GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater. neven

Willen wij de teekenen van onzen tijd verstaan, dan moeten wij de historie kennen. Niet een wijsbegeerte der historie, waarin zfl ten behoeve van het ongeloof op de eene of andere wijze verwrongen wordt, maar de geschiedenis met haar werkelijke feiten zelve, en die kunnen wij alleen verstaan, als wij weten, wie de mensch is, zooals hij werd door den zondeval, want de tijden mogen veranderen en de eene eeuw in veel verschillen van de andere, de mensch, die, naar Gods raad, de historie maakt, blijft dezelfde. En daarom is de geschiedenis der menschheid alleen te verstaan, als wij haar plaatsen in het volle licht der Schrift.

Daarom ben ik zoo blij, dat prof. Holwerda thans in onze „Reformatie" zijn studie geeft over „De Kerk in het eindgericht" en op het gebeuren in onzen tijd het licht doet vallen van het boek der Openbaring van Johannes.

Als in de Openbaring gesproken wordt van het beest, uit de zee opkomend, wordt steeds gedoeld op de wereldmacht, het wereldrijk. In hoofdstuk 13 wordt gezegd, dat een der hoofden tot. den dood toe wordt gewond, maar tot groote verwondering der aarde geneest die wond.

Het Romelnsche wereldrijk is ten-ondergegaan en daar komen dan een groot aantal zelfstandige staten. Maar wij zien het thans voor ons: na de verschillende mislukkingen om zulke wereldmacht, steeds na geweldige revoluties, weer op te richten, drijft nu alles in het leven naar het wereldrijk van den antichrist. Het laatste. .

Het is nu merkwaardig, dat al langzamerhand al de trekken van het heidensche wereldrijk terug keeren. Het is wel reeds een kwart eeuw geleden^ dat Chesterton er op wees, hoe het stadion ter wille van de sport de heidensche arena van het wereldrijk weer vertegenwoordigt. Van die arena zijn de ruïnes nog aanwezig. Het moderne stadion lijkt er precies op. En de verafgoding van de lichaamskracht is er ook ten volle weer.

Om brood en spelen roept weer de massa en het wereldrijk wil daaraan voldoen.

Voor het theater van het oude wereldrijk is er thans de bioscoop met haar geweldige verleiding, evenals toen, ook voor de jeugd der kerk.

De Revolutie van 1789 eindigde in de poging van Napoleon om het wereldrijk weer op te richten.

De revoluties in onze eeuw loopen op geüjke pogingen uit en thans zijn er slechts twee wereldmachten meer, die dreigend tegenover elkander staan.

De man, die het wereldrijk beheerscht, liet zich in den ouden dag als een god aanbidden. Hij eischt of hem wordt opgedrongen goddeüjke eer.

Precies hetzelfde lezen wij van Napoleon, die zei: den keizer te eeren is God te dienen.

Ook Hitler werd goddelijke eer toegebracht.

En in zeer sterke mate is dit, naar ons bericht wordt, het geval met den Russischen dictator Stalin.

Men ziet het ook in de vereering, die den revolutionairen machthebber na zijn dood wordt toegebracht.

Met het lijk van een Dimitrof doet men hetzelfde als met dat van Lenin. Het wordt gebalsemd, geplaatst in een geweldig mausoleum, en jaarüjks trekken de scharen er langs heen met afgodisch vertoon.

Ook Rome's eerste keizer Augustus, die als een god werd vereerd en als verlosser geprezen, kreeg zulk een prachtig eeregraf. Men zegt, dat er thans een bioscoop bpven op is geplaatst.

Het gaat in het politieke leven in .het revolutionaire rijk, dat wereldrijk wil worden, ook weer net als in het paganistisch imperium.

Dicht bij den troon van den tyran was geen mensch zijn leven zeker. Een net van iiitrige omringde den wereldtroon en er was een gedurige strijd tusschen de' begeerigen naar den glans der wereldmacht.

Daarom kan gezegd, dat de revolutie haar eigen kinderen vershndt.

Wij hoorden nu weer van het proces van een Bulgaarschen minister, eens hoog verheven, nu opgehangen. Processen, die als twee druppelen waters gelijken op die, waarin Stalin zijn mededingers om hals bracht.

In de Fransche revolutie was het niet anders.

Saint Beuve geeft er van een treffende teekening in het lot dat den journalist dier revolutie, Camille Desmoulin, trof.

Deze werd door Robespierre naar de guillotine gesleept, omdat liij in zijn „Vieux Cordeüer" op eenige matiging in de terreur had aangedrongen.

Desmoulin stierf op het schavot den vijfden April 1794.

Zijn jonge vrouw, dus Saint Beuve, volgde hem acht dagen daarna, ook omgebracht.

Camille huwde 29 December 1790 met deze jonge Lucilla, die hij liefhad. Van de zestig personen, deputes, joumaüsten, die het huwelijkscontract onderteekenden, waren er, toen Camille zijn „Vieux Cordelier" schreef, slechts twee vrienden meer over: Danton en Robespierre. Drie jaar later dus.

Zij waren gevlucht om hun leven te redden, of omgebracht op de guillotine.

Er waren bij het huwelijk vijf getuigen: Petion, Brissot, Sillery, Mercier en Robespierre.

Deze vijf getuigen zaten des avonds met het jonge paar aan een intiem diner.

Van die vijf bruiloftsgasten ontkwam er maar één, Mercier, den gewelddadigen dood. De bruidegom en de bruid werden onthoofd. Even later volgde de vijfde: Robespierre.

Saint Beuve besluit zijn verhaal met deze woorden: de hyena was de schaapskooi binnengedrongen en had, naar het instinct van zijn natuur, allen gesmoord.

Het beeld is niet geheel passend. Beter ware het als hij had geschreven: de wolven hadden elkander verscheurd.

Als men zich nu de namen in herinnering terugroept van de mannen der revolutie in Rusland in 1917, dan bhjkt ons, dat er slechts één meer van over is: nl. Stalin.

En zoo gaat het steeds door achter het ijzeren gordijn.

Wat de mannen der naar het wereldrijk strevende revolutie vooral in gedurigen angst moet zetten — en die angst leidt tot de gruweüjkste wreedheid —• is inzonderheid de z.g.n. zuivering, die telkens weer plaats heeft.

Montesquieu heeft zeker geen gelijk, als lüj zegt, dat van den drieërlei staatsvorm, dien hij dan noemt, de kracht • der democratie is de deugd en van de monarchie de eer. Maar wel, als hij zegt: en van de tyrannie de vrees.

De heerscher ia het wereldrijk kan zonder die geweldige vrees, die hij wekt, niet leven-Vandaar dan ook dat vertoon van slavernij en wilde vereermg, die men hem om strijd toebrengt. Allen beven bij het fronsen van zijn voorhoofd.

En om deze vrees gaande te houden heeft hij de telkens terugkeerende zuivering noodig.

Maar zoo ging iiet precies in het oude wereldrijk, in Rome.

Daarvan vertelt ons Fustel de Coulanges in zijn bekende werk: „La cité antique".

De religie van het wereldrijk is inzonderheid de aanbidding van den staat en in dien staat van den heerscher.

Het nationaal socialisme nam al de trekken van een religie aan. Ook bet communisme wil een religie zijn.

Wie in het rijk der revolutie eenige veiligheid wil kennen moet den staat met zijn tyran aanbidden.

Zoo was het ook in hét Romeinsche wereldrijk.

En zoo vertelt nu Fustel de Coulanges van een van de meest belangrijke ceremonies in het wereldrijk: de lustration, de zuivering.

Om de vier jaar had deze zuivering in het Romeinsche rijk plaats. De eischen, die de staatsreligie stelde, viraren zeer vele en het was zeer denkbaar, dat men zich in het een of ander vergiste of voorbijpraatte. Het is ook daarom, dat in den communistischen staat elke burger moet weten een spion naast zich te hebben, die het minste, wat slechts eenigen schijn van mindere trouw aan den despoot kan geven, zijn dienaren overbrieft.

Deze zuivering nu was, zegt Fustel de Coulanges, een bron van terreur voor de burgers van het wereldrijk.

Op gezetten tijd moesten zij zich allen buiten de stadsmuren begeven en, nadat allerlei offers waren gebracht, werd het onderzoek naar aller deugd ingesteld.

Dit ging zeer nauwkeurig en de burger, die niet meer voor vol en betrouwbaar werd geacht werd in eigen persoon en in zijn gezin zwaar gestraft. Hij werd gedood of verbannen en al wat hij had was voor den staat.

Welk een macht had nu de censor.

Hij begon met de burgers in geregelde orde op te stellen. Eerst de senatoren, dan de voomam.e lieden, verder het volk. Hij was de meester van dien dag, beslissend over iederrs lot.

En in deze zuiveringsactie had, zoo wordt nog opgemerkt, de keizer, de machthebbende in den staat, een geducht wapen en middel voor zijn administratie. Een wreede administratie met als thans veel „liquidatie".

Welnu — al deze dingen keeren in onzen tijd terug.

De poging van Hitler en de zijnen de wereld te veroveren is mislukt en de volken hebben gejubeld over hun bevrijding. Maar evenmin als na den Napoleontischen tijd v/as er bekeering, een begrijpen van hetgeen er was geschied.

Het is daarom ook niet ondienstig, als wij het gebeuren van toen in de negentiende eeuw eens vergelijken met hetgeen thans wordt gezien.

Ook die vergehjking is leerzaam. Want wij treffen telkens weer gelijke verschijnselen, al is het ook in eenigszins anderen vorm. Maar soms verschilt zelfs de vorm niet. Daarover D.V. in een volgenden brief.

Met hartehjke groeten en heilbede, uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 januari 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 januari 1950

De Reformatie | 8 Pagina's