GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aangaande mij en mijn huis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aangaande mij en mijn huis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Israël had Jozef lief boven al zijn zonen. Gen. 47 : 3.

I.

„Liefhebben" is hèt grota gebod Gods. De hele wet des Heren, hoe wijd ze moge zijn — zéér wijd, zoals de Schrift het noemt — wordt in dit éne woord vervuld: , , Gij zult uw naaste liefhebben gelijk uzelve".

Maar toch is ook nog weer dat liefhebben aan van God gegeven wetten gebonden. En overtreden we deze, dan zullen we in ons „Uefhebben" zelfs zondigen.

Het is daarom altijd de vraag: „Wie moeten wij liefhebben? " „Hoe moeten vsdj liefhebben? " En ook op deze vraag wil de Schrift ons het antwoord geven.

Zo leert Christus ons: „Gij zult de Here uw God liefhebben met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. Gij zult uw naaste liefhebben als uzelve".

In ditzelfde woord leert Hij ons echter ook nog, dat wij zullen liefhebben met ons hart, en met onze ziel en met ons verstand.

Aan dit laatste wilde ik hier bijzondere aandacht schenken. Het is het tegenovergestelde van wat geleerd wordt in de zegswijze: , , Liefde is blind", alsof het liefhebben onttrokken zou zijn aan de controle van ons verstand en van onze wil; alsof de liefde een macht ware, die over ons' komt, ons beheerst, óns dwingt, zó, dat we er ons niet tegen zouden kunnen verzetten.

, , Ik bedwing mijn lichaam en breng het tot dienstbaarheid" — dat is de houding, die ons past, als door Christus vrijgemaakte mensen Gods, ook als het betreft ons liefhebben.

Liefhebben zal zijn een actieve tiaad, waarvoor wij ten volle aan de Here onze God verantwoordeUjk zijn; een daad, welke Hij daarom ook van ons eisen kan, geHjk Hij in Zijn wet doet; en als wij niet liefhebben: de Here onze God niet; onze kinderen niet; de man z'n vrouw niet; de vrouw haar man niet — dan zijn we niet klaar met te zeggen: „Ik voel niets (meer) voor hem, of voor haar!" — neen, dan zijn wij schuldig; en dus strafbaar.

Daarom kan liefhebben soms zo moeilijk zijn; daarom is liefhebben dikwijls zo'n zwaar gebod; daarom wordt tegen dit gebod zo vaak en zo ernstig gezondigd.

De Here Jezus herinnert daaraan! „Want indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat loon hebt gij? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? " „Hebt uw vijanden lief!"

Natuurlijk geldt die liefde-wet ook voor onze gezinnen. Ik zeg niet: „in het bijzonder voor onze gezinnen!" Want ze geldt voor heel het leven. Waar we zijn; wat we doen; in wat voor omstandigheden we ons bevinden — nooit en nergens zijn we ontslagen van die eis des Heren, dat wij zullen liefhebben: met ons hart, met onze ziel, met ons verstand. Zo heeft de Here God de mens geschapen, dat zijn leven in de volle zin van het woord een liefde-leven was; zo diep is de mens gevallen, dat hij nu van nature geneigd is God en zijn naaste te haten; zó onpeilbaar diep, zo onmetelijk hoog is de liefde Gods, dat Hij die gevallen, in-haat-levende mens, met Zijn liefde omvat en hem in z'n oorspronkelijke staat herstelt, hem herschept en hem weer leert lief te hebben: God boven alles en zijn naaste gelijk zichzelve; zij het ook nog in beginsel. En zo bloeit er weer 'n liefde-leven op, waarvan de geur opstijgt naar God in de hemel, en Hem welbehagelriker is, dan het wehiekendste reukoffer; die de mensen verbaasd doet uitroepen: „ziet, hoe lief ze elkaar hebben!" — hoe onvolkomen ook nog deze liefde zij.

Wij merken het in onze eigen gezinnen, hoe vaak de liefde, door de Here in onze harten geplant, vaak overwoekerd wordt door ruzietjes, twisten, verwijten, bittere woorden, verwijdering, wangunst, misverstand, onwil, waarvan de pestwalm het leven stinkende maakt, de hemel boven ons verdonkert, soms door ramen en deuren doordringt naar buiten, en de voorbijganger doet vragen: „Woont hier de liefde? "

We merken het in ons verkeer met broeders en zusters, leden van een en dezelfde kerk, hoe we elkaar verbijten en vereten, in stee van elkaar met liefde te verdragen en de andere uitnemender te achten dan ons zelf; hoe we elkaar vaak mijden in stee van elkaar te zoeken; hoe we eerder geneigd zijn het kwade van de ander te denken, dan het goede!

We merken het ook in de aartsvaderlijke tenten, opgericht te midden van de heidense Kanaanieten, maar waarin de Here de Zijnen had afgezonderd, om Zijn volk te zijn, met wie Hij Zijn verbond had opgericht, aan vne lïij gaf het teken en zegel der besnijdenis, opdat ieder zou weten: „Deze zijn het volk des Heren, geroepen om Zijn v/il te doen, en dus niet leven naar onze inzettingen!"

Ook hier zou moeten heersen de wet der liefde! Maar wat kwam er van terecht!

Abrahams herders twisten met Lots herders, zodat, om erger te voorkomen. Abraham en Lot van elkander gaan; Lot naar de vlakke velden van Sodom, waar hij omgaat met de goddeloosten der goddelozen!

In Abrahams tent ontstaat er ruzie tussen Sara en haar dienstmaagd Hagar, zo hoog, dat Hagar de woestijn invlucht, al keert ze later, op bevel van de Engel tenig. Maar als na Ismaël ook Izaak geboren wordt, geeft het vijandig optreden van Ismaël jegens de jongere Izaak Saraï aanleiding om te eisen van Abraham, dat hij Ismaël met zijn moeder uitbant.

In Izaaks tent trekt de vader Ezau voor, en de moeder Jakob. Jacob koopt van Ezau het eerstgeboorterecht, toen deze hongerig van de jacht terugkeerde. Straks spannen Rebekka en Jacob samen om Izaak te bedriegen; met het gevolg, dat er een dodelijke haat openbaar wordt van Ezau tegen Jakob, welke deze dvnngt weg te vluchten uit de aartsvaderlijke tent naar Laban. Deze bedriegt Jakob niet eenmaal, maar meermalen; Jakob verrijkt zich ten koste van Laban door slinkse streken; Rachel steelt haars vaders teraphim. De , .liefde" van Simeon en Levi voor hun zuster Dina drijven deze broers, om op een gemene manier de stad

Sichem uit te moorden en te plimderen. En in Jakobs gezin heerst afgunst en haat, mede, doordat Jakob Rachel meer liefhad dan Lea; mede doordat Israël Jozef liefhad boven al zijn zonen.

Erratum. In de rubriek „Gezinsleven" van „De Reformatie" van 10 Nov. 1951 (No. 6 van Jg. 27), op blz. 54, leze men de 2e alinea van de Ie kolom aldus: Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar. die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen (vs 5). In het huis des rechtvaardigen is een grote schat, maar in des goddelozen inkomst is beroerte (vs 6).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Aangaande mij en mijn huis

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's