GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

wat leeft er in de zendingskringen der synodocraten? IV.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

wat leeft er in de zendingskringen der synodocraten? IV.

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie onze voorgaande artikelen met instemming mocht gelezen hebben zal het met ons erover eens zijn, dat het Rapport de eigenlijke kwesties verdoezelt. Het slaagt daarin overigens maar zoo-zoo. Let eens op het volgende:

1) eerst wordt toegegeven: bij de besprekingen op Java is weer d u i d e 1 ij k gebleken, dat de synodocratische kerken in den gang van het zendingswerk op Java NIET voor moeilijkheden staan, die ALLEEN als gevolg van den oorlog, van den invloed der Japansche propaganda of der politieke spanningen ('t modewoord, camouflage voor: revolutie) zijn te beschouwen. Deze bizondere omstandigheden hebben overigens ongetwijfeld invloed gehad en het tempo ten zeerste bespoedigd.

2) maar dan wordt getroost: wij worden voor geen enkel probleem gesteld, waarvoor wij niet eveneens(!) zouden zijn komen te staan bij een normale ontwikkeling van de Javaansche kerken.

Hier staan we even vol eerbied te peinzen. Camouflage of niet? Schuchter wagen we een vergelijking:

Een zoon van 16 jaar loopt het huis uit. Vader had gezegd: als je meerderjarig bent en een gezin kunt onderhouden, mag je een vrouw, een zuster zijnde, met mijn toestemming trouwen en in mijn firma worden opgenomen als compagnon, als directeur of iets dergelijks. De 16-JEirige loopt - terwijl vader bmtenslands is - er van door, neemt een vrouw en doet haar naar de wijze der mannen, belegt vergaderingen met verklaarde tegenstanders van vaders firma, neemt met hen beslissingen, die ook de firma plaatsen voor menig voldongen feit, en laat zich intusschen opwarmen door de vijanden van vader, die dezen eigenlijk nooit meer willen zien in zijn eigen zaak. Intusschen krijgt hij kinderen en wordt zelfstandig zakenman, ook vaders eigen goed beheerende en in beslag nemende zonder zich aan de bestaande orde en de gegeven opdrachten e^ beloften te storen.

Vader komt na eenigen tijd uit het buitenland terug, ziek, geslagen, geplunderd. Hij hoort 't verhaal, gaat naar zoon op bezoek (wie spraik van „citeeren"? ) en krijgt al dadelijk den wind van voren: wil hij soms onderhandelen(!)? Kan gebeuren, maar de nieuwe zakenvrienden móeten erbij zijn, en vrouwlief ook. Vader gaat op de eischen in door een repraesentant, die met de heeren „in groot verband" onderhandelt.

Laatstgenoemde schrijft nu vader en moeder 'n brief. Korte inhoud: U staat met zoonlief voor moeilijkheden : hij weigert n.l. zijn eenmaal „verkregen" zelfstandigheid prijs te geven; uw afwezigheid, zijn eigen vertoef onder uw vijanden, zijn eigenmachtige annexatie van een vrouw, de revolutionaire spanningen, de hetze van uw vijanden hebben in dit alles de hand, en hebben het tempo van zijn zelfstandig staan ongetwijfeld ten zeerste bespoedigd; maar — U wordt voor geen enkel probleem gesteld, waarvoor U niet geplaatst zoudt zijn, indien hij al 21 jaar geworden zou zijn en in staat een gezin te onderh ou d e n en braaf opgepast zou hebben en zich als goed zoon van de vreemden en vijanden ver gehouden zou hebben. Ik adviseer U dus: gaat met hem een aecoord van samenwerking aan.

Ik denk, dat papa zou knarsetanden. Hij zou z'n adviseur van nabij en z'n zoon van uit de verte toebijten: kwajongens, wil je wel eens gauw op 't matje komen, net als m'n andere jongens: Benno en Evert van Amersfoort, en Herman van Bergschenhoek en wil je wel eens gauw antwoorden met ja of neen binnen 14 dagen net als die andere stouterd van mij: Klaas van Kampen? En hij zou zijn adviseur toebijten: schaam jij je niet, gróóte kerel? Heb ik geen andere kwesties dan een papa, wiens zoon niet is weggeloopen en w é 1 heeft opgepast en 21 geworden is ? Heb ik soms de kwestie niet van mijn GEZAG? GEZAG? Heb jij, groote kerel, dan niets geleerd van 1944? Toen Benno, Evert, Herman, Klaas, mijn GEZAG betwistten? Schei toch uit: als nu al die stoute jongens eens kwamen vertellen: papa, U staat met ons voor geen andere kwestie, dan die U toch. zoudt onder de oogen moeten hebben zien, als wij niet hardhandig uit den familieraad gezet waren maar met heel de familie hardop hadden kunnen dóór-praten tegen oom Herihan Huber en oom Doede?

Maar vader deed anders. Hij klopte den adviseur eens op de schouders en zei: dank je wel. Hij bereidde dien jongen eenen maaltijd, liet hem zelfs de andere jongens (niet van F. Q. I., doch van „F. Q. I.") in de aula instrueeren, aanvaardde in groote trekken den status quo, liet Benno en Evert en Herman en Klaas in den kelder zitten, repte geen woord over het thema, dat vroeger nog al eens in bespreking was genomen (hebt u gezondigd tegen den hemel en tegen mij, ja of neen? ), besloot over de manier van samenwerking nog eens te gaan praten en toen zongen ze samen: U alleen, U loven wij. In den kelder, waar Benno, Evert, Herman, Kaas en vele andere stout verklaarden bijeen zaten, zaten ze te wachten op het vervolg:

Als ik 't ambt ontvangen zal wil ik volgens eed en plicht ALTOOS recht doen in 't gerichtl; LAND en VOLK was in VERVAL, , maar zijn pijlers stelde ik vast tegen hierarchenlast.

Dat vervolg kwam riietl Men was al lang tevreden. De knaap wordt binnenkort 17, maar wordt gerekend 21 te zijn. Tot het tegendeel blijkt? Niet vragen: feiten nemen geen keer en je moet ze alleen toetsen tegen Benno c.s., die netjes hun Beurt hebben afgewacht, en die dus nog gestraft kónden worden.

't Is maar een vergelijking, en toch

Maar onze vergelijking is nog niet al haar punten op het spoor. Eén der punten is dit:

die zendingsdeputaten, die eerst hebben gerapporteerd wat hierboven onder 1) en 2) vermeld. is, merken pok nog dit op:

3) de moeilijkheid, waarmee wij te doen hebben bij het wederopvatten van het zendingswerk op Java mag stellig NIET OVERWEGEND (dus toch wel degel ij k óó k> : als een gevolg van de Japansche invasie, het overheerschend nationalisme en de troebelen na de instorting van het Japansche rijk worden gezien, wijl zij toch vóór alle dingen een natuurlijke en zeer gewenschte vrucht is van het zien-

dingswerk. ALLE zendingsvelden krijgen het probleem (van die zelf standigheidsverklaring), zij het dan dat het hier eert eigen aspect vertoont.

Natuurlijk is dat dezelfde nonsens, als wanneer die adviseur zou schrijven aan dien papa van zooeven:

Kijk eens, papa, een vrucht, die aan een goeden boom zou gerijpt zijn, kunt u soms van een kwaden plukken, want van den goeden boom zouden toch ook vruchten in den herfst komen; wanneer een vrucht van een kwaden boom gehaald is, KEN haar dan niet uit dien kwaden boom, noch den boom uit haar, want u zoudt toch van den goeden boom hebben moeten plukken. Dus: u kórat in dit concrete geval t o c h te staan voor het meerderjarigheid s probleem, en voor dat van een trouwvergunning; en al vertoont dit probleem bij den weggeloopen knaap, hm, hm, hm, een e i g e n aspect, uw „moeilijkheid" is toch niet overwegend een gevolg van zijn wegloopen en zijn verbintenis met wat nog niet eens uw schoondochter heeten mag; de moeilijkheid is vóór alles vrucht van uw opvoedingswerk. Zeer gewënscfate vrucht. U had al lang moeten zingen: U alleen, U loven wij.

Als papa zou willen interrumpeeren: maar ik wil toch eerst weten of hij meerderjarig is, en rijp voor 't huwelijk, en hij moet me eerst komen spreken in mijn eigen huis, en me niet voorschrijven, wie er bij zullen zijn als ik met hem ga handelen, of, hm, onderhandelen, dan zegt de adviseur: het tempo is zeer verhaast, in 1 jaar kan 'n flinke knaap wel 5 jaren comprimeeren, reken hem nu maar voor 21-jarig en loop maar gauw met uw schoondochter naar de kerk, om van dit huwelijk als organisme alsnog een huwelijk als instituut te maken.

De deputaten der synodocraten, deze lieden van hyper-art. 31, en dus van een revolutionair artikel 31, hebben niet bewezen, w a a r het op a a n had moeten komen, dat n.l. 't nieuwe zelfstandige jochie metterdaad 21 jaar was, en dat zijn vrouw hem paste, en het huwelijk zuiver gesloten, en de medefirmanten eerlijk, en zijn gedrag tegenover vader behoorlijk.

Ze redeneeren zóó: de zelfstandigheid van den knaap is gevolg van 'n revolutie ('slechte oorzaak), van leugen (slechte oorzaak), van verwarring (slechte oorzaak), maar alle papa's krijgen tóch te doen met bereikte meerderjarigheid en geestelijke rijpheid, düs zijn de moeilijkheden vóór alle, dingen een natuurlijke en zeer gewenschte vrucht van het voedingswerk (21 jaar, goede oorzaak) benevens van het opvoedingswerk (geestelijke rijpheid, goede oorzaak). Aan géén vrucht kent men een boom.

Duursema, Djiursema, wilt U nog eens nadenken over uw handteekening onder deze nonsens én onder de andere nonsens van uw sohorsingsbuUen ? Wat is ProbowinotO' meer dan candidaat Schilder? Die U deze vraag stelt, is (vult U maar in).

Tenslotte: in hun laatste inleidende woorden ontmoeten we. nog eens het reeds eerder besproken formuletje „in b r e e d e r v e r b a n d". De Javaansche kerken hebben verklaard er prijs op te stellen (blijkens wat eerder gezegd is, beteekent dat: hebben al vast besloten, in hun valsche hyperart. 31-rage), dat de vraag, OF dezelfde kerken weder zouden arbeiden in dezelfde ressorten, eerst in b r e e d e r v e r b a n d zou worden beschouwd. Dat beteekent dus (om in het beeld van hierboven te blijven): of papa nog zijn bureaustoel in zijn eigen kantoor zal mogen bezetten, dat zal van zoonlief en zijn nieuwe compagnons afhangen. Dte ministers (b.v. ds Duursema) adviseerden Rehabeam-Ridderbos éénmaal (in 1944) naar de wijze der jongeren: sla met schorpioenen, ; Jdoch adviseeren ditmaal — in 1948 — naar de wijze der ouderen: doe een oogje toe: zooveel mogelijk(!)de historisch gegroeide banden handhaven, want dat is een „b e 1 a n g". Die b e l a n g e n - politiek drijft blijkbaar in '44 zóó en in '48 züs.

En als U nog twijfelen mocht aan den zin van den tooverbal, in den mond der synode gestoken (de formule: „in breeder", hm, „verband"), wel, lees dan het opschrift der door deputaten voorgestelde conclusies :

DE CONCLUSIES van de samenspreking tusschen de delegatie van de herhen van Indonesië (liggende in het gebied van de Dewan Permoesja-Waratan Geredja) en van de kerken in Nederland (NED. HERVORMDE KERK en de Gereformeerde kerken in Nederland) betreffende de samenwerking op het gebied van de prediking van het Evangelie in Indonesië".

We hebben hier dus conclusieè van een bespreking van een bont gezelschap: een wirwar van „kerken" op Java (van allerlei confessie) en een wirwar van „kerken" in Nederland (Hervormde kerk, met barthiaansche professoren en ssoiodocraten met 'n naar Oslo en zoo turend zendingscentrum, die slang aan den boezem der hiërarchie).

Het wordt tijd, dat we een eind maken aan de toch al sinistere beeldspraak van dooden, die zich in hun graf omkeeren. Het op andere zij gaan liggen is existentieel op het westersche Procrustesbed, nog meer dan op den oosterschen divan.

Hoe het zij, niet wij, doch deputaten zelf doen den ingewijden) kond, dat er een delegatie van kerken geweest is van allerlei slag, onder welke ook de' Herv.

Kerk en de synodocratische.

Of deze laatste dat zelf wisten?

Ik geloof er niets van.

Maar ze krijgen him loon thuis. Het is niet de eerste keer, dat 'n paar lieden zeggen: wij zijn een delegatie van kerken.

En of die gedelegeerden werkelijk naar DIE vergadering gedelegeerd zijn? Men zou het denken (want 't lijkt anders zoo brutaal). Maar intusschen BLIJKT: het is NIET zoo (want de heeren vertellen zelf, dat ze pas op Java zelf te hooren kregen, dat dé Javanen alleen in dit „grootere verband" verkozen te „onderhandelen").

Ik dacht altijd, dat delegeeren was: delegeeren naar een bepaald adres.

Nu blijkt, dat de synodocraten zijn gedelegeerd met onbekend adres.

Ik noem hen dus eigenlijk niet gedelegeerden. Maar ik zit dan ook in den kelder der stoute kinderen. Vader is aan''t dineeren gegsian met zijn éénen zoon, die verloren was en nog nooit teruggekomen is, en nu wil hebben, dat we zullen zeggen, dat hij nooit weggegaan en dus nooit gevonden maar alleen zelfstandig bevonden is.

Ja, bevinding is een raar ding — bij rare rechtspraxis. Er is 'n bevinding van Benno — Evert — Herman — Klaas enzoovoQrt enzoovoort, en er is 'n andere bevinding van Probowinoto.

Maar Ridderbos is al weer moreel verslagen, — door hem zelf. Hij heeft in '44 de mug uitgezift (wat • niet geoorloofd was), en in '48 den javaanschen kernel doorgezwolgen. En de stemmen waren wéér: alge­ meen. Het front der zwakken.

K. S.

confessie en ORQAnisAtie, (slot).

We geven thans het slot van drs v. Dijk's artikel (en voegen weer hoofdletters in, die verwijzen naar onze tegen-opmerkingen):

Daarom versta Ik Mamix wèl, als hij toomt tegen hen die met schoone woorden over de pluriformiteit van ons belijden over hun concrete schuld aan de gescheurdheid der kerk trachten heen te praten, tegen hen die van hun In de kerk persoonlijk aanvaarde en beleden belijdenis buiten de kerk zich om allerlei oorzaak willen losmaken. Maar Ik versta het niet als men de belijdenis wil beperken tot de kerkelijke belijdenisgeschriften (A) en dan zegt dat deze belijdenis het leven moet dragen. Gods Woord moet ons leven dragen en voeden (B). Dan zal ons leven belijdenisvruchten voortbrengen In en bulten de kerk. Zoo zag, meen ik, ook A. Zijlstra het, toen hij op 2en Paaschdag 1937 In de thans weggebombardeerde Noorderkerk te Maassluis in zijn referaat over Dr A. Kuyper en de souverelnlteit in eigen kring ons als jongeren op het hart bond, dat „Dr Kuyper's leer van de souvereinitelt In eigen kring niet is een wijsgeerig systeem, maar een geloofswaarheid in den strijd des geloofs voor heel het leven in steeds grooter helderheid gegrepen en geleerd", en dat „wij zoo ook deze waarheid moeten belijden en beleven" (C). ^

Het is dan ook niet op grond van een wijsgeerige theorie of van een bepaalde hanteering daarvan, zooals Ds Schilder meent te moeten aannemen, doch in overeenstemming met deze door A. Zijlstra en velen met hem beleden geloofswaarheid, dat onder ons het hanteeren van een accoord van kerkelijke gemeenschap als noodzakelijk criterium voor het samen werken in een Christelijke organisatie wordt afgewezen (-D).

Wie de zaleen zoo ziet, vindt ook na het kerkelijk conflict geen directe aanleiding om zich uit allerlei Christelijke organisatie terug te trekken (E). Hij werkt voort, zoolang hij kan, bouwend op het eenlg fundament van Gods Woord (P), naar de mate van zijn krachten (G) op de plaats waar hij staat (H). Hoe moeilijk het ook valt om na wat in de kerk is geschied met bepaalde personen in één verband te werken, zooals hij in kerkelijke vergaderingen alleen kerkelijke zaken wil behandelen, zoo forceert hij ook niet in vereenigings-of partijverband conflicten over zaken' die daar niet aan de orde zijn (I). Maar 't is zijn vurige bede, dat de HEERB, Die in Zijn kerk reformatie, terugkeer tot Zijn Woord gaf, degenen die Hij daartoe verwaardigde, nu ook zoo begiftige met wijsheid en inzicht t.a.v. hun roeping in dezen tijd, dat zij op de plaats waar Hij ze stelde tot een hoofd en niet tot een staart en zoo het leven tot een zegen worden (J).

C. VAN DIJK.

Tot zoover drs C. v. Dijk. Hier onze tegen-opmerkingen:

A. Dts V. Dijk ken ik als eerlijk man, die er niet van houdt, met woorden te goochelen. Maar daaroni versta ik zijn bedoeling des te minder. Kent hij bepaalde „belijdenisgeschriften", die niet „kerkelijk" zijn? Vergeet niet, dat „kerkelijke" belijdenisgeschriften van de kerk zijn, en dat tot de kerk ook behooren: juristen, geologen, bankiers, medici, technici, natuurkundigen, zoölogen. Die zeggen allemaal: dat geloof ik met het hart en belijd ik met den mond, en ze zeggen dat ieder met zijn eigen kop-vol-zorgen.

B. Dde • tegenstelling lijkt me meer suggestief dan zinvol. Als iemand bezweert, dat de inhoud van Gods Woord is vervat in het belijdenisgeschrift, dan bedoelt hij toch: als die belijdenis (inhoud) mijn leven draagt, dan draagt de S c h r i f t (inhoud) mijn leven? Wij vergeten hier niet, dat het recht van revisie der belijdenis altijd overblijft, 'wijl ze aan de Schrift appellabel is. Maar die regel geeft toch geen verlof tot een generaal-disputabel-stellen of tot een partieel buiten-werking-stellen der confessie? Zoo­ lang men niet t e r u g n e e m t of althans o p-s c h o r t de verzekering: „w ij g e 1 o o v e n met het h a r t e n b e l i j d e n m e t d e n m o n d", zoolang djent men aan te nemen, dat de sprekers meenen wat ze zeggen.

C. Zie over deze passage ds H. J. Schilder in ons vorig nummer (bl. 183, kolom 3). Ik geloof, dat ik ook zelf in 1937 zoo zou hebben kunnen spreken in Maassluis, en toch evengoed vandaag zou mogen vragen, aangehoord te worden in mijn bedenkingen tegen wat tegenwoordig van Kuyper's spreuk („souvereinitelt in eigen kring") gemaakt wordt, en tegen de détails van Kuyper's eigen rede over dit onderwerp.

D. Zoodra de heer Van Dijk mij zou kunnen aantoonen, dat de i n h o u d der confessie niet rechtstreeks te maken heeft met wijsgeerige •vragen, zal ik gaan prakkiseeren over de vraag, of de Vereeniging voor Calvinistische Wijsbegeerte soms ter zake van doelstelling en grondslag op één lijn komt te staan met een kruideniersvereeniging, een Oranje comité, een inkoopersorganisatie. Maar ik zal dat niet éérder doen. Want voorloopig blijf ik bij mijn meening, dat de confessie in e 1 k artikel rechtstreeks filosofische vraagstukken raakt en dienaangaande beslist. Zij zelf rekent trouwens herhaaldelijk af met filosofen: stoïcijnen, epicuristen, manicheeërs, socinianen, wederdoopers, jezuïeten. Zijn deze heeren soms niet filosofisch geïnteresseerd?

E. Behalve, als de zaken van het kerkelijk conflict (bejegeningsnorm, ik hoor Dooyeweerd er al over, promissie en poUicitatie, foederaal verband, gelding(!), teeken, openbaring, regeering der Kerk, en haar structuur) rechtstreeks de calvinistische filosofie aangaan. En ook: behalve, wanneer de goede trouw geschonden wordt, en zij die m o e s t e n v ó ó r g a a n in de trouwbetooning achteraan komen, en straks wegloopen. Ik herhaal: niet wij trokken ons terug, maar al die niet 'vrijgemaakte dominees van de V. C. W. trokken zich terug van de menschen die hun strijd gestreden hadden. Ik dacht, dat defilosofenclub leidi'ng moest en zou durven geven aan het volk, ook al zou rechts en links de bodem, waarop zij met hun voormalige zekerheden stonden, scheuren.

F. Ja ja, dat beteekent alleen iets reëels, en is alleen dan te onderscheiden van het leuzen-gedaas op een „meeting" of , , toogdag", indien , , bouwen op het Woord" voor de sprekers der confessie op het oogenblik van hun spreken zeggen wil: „bouwen overeenkomstig de belijdenis".

G. Dat is een gróót woord: n a a r de m a t e zijner k r a c h t e n . Heeft hij soms ook de „kracht", om op Maandagavond nog eens de longen met lucht te 'vullen en te zeggen wat hij ook sprak op Zondagavond: wij gelooven allenmet het hart en bel ij den met denmond? Als hij die kracht op Maandag mist, geloof ik niet, dat hij haar als kracht op Zondag had Heeft hij soms ook de kracht, om zijn kinderen thuis, en zijn medefilosofen in de V. C. W., BREEDER te onderwijzen dan in het doopsformuiier staat? Daar moet hij dan de kracht hebben (want hij heeft^) „ja" gezegd) het Praead-vies („breeder" onderwijs) bij te vallen van harte dan wel af te vallen, óók van harte Want daar begint de vraag naar het breeder onderwijs dan het doopsformuiier geeft.

„Naar de mate zijner krachten" —

pas op voor toogdagen-stijl-routine.

H. In de V. C. W. staat men op de plaats der leiders van een volk, der voorgangers.

I. Juist dat is de kwestie: hierboven betoogden we, en we verwezen reeds naai-wat anderen zeiden, dat de zaken allemaalwèl aan de orde z ij n.

J. Zie mijn rede, lang geleden, over „Kop en Staart" en ge weet, dat ik dit doen, alsof de zaken van 1944 niet aan de orde zijn in de V(ereeniging voor) C(alvinistische) W(ijsbegeerte) een verandering van „koppen" in „staarten" acht, ^n zulks binnen de vereeniging zelf. Het is gemakkelijker gezegd dan bewezen, dat het p ij n 1 ij k e gespreksthema niet aan de orde is. Maar als de leden der V. C. W. hadden gedaan wat ze theoretisch hebben beleden, dan zou de kerkelijke leugenachtigheid en misdaad grootendeels gestuit zijn. Het was niet best, toen ook andere V. U.-instanties meehielpen om bepaalde leden der V. C. W. te helpen uitstooten in den wijngaard van Utrecht, Rotterdam, V. U. zelf. Het bewees alleen maar, dat ze nü de zaak der V. C. W. onschadelijk achtten. Nu, - — d.w.z. nadat gebleken was, dat blaffen en bijten twee zijn.

De verleende steun was geen erkenning van positieve wetenschappelijke verdienste, doch van negatieve hulp in het maskeeren van de gruwelstukken van 1944. Het was de ergste beleediging, die men den heeren der V. C. W. kon aandoen nadat ze jaren lang met den nek waren aangekeken. Nog meer beleedigend, dan de aan ondergeteekende in '44 gedane aanbiedingen tusschen schorsing en afzetting.

K. S.


1) Minstens twee keer: den éénen keer bij het doopvont, den anderen keer bij de Intrede in de V.C.W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 maart 1948

De Reformatie | 12 Pagina's

wat leeft er in de zendingskringen der synodocraten? IV.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 maart 1948

De Reformatie | 12 Pagina's