niets te willen weten van de nederlandsche interpretatie der overeenkomst, zooals de Regeering die aan de kamers heeft voorgelegd; zij achten zich alleen gebonden aan de notulen en de gevoerde correspondentie.
Het blijkt ook 'hier weer - en het was te voorzien - dat de Republiek zich noch aan het een, noch aan het ander stoort. Zij tracht, geheel op eigen initiatief, gezanten uit te wisselen met andere staten. Dat haar dit niet lukt, wijl vreemde mogendheden hierin niet buiten Nederland om kunnen handelen, doet aan toet feit zelf niets af. De republikeinsche onderhandelaars in den vreemde pogen de Repuisliek aanzien en vertrouwen te verschaffen door 'de Nederlanders te smaden en te belasteren.
Dit alles ligt geheel in de lijn van het politiek beleid van Soekarno, Hatta en Sjahrir. Zij beoogden van meet af hun dictatuur te vestigen over geheel Ned.-Indië. De nederlandsche Regeering. - dat was nog in den tijd van Minister Logèmann - was het daar niet mee eens. Zij wilde niet verder gaan dan Java, maar, na eenig onderhandelen, werd ook Sumatra ui^eleverd. De republikeinsche leiders hebben echter het doel nimmer uit het oog verloren. Vandaar hun verbolgenheid over MaUno, hun verontwaardiging over Den Pasar en hun voldoening, dat de conferentie te Pohtianak, waar de staat Borneo vorm moet krijgen, nog' steeds niet bijeengekomen is.
In dat eigenmachtig optreden met betrekking tot de buitenlandsche vertegenwoordiging treedt het oorsprqnkel'jke doel weer op den voorgrond: de „Soekarno-diotatuur Java" en de rest van Ned.-Indië een wingewest!
De heeren begrijpen heel goed, wat de Nederlanders willen: tei'ugdringen van de Republiek tot den status van lid der Federatie. Dat nooit! zeggen de Soekarnoïeten en zij trachten de Nederlanders voor een zooveelste Voldongen feit te plaatsen. Zij pogen zich van de medewerking van het buitenland te verzekeren, door dit belanghebbend te maken. „Handelsrelaties" worden aangeknoopt en de eigendommen van , , niet-Indonesiërs" zijn lokspijs voor moderne kaperfirma's in het buitenland. Het is nist ondenkbaar, dat het buitenland straks weer de noodige welwillende adviezen zal gereed hebben voor de nedenlandsche Regeering.
Het uiteindelijke doel van Soekarno c.s. zal steeds weer de oorzaak zijn, dat alle onderhandelingen vast loopen en Nederland telkens voor de keuze komt: geweld of toegeven. Maar zelfs, al zou Nederland zoover gaan, dat het de - Republiek los liet, d.w.z. den misdaad beging de bevolking van Java en Sumatra prijs te geven aan oostersch despotisme, dan nog was er niet meer dan een kortstondige wapenstilstand bereikt. Nederland zou weldra de overige gebieden hebben te verdedigen tegen agressie van de op Java en Sumatra gevestigde dictatuur. <
Neen, de 17 artikelen van Linggadjati lossen geen moeilijkheden op. Er is slechts een dilemma: de Republiek lost, met hulp van de Partij van den Arbeid en de Communisten, het Koninkrijk op, óf het Koninkrijk zal, zonder de Partij van den Arbeid en de Communisten, de Soekamo-Republiek hebben op te lossen.
Dit laatste is, tegenover het gerechtvaardigd streven naar zelfstandigiheid van de volken van den archipel en in het licht der historie, de roeping, waaraan de nederlandsche natie zich niet straffeloos zal kun nen onttrekken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 april 1947
De Reformatie | 8 Pagina's