Een onware beschuldiging ingetrokken.
In het najaar van 1947 werd door leden van de' (vrijgemaakte) kerken op Oost-Soemba een Vereeniging voor Christelijk Lager Onderwijs opgericht. Van deze oprichting werd bericht gezonden aan den kerkeraad van de zendende Kerk te Zwolle, waarbij aan dezen kerkeraad hulp gevraagd werd o.a. voor het benoemen van leerkrachten en voor het verkrijgen van de noodige leermiddelen. Eenigen tijd later bleek dat ook'aan br. v. Sorgen in Gouda, die geregeld corresxwndeert met enkele broeders op Oost-Soemba, geschreven was over de oprichting van die schoolvereeniging. Ook in laatstgenoemden brief werd om hulp verzocht. In overleg met de Generale Zendingsdeputaten is toen door de broeders in Gouda het initiatief genomen een vereeniging op te richten om' de Schoolhulp op Soemba te organiseeren. Reeds werd een hoeveelheid leermiddelen naar Soemba verzonden, terwijl in een circulaire aan alle kerken gevraagd werd dé gemeenteleden op te wekken huil medewerking te geven aan de in Gouda opgerichte vereeniging.
Uit een bericht in de Goudsche Kerkbode over deze zaak bleek mij, dat als motief voor de oprichting van de schoolvereeniging op Oost-Soemba in den brief aan br. Van Sorgen een andere reden genoemd werd dan in den brief aan den Zwolschen kerkeraad. Aan Zwolle was geschreven dat de broeders op Oost-Soemba vreesden dat hun kinderen op de onder synodocratische leiding staande scholen nadeeüg beïnvloed zouden worden. Aan br. Van Sorgen werd geschreven, dat aan kinderen van vrijgemaakte ouders door synodocraten reeds toelating tot de school was geweigerd. Hierover heb ik aan den secretaris van de Schoolvereeniging op Oost-Soemba opheldering gevraagd.
In antwoord op die vraag ontving ik dezer dagen bericht van genoemden secretaris, waarin deze meedeelt, dat bij nader onierzoek gebleken is, dat van niet toelaten van kinderen van vrijgemaakte ouders geen sprake geweest is. Hij betuigt zijn berouw en leedwezen over de onware beschuldiging en meldt, dat hij zulks ook zal schrijven aan ds Van Berge, den synodocratisehen missionair predikant op Melolo.
Het is jammer, dat de onjuiste beschuldiging gepubliceerd is en dat zij ook nog voorkomt in het zoojuist verschenen Zendingsblad van onze kerken. Omdat er minstens twee maanden verloopen voor een nieuw Zendingsblad verschijnt, wordt hier thans deze rechtzetting gegeven. Dat het zoolang geduurd heeft voor dte beschuldiging teruggenomen kon worden, Adndt mede zijn oorzaak in de groote vertraging die de correspondentie met Oost-Soemba de laatste maanden ondervindt. Zoo lag er bij een brief, uit Oost-Soemba aan den kerkeraad te Zwolle gezonden, tusschen den datum waarop hij geschreven was en dien waarop de brief op het postkantoor op Soemba was afgestempeld een termijn van 52 dagen. In Gouda heeft men dezelfde ervaring met ettelijke brieven gehad.
Het bovenstaande mag geen reden zijn om de steimverleening aan de schoolvereeniging op Soemba stop te zetten of te verhinderen. Het hebben van eigen scholen is en blijft voor de Kerken op Oost-Soemba een levensbelang. Laat ons daarom voortgaan ons gebed en onze gaven te schenken, opdat onze broeders en zusters op Oost-Soemba in staat gesteld worden de door hen bij den doop hunner kinderen afgelegde belofte getrouw te volbrengen overeenkomstig den eisch van Gods Woord.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 mei 1948
De Reformatie | 12 Pagina's