GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen stuwakracht, geen waardorg.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen stuwakracht, geen waardorg.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verstarring is een verschijnsel, dat sedert de roemruchte dagen van Kuyper en Lohman als dreigend gevaar boven Calvinistisch Nederland hing. Vooral toen de schoolstrijd niet meer op het programma stond. In de Colijn-periode werd de aandacht afgeleid van het verkalkingsproces. De acties en reacties om den gaven gulden, het voor en tegen van de aanpassingspolitiek e.d. gaven heel wat beweeg en wierpen zelfs oogenschijnlijk rijke vrucht af in den vorm van zetelwinst in vertegenwoordigende lichamen. jDe invloed wies. Kerk en Universiteit waren in aanziéii. Met de anti-revolutionaire richting werd gerekend, de kleine luyden waren tamelijk groote luyden geworden.

Na den oorlog is er, verandering ingetreden. De wind is uit den verkeerden hoek gaan waaien en is nu

tegen. Een golf van socialisme teistert de wereld en in ons land leek het zelfs, dat een zondvloed van aangelengd socialisme „doorbraak" zou veroorzaken.

De anti-revolutionaire richting moest laten zien wat ze waard was. Een bolwerk? Vele rekenaars zullen dat met trots (immers toch nog 13 plus 10 zetels!) beweren. Inderdaad, een onbeweeglijk bolwerk, waar de stroom langs vloeit, al kan niet worden voorkomen, dat hier en daar wat steenen afbrokkelen.

De anti-revolutionaire richting verloochent echter haar wezen, indien zij in het stuwen verslapt. Welk een stuwende kracht ging er uit van die geestelijke voorvaderen uit den vrijheidsoorlog, dat handjevol mlannen, dat de kern van het verzet vormde! Welk een trouw aan het beleden Calvinistisch beginsel: eerder martelaar dan in verzet tegen Gods ordinantiën! Het Calvinisme was de ziel van den strijd tegen het oppermachtige Spanje en het kon dat zijn, omdat het zelf zijn wezen niet verloochende, omdat het zelf „ziel" had, omdat „geloof en godsvrucht samengingen" en het onverk o vt e Woord van God richtsnoer was voor heel het leven. Nederland werd het land 'der r e formatie. Als land van d e formatie gaat het onder. Verval van de Kerk en verval van den Staat, ze gaan hand aan hand. De historie van Nederland leert dat overduidelijk. De eUende begon altijd in de Kerk en met den Staat ging het dan snel bergafwaarts. Het huidig tijdsgewricht brengt ook in dit opzicht niets nieuws. Groen van Prinsterer heeft er terecht op gewezen, dat het Calvinisme oorsprong en waarborg is van onze constitütioneele vrijheden.

Hoe is het nu, in het jubileumjaar van den vrede van Munster, met die constitütioneele vrijheden gesteld?

De anti-revolutionaire richting is in de oppositie gedreven en we kunnen schier dagelijks in de „oppositie-pers" een reeks klachten lezen, hoe de constitutie brutaal ter zijde wordt geschoven. En geen wonder!

De hoogste gezagsdrager in Indië schijnt eens — op de conferentie te Pangkal Pinang — beweerd te hebben, dat de grondwet maar een boekje was. Ja, met onze constitütioneele rechten en vrijheden wordt wonderUjk omgesprongen. Den eenen keer ontdekken we, dat Vorrlnk de wet voorschrijft aan een harer Majesteits ministers en de andere maal zien we Van Mook eigenmachtig maatregelen treffen, welke het Koninkrijk doen wankelen. We hadden de illusie, dat Nederland een souvereine staat was mjet een volwaardig parlement, maar dan moeten we ervaren, dat in Londen en Washington door onze staatslieden stipulaties zijn gemaakt, waaraan het parlement niet te pas mag komen. We meenden, dat de interne aangelegenheden van ons Koninkrijk door onze Overheid, overeenkomstig onze constitutie, konden worden geregeld, mjaar dan zien we eensklaps, dat de Regeering, met belachelijke bereidwilligheid, dat recht goeddeels aan dén Veiligheidsraad in handen geeft en er «iet voor tenigdeinst, bij elke zich voordoende gelegenheid, verderen afstand van haar bevoegdheid te doen. We verkeerden in den waan, dat de souvereiniteit, ook over Indië, berustte bij de Nederlandsche kroon en onaantastbaar zou blijven, maar, ziedaar, in Indië wordt die kroon lustig weggegoocheld of opgepoetst, naar het uitkomt. We hebben altijd — op grond van onze wetten — de overtuiging gehad, dat moedwillige Vrijheidsberooving en moord, brandstichting en roof voorbeeldig gestraft werden, maar in Indië onderhandelt men met de aanhitsers en opstekers van menschonteerende gruwelen en noemt ze excellenties, hoewel men weet, dat ze — in ieder geval — nog duizenden nederlandsche onderdanen moedwillig van hun vrijheid berooven.

Artikel 75 van de grondwet luidt: „De Koning brengt ter overweging bij den Raad van State alle voorstellen, door Hem aan de Staten-Generaal te doen of door deze aan Hem gedaan, alsmede alle algemeene maatregelen van bestuur van het Rijk en van Nederlandsch-Indië, Suriname en Curasao". In een missive, d.d. 17 Febr. 1948, aldus „Elsevier's weekblad", heeft de Raad van State zich ongevraagd gewend tot H. M. de Koningin, omdat dit College de verantwoordelijkheid voor nog langer zwijgen niet wilde dragen. Dit hoogste college in den lande wordt ieder oogenblik voor onherroepelijke wijzigingen in onze staatkundige structuur geplaatst, zoodat er weinig anders overblijft dan sanctioneeren van die wijzigingen. Van overwegen dus geen sprake. De zinsnede uit het formulier van afkondiging der wetten (art. .72 grondwet): „Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord", wordt een paskwil, ja, een bedriegelijke schijn. Tegen schending van de grondwet moest de Raad van State waarschuwend optreden.

Hoe droevig toch is het gesteld met onze constitütioneele rechten én vrijheden!

Het gaat slecht in den Staat!

Alles zou minder catastrophaal zijn, als de antirevolutionaire richting, getrouw aan haar beginselen, een profetisch woord sprak. Als het volle, rijke Woord van God weer beleden en beleefd werd als weleer, niet in gelegenheidsformules, waarmede men „broeders" de Kerk uitwerpt, niet volgens een gemeene gratieen een souvereiniteit in eigen kring-theorie, welke als kapstok fungèeren voor veel onheiligs, miaar in de klare taal des geloofs.

De wind mocht dan tegen zijn, maar aan de toekomst van ons volk viel niet te wanhopen.

De stuwkracht zou niet falen.

Want de belofte van het geloof, dat bergen verzet, faalt niet!

Maar helaas, die dynamiek komt sporadisch tot uiting.

In den regel wordt vastgeklampt aan de restanten van het oude liberalisme, welke nog niet vergruizeld werden onder de mokerslagen van Groen, Kuyper en Lohman. In den regel een zelfvoldaan rusten op de lauweren van Kuyper en Colijn. Abusievelijk wordt dan een caricatuur van Kuyper omkranst en 't beeld van den groeten, nochtans feilbaren, meester gaat slechts leven voor den enkeling, die zich weet te ontworstelen aan de gangbare voorstelling van zaken, gelijk die gedurende eenige decennia door prominente figuren van anti-revolutionaire richting wordt voor­ gedragen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 april 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Geen stuwakracht, geen waardorg.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 april 1948

De Reformatie | 8 Pagina's