GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oneven

Amice frater, Op twee vijanden van de volken van West-Europa wees ik, n.l. het utilitarisme, dat de volken gelukkig •wil maken door een belofte van maatschappelijk Welzijn, voor de grootst mogelijke meerderheid; de minderheden worden dan verwaarloosd. Daarna het perfectionisme, dat alle dingen door menselijke - wijsheid en kracht goed zal maken. Thans komt een derde vijand aan de beurt, die pacifisme heet.

Daar is een gedurig roepen om de - vrede. Men confereert er over, men wil daartoe een nieuwe grote staat, West-Europa, en offert er de nationale zelfstandigheid voor op, wat inzonderheid de kleinen zal treffen. Men is bezig met de opbouw van een sterk leger en ziet geen ander gevaar dan dat dreigt van achter het ijzeren gordijn, het communisme, terwijl men feitelijk zich zijn gedrag door die vijand laat voorschrijven. De revolutie, dus zei Napoleon, wapent zich met de bajonet, thans vliegtuig en atoombom, en feitelijk is deze revolutie aan beide zijden van het ijzeren gordijn. En het zal blijken, als men de kern der wereldhistorie zó ziet, dat de meest consequente het wint.

De grote fout, die zelfs door een zgn. christelijke 'vredesbeweging niet wordt gezien, ligt, voor wie de Schrift gehoorzaamt, voor de hand. Zij is deze, dat vrede, evenmin als geluk en verbetering van het leven, nimmer doel kan zijn, maar altijd vrucht moet

wezen. De boom wordt thans gezien met de kroon in de grond en de wortels in de lucht.

Men denke maar eens aan het geval, dat er in een ^ezin van de avond tot de morgen door ouders en kinderen al maar geroepen werd om de vrede, terwijl aller gedrag er tegen inging, hoe spoedig zou de huiskamer een slagveld zijn.

Ëen onderwijzer die al maar: orde, rust, roept, heeft in een minimum van tijd een klas van louter anarchie.

Deze geweldige fout, dat boom en vrucht worden verward, dat men het geluk en de vrede en de voorspoed stelt als doe 1, terwijl dit alles niet anders dan als vrucht van gehoorzaamheid aan het Woord Gods kan worden afgebeden en ingewacht, ' is waarlijk niet nieuw. Zij is zo oud als heel de menselijke historie na de val.

Op twee feiten wil ik wijzen.

Vooreerst dit, dat de belofte van de vrede altijd het kenmerk is geweest van het wereldrijk, van Ba- Jjels torenbouw tot het communistisch wereldrijk van thans. Ook dat roept toch gedurig van vrede.

Het zal de vrede brengen en bekoort menigeen daardoor.

Het rijk van keizer Augustus, het machtige Romeinse rijk, was een vrederijk. Zo diende het zich aan «n daartoe deed het niets anders dan alle volken aan zich te onderwerpen. Pax Romana. Wereldvrede.

Maar een vrede, die moest rusten op voortdurend geweld en bedrog.

Het christelijk wereldrijk onder de heerschappij van de paus van Rome was ook een vrederijk. Het ging om de wereldvrede onder de heerschappij van een steeds dieper zinkende kerk.

Moet ik vertellen, hoeveel bloed en tranen dit werelds ideaal heeft gekost? En hoe de kerk van Christus voortdurend werd vervolgd? Ten slotte ging het tegen haar, tegen haar Heer en Koning.

Het verbaast mij, dat er zijn, die zich calvinisten noemen, en die thans geneigd zijn om met de roomse politici in te stemmen in de lof voor die wereldstaat en die wereldvrede.

Maar even verwonderlijk is het, dat men van die kant ook durfde te roemen over de plannen van de minister van Hendrik IV, Sully, tot het brengen van een Franse vrede over Europa.

Men moest er buiten Frankrijk in die dagen niet veel van hebben en niet ten onrechte.

Zetten de Bourbons feitelijk de politiek niet voort, die met Richelieu reeds was ingezet en met Mazarin -werd vervolgd?

Gelukkig voor Europa was er toen een andere vredesmacht, n.l. van de opvolgers van Karel V, de Oostenrijkse vrede. Ook twee machten tegenover elkander, die beide de „vrede wilden door de wereldmacht.

Maar toen was er, wat thans ontbreekt, nog een kracht, vrucht fler Reformatie, die strijden kon voor de vrijheid en zelfstandigheid der kleinere volken.

Was het Lodewijk de veertiende niet te doen om de vrede door Franse overmacht?

En was het niet onze Willem lU, die heel zijn leven -wijdde aan de verhindering van dit ontzettend ideaal?

Dan komt, als de vruchten der Reformatie zijn verworpen, de vrede van de jacobijn, door Napoleon met groter kracht nog nagestreefd. Hij wilde zeer beslist de wereldvrede, gebouwd op zijn wereldmacht. En nog op St. Helena borduurde hij voort aan diè droom en vertelde hij van zijn grootse plannen.

Heeft hij niet toen gesmeed z ij n leger van West- Europa; werd hem niet gegeven het leven van honderdduizenden jonge mensen, die hij zonder blikken of blozen opofferde aan zijn vredesideaal ?

Het heeft mij zeer getroffen, dat de Franse minister Schuman, ter aanbeveling van zijn plannen, vrijmoedig naar Napoleons streven verwees. Een streven dat de vernieuwing waard zou zijn.

En — waar was toen ten onzent de herinnering aan het lijden, dat daardoor ook ons volk 'trof, zo onmetelijk hard?

Ik dacht, dat het de moeite waard was, om in onze dagen toch aan al het historisch gebeuren, dat ik opsomde, te denken.

. Dat men zelfs in antirevolutionaire kring dit alles echter zou oproepen, om ons hét huidig ideaal van de wereldstaat aangenaam te maken, het gaat boven mijn bevatting. Ik luister er naar met steeds groeiende verbazing.

Wie de historie van het volkenrecht nagaat, en dit is het tweede feit, en denkt aan de vele systemen, die door allerlei wijsgeren zijn ontworpen, om de vrede te waarborgen voor altijd, die weet, dat het dan ook steeds ging om de wereldvrede. En dat men onder vrede dan niet veel anders verstond dan de afwezigheid van de oorlog.

Daartoe werden dan allerlei mooi schijnende regelen ontworpen, die echter, als er weer oorlog kwam, gemeenlijk algeheel werden vergeten, zodat men wel heeft gezegd, dat volkenrecht, hetwelk de oorlog zal voorkomen, , alleen waarde heeft in dagen van vrede; dagen, die gemeenlijk slechts een kort intermezzo waren tussen twee krijgen.

Het is onjuist zo over het volkenrecht te oordelen, maar dit is wel zeker, dat het meer effectief had kunnen zijn, als men zich niet telkens weer verloren had in een idealisme, bijna even leeg en hol, als thans de geesten bezig houdt.

De vrede van de wereldstaat, de droom van de mens, die de werkelijkheid der menselijke historie niet kent, is, dit bewijst heel de geschiedenis, het gevaarlijkste wat de mensheid kan treffen. Misschien is het daarom dat er thans zijn, die zeggen, dat de historie niets leert. En die dus menen, dat de mensheid altijd weer met het jaar één kan beginnen; het kenmerk van alle revolutie, zoals Groen van Prinsterer het zei.

Ik meende, dat het zelfs Goethe was, die een wereldstaat, en een wereldvrede, zoals hij die ook eens verwachtte van de Franse revolutie, toch zag als de dood voor de vrijheid en toen zag hij zeer zeker goed. En beeft een wijsgeer als Jaspers er niet voor?

Wie onzer durft te loochenen, dat de vrijheden, die West-Europa heeft gekend en nu al minder op prijs bUjkt te stellen, een vrucht waren van de Reformatie ?

Durft een beUjder van de Christus loochenen, dat de geschiedenis der mensheid geen geschiedenis kan zijn van vrede aldoor, maar van strijd? Heeft de Christus het zelf ons niet gezegd, dat Hij niet gekomen is om vrede te brengen op de aarde, maar het zwaard?

Loochent men de door Hem gestelde antithese, de strijd tussen de wereld en de kerk des Heren?

Laat men het in christelijke kring in zijn droeve oppervlakkigheid doen, men zal ondervinden, dat het niet de mens is die regeert en dat het niet des mensen wooïd is, dat zal bestaan.

De reformatoren der zestiende eeuw - wilden zeer gaarne, zoals wij allen, een toestand, die door de

Schrift genoemd wordt van „een stil en gerust leven", maar dit allereerst voor de kerk van Christus, en als het daar is, dan kan het zijn overal.

Zij stelden echter niet de vrede voorop, maar riepen op tot de strijd voor de kerk des Heren tegen de machtige vijanden, die geen rust kenden voor zij haar hadden vermoord.

Ook zij pleitten voor samenwerking, maar van zelfstandige staten, want het was hun mee te doen de nationale zelfstandigheid te verdedigen tegen de mensen van het wereldrijk, het wereldrijk van valse kerk en goddeloze staat.

Het ging hun om het recht; vrede, zeker, maar door recht, en dat recht was allereerst het recht der kerk, de enige voorwaarde voor waarlijke geestelijke vrijheid allerwege. Het is weer verbazingwekkend, dat zelfs dit door de z.g.n. calvinisten van deze dag wordt weersproken, die liever heulen met de humanist of socialist, dan samengaan met diegenen, die weer oproepen tot de gehoorzaamheid aan Schrift en belijdenis.

En was het niet die strijd der Reformatie, die voor Europa werkelijk vrijheid bracht, en handhaving van het waarlijke volkenrecht? En zo ook dagen van een vrede, die geen slavernij betekende, en geen opstapeling van onrecht.

Wij willen daarover nog wat verder spreken. Tot een volgende brief, zo de Here het wil.

Met hartelijke groeten en heilbede, uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 april 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 april 1952

De Reformatie | 8 Pagina's