GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Naar het Diensihuis teruggekeerd (V slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar het Diensihuis teruggekeerd (V slot)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEEN SCHULDBELIJDENIS.

' Toen de zes die volledig overstag gegaan waren, aan de synode der gebonden kerken werden gepresenteerd, informeerden een paar leden naar de schuldbelijdenis van hen, die zoo vaardig hun rokje hadden omgekeerd. Want daarover was nog niets gerapporteerd.

Malle vraag. Stel je voor. Daar stonden menschen, die zich volgens de S5Tiode hadden schuldig gemaakt aan openbare scheurmaking. Bovendien hadden sommigen van hen fel en heftig bestreden wat volgens de synode „Goddelijke waarheid" was. FeiteUjk hadden die zicTi ook op den hals gehaald het vonnis van ketterij. Volgens de K.O., art. 80 grove zonden, aldus sinds 1578 geredigeerd in verband met 't voorstel van de Waalsche synode van 1577, die de uitdrukking „openbare zonde" Emden 1571 vervangen wilde zien door „crimes énormes". Die grove zonden zijn dus bovenmatig groot, enorm, ontzettend, afschuwelijk. Art. 80 acht nu ketterij en openbare scheurmaking te behooren tot de voornaamste van deze grove zonden, ja noemt ze zelfs in de eerste plaats. Verbeeld je, dat nu een vergadering, die zich noemt de sjoiode van de Gereformeerde Kerken zóóiets over z'n kant zou geven. Te zot om van te praten.

Maar toen bleek, dat het ongeloofelijke inderdaad was geschied. Van schuldbelijdenis was geen sprake geweest. En dat behoefde ook niet, zei men. Heelemaal niet noodig. Alles was in orde. Niet over praten. Want volgens den ingenieuzen inval van een der synodeleden was de bereidheid om samen te spreken reeds een schuldbelijdenis. Juist, zei de synode. (ïoed gezien. Zóó is het. En men liet de heele zaak blauw blauw. Men haalde zonder meer een streep door de rekening. En de lastige kwestie (want denk je toch in, dat deze eerste kerk-deserteurs eens „neen!" zeiden en rechtsom^keert maakten, dan kwam er van 't smaldeel ook niets terecht) liep zoo op be­ vredigende wijze (alle stemmen vóór het Commissievoorstel) af. Zelfs zonder sisser. Ziezoo, nu weet men het voor 't vervolg in de gebonden kerken. Wie zich daar voortaan aan de ergste misdaden schuldig maakt, zich aan het vermaan van den kerkeraad onttrekt en, de kerk dén rug toekeert, maar later weer „bereid is om te komen spreken", die behoeft geen schuldbelijdenis af te leggen: de bereidheid om te praten is al schuldbelijdenis genoeg.

GODS NORMEN.

ZÓÓ brutaal is het door de synode der gebonden kerken nog niet vertoond. In één woord slecht is het, dat men de kerken bindt aan menschelijke vonden, en hen, die zich houden aan Schrift en Belijdenis uitwerpt en vervolgt. Dat men zegt. Goddelijke waarheid af te kondigen, maar degenen die haar verwerpen, uitstoot niet wegens opstand tegen God, maar tegen de synode, tegen menschen. Dat men zijn eigen wetten verandert en niettemin de vonnissen krachtens de oude wetten handhaaft. Dat men zelf verzoekt om samenspreking, maar weigert in het licht te wandelen, weigert open en rond uit te spreken .of men de schrikkelijke bindingen en vonnissen handhaaft ja of neen — en dan de schuld afwentelt op ons: zij willen geen toenadering.

Maar wat nu gebeurd is Het is toch klaarder dan de dag, dat óf de ayaodocratie gelijk had met haar bindingen, schorsingen, weringen, afzettingen, óf de vrijmaking. Tusschen haar en ons lag niet 't verschil om een bagatel, maar tusschen de gebonden en vrijgemaakte kerken lag de Naam des Heeren. De synode zei: wij spreken recht in den Naam des Heeren, want wat wij handhaven is de Goddelijke waarheid. Daarom voor deze muiters geen avondmaal, geen ambt, geen dienst des Woords. Bidt voor hun bekeering, o kerken! — Ons antwoord was: Wij kunnen niet, want wij mogen niet. Gods Woord verbiedt het ons, daarom, in den Naam des Heeren, neen!

Tusschen hen en ons lag dus de Naam, het Woord,

de waarheid, het recht des Heeren. Zware schuld, óf aan gene, óf aan deze zijde.

Maar wat zien we nu? Met geen vinger wordt deze allesbeheerschende, fundamenteele kwestie aangeroerd. Eens sprak de synode ook tot deze menschen, die zich thans bij haar aanmeldden: ge zijt verwerpers van de Goddelijke waarheid, scheurmakers! En alsof er niets gepasseerd was, alsof deze zes nooit iets hadden misdreven, alsof er geen wolkje aan de lucht was, geen sjchuldbelijdenis. Door de synode niet. Door de zes, die aan de poort wachtten, evenmin.

Heeft dan de Heere de zware beschuldigingen niet gehoord, zijn de schrikkelijke vonnissen aan Zijn aandacht ontsnapt ? En eischt Hij niet, indien er zulke vreeseüjke dingen waren als de synode bev/eerde, dat er schuldbeUjdenis gedaan wordt, voor Hem en voor de menschen? Als geen schuldbeUjdenis noodig is, als ook dit recht is en goed, en men „conformeert" zich aan dit synodebesluit (ach, wie waagt het daar nog, tegen het synode-despotisme op te treden? ) welke dominé kan dan nog in de gebonden kerken preeken over teksten als Levit. 5 : 5, Numeri 5 : 7, Jozua 7 : 19, 2 Samuel 12 : 13, Neh. 9 : 2, Spreuken 28 : 13, Lukas 15 : 21, Hand. 19 : 18, 2 Cor. 2 : 6 en 7, Jac. 5 : 16, 1 Joh. 1 : 9 ? -

Wat hier geschied is ter Haagsche synode is niet anders dan:

een daadwerkelijk verloochenen van de zwaargeladen woorden, eens gesproken: woorden van den hoogsten ernst, vol van de stuwing naar hemel of hel;

een bespotting van de plechtig uitgeoefende sleutelmacht ;

het getuigenis: God sluit toe voor den boozen zondaar, maar Hij opent tevens voor denzelfden zondaar, ook zonder bekeering en zonder schuldbelijdenis;

een spelen met de heilige wet Gods; een loslaten, publiek en schaamteloos, van de normen Gods.

KERK OF VEREENIGING?

Wat is er van de gebonden kerk onder het synodale wanbestuur in enkele jaren tijds geworden? Vertoont ze het beeld vaii Christus? Maakt ze Zijn trekken openbaar? Wie haar gadeslaat, vraagt met smartelijke verbazing: wiehs is dit beeld en het opschrift? Is dit het beeld van Christus?

Onherkenbaar.

Of heeft de synode (en de groote massa der kerkleden volgde, volgde, volgde) den Christus niet aangetast in Zijn profetisch ambt door te profeteeren uit haar eigen hart en Zijn normen terzijde te stellen?

Heeft ze Hem niet gekrenkt in Zijn priesterUjke bediening door onder den schijn van liefde en dienstbereidheid zichzelf te handhaven en eigen wegen te kiezen ?

Heeft ze Hem niet aangerand in Zijn koninkhjk ambt door den troon te gaan beklimmen, dien de eeuwige Koning voor Zich behouden wil?

Den wereldstrijd der kerk om de waarheid Gods heeft ze practisch gemaakt tot een kibbelpartijtje in een wereldsche vereeniging, waarvan sommige leden door het bestuur geroyeerd zijn, en die nu een „tegenvereeniging" hebben opgericht. Maar die, onder belofte van onderwerping aan 't bestuur, zonder bezwaar kunnen terugkeeren.

En 't bestuur, welks streven er op gericht is, eigen invloed te behouden en zoo mogelijk te vergrooten, stelt zich aan, alsof 't maar één doel heeft: de „concurreerende vereeniging" in den grond te boren.

Daartoe knoopt het heimeUjk connecties aan met leden der „contravereeniging", het houdt besprekingen en komt tot aanvankelijke afspraken, die het daglicht niet mogen zien, maar die straks als besluiten ineens voor de kerken uit de lucht komen vallen, en hen willen overtuigen: de tegenpartij verliest. Ons bestuur wint. Ziet, hoe de zaken floreeren.

Het bestuur zit op het vinkentouw om achter hen, die het lok-voer volgen, het net te doen dichtklappen — waar, waar is hier de Kerk van Jezus Christus? Waar is hi «ir de vreeze des Heeren? Waar is hier het beven voor Zijn Woord?

Een kerk, die gezonken is tot het niveau van een wereldsche, zich door opporttmisme handhavende ver-, eeniging!

Toenadering, zóó? „Samen-sprekuig", zóó? Vereeniging, zóó? Onmogelijk.

En wij?

Ook wij struikelen allen in vele.

Ook wij zóó verdorven, dat wij totaal onbekwaam zijn tot eenig goed en geneigd tot alle kwaad. Vreeselijk? Als we 't maar weten willen. En ons tot den Heere wenden. In bekeering. En met schuldbelijdenis. Maar wee ons, als wij door onze zondige manipulaties de kerk van haar eere en kracht berooven en het beeld van Christus onherkenbaar maken.

Wee ons, als we zouden spelen met de normen Grods!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Naar het Diensihuis teruggekeerd (V slot)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's