Giessendam

De (synodocratische) dominee van de uitgetredenen in Giessendam laat in zijn kerkbode eenige basgeluiden hooren tegen ons blad. Hij meent, dat het onware dingen heeft gezegd omtrent Giessendam: dat men nl. daar onzen kerkeraad zou gedagvaard hebben om hem den naam „gereformeerde kerk" te laten verbieden.

Nu is het weer het oude liedje: wat we werkelijk schreven, wordt niet aangehaald. Dat we een bericht van een ander doorgaven — hoewel dat opzettelijk geschiedde, omdat ik niet wilde spreken van wat ik in officieele qualiteit van deputaat wist — wordt ook niet afzonderHjk opgemerkt. Het is natuurlijk weer De Reformatie. Best. Men hebbe zijn genoegen.

Maar als nu die dominee net doet of er niets aan de hand is in Giessendam (inzake de kwestie van den naam der kerk), dan willen we, niet zijn memorie, die natuurlijk wel op dit punt in orde wezen zal, doch het begrip van zijn lezers tegemoet komen.

Bijaangeteekend schrijven (!) van 23 Mei 1950 is de kerkeraad van onze kerk door Mr G. Oh. Aalders, handelende in opdracht van den raad der synodocratische gemeente in Giessendam, gesommeerd het voeren van den (beweerden) onjuisten naam (de Geref. Kerk van G.) na te laten.

Deze advocaat schreef: „Voor zoveel nodig sommeer ik U bij dezen het voeren van genoemde onjuiste naam na te laten. Indien mocht blijken, dat U aan deze sommatie geen gevolg geeft, stel ik U n a-mens cliënte reeds nu voor alsdan in verzuim en in gebreke, terwijl ik alsdan voorts in opdracht van cliënte in rechten een verbod tot het voeren van bedoelde onjuiste naam zal vragen".

Het plechtige démenti van den synodocratischen dominee van Giessendam is ons dus een beetje al te plechtig. De dominee van den raad, die dezen advocaat aldus liet schrijven, had wel de moeite kunnen nemen, eerst ons, en • daarna ook zijn eigen advocaat letterUjk te citeeren.

Overigens gaan-natuurlijk vrije menschen niet uit den weg voor een dreigement, als ze weten, dat ze gelijk hebben. De kerkeraad van Giessendam is doodgewoon gebleven wat hij was: raad van de gereformeerde kerk ter plaatse, uitvoering gevende aan een afspraak, die gemaakt was bij het aangaan van het kerkverband. De afspraak van art. 31.

En Vide hem voor den rechter sleepen wil, die moet dan maar zijn gang gaan, als hij meent, óók nog daarmede Gode een dienst te doen. Let op den datum van den brief van mr Aalders.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen