GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uneven

Amice frater, Sedert de invoering van het evenredig kiesrecht is de aard der verkiezingsvergaderingen veranderd. Heel de stembusstrijd is verstard. Prof. Fabius kreeg wel schoon gelijk. Een kamp, waarbij niet slechts een partij met een lijst betrokken is, maar de stemming gaat tussen mannen, die men van aangezicht tot aangezicht wil kennen en ook horen, spreekt meer en beter tot het volk, dan een verkiezingsmechaniek, zoals wij die thans hebben. Wat waren die politieke vergaderingen met veel debat toen vaak spannend. En meestal ook zeer goed bezocht. Men sprak en luisterde menigmaal tot laat in de nacht. Dit is eigenlijk alles anders geworden, -nu wij lijsten stemmen en ons daarbij wijs maken, dat wij hier geen getrapte verkiezingen voor de Tweede Kamer hebben.

Het zal u niet verwonderen als ik zeg, thans verschillende van die grote politieke vergaderingen in mijn herinnering terug te roepen.

De mooiste was die, welke in 1897 gehouden werd in het kiesdistrict Zuidhorn, een fraai dorp in de provincie Groningen.

In dit district maakten de antirevolutionairen geen kans, maar dit verhinderde niet, dat de stembusstrijd . met veel geestdrift werd gestreden. Men dacht niet aan „verloren" stemmen.

Men vocht er zelfs om, wie de candidaat der partij zou zijn.

Dit laatste was in 1897 zó hoog gelopen, dat, toen men Dr A. Kuyper om raad vroeg, deze zeide: stel mij maar als candidaat, dan is alle ruzie uit.

Dat is ook zo, zeiden de bestuurders der centrale kiesvereniging, maar dan willen wij ook een spreekbeurt van U hebben.

In orde, zei Kuyper, en zo kwam de grote man dan in Julimaatid 1897 naar ons gewest. Hij ging met de trein tot de stad Groningen, en liet zich met een landauer naar Noordhrn brengen, waar de spreekbeurt gehouden zou worden, omdat daar de grootste zaal was. Zo voor een vierhonderd mensen.

De koetsier van Dr Kuyper had vernomen, dat hij stilhouden moest op de Zuidhorner gast — het dorp ligt op een diluviale heuvel en die „gast" is daardoor bijzonder mooi — voor een klein kerkje, en de pastorie van de „Afgescheiden" kerk. De dienaar des Woords dezer gemeente. Ds H. Scholten, was toch ook voorzitter der Centrale kiesvereniging. Deze bekwame prediker was niet bang zijn gemeenteleden ook in de politieke strijd voor de ere van des Heren Naam en Woord, flink voor te gaan. Daar zijn helaas nog vrijgemaakte gereformeerde predikanten, die zich voor de politieke strijd op een verlegen afstand houden. En dat, nu de kerk des Heren —• indien ooit — behoorde te spreken, wijl alles wat God de Here ons in de Reformatie gaf, de vrijheid der kerk en ons nationaal onafhankelijk volksbestaan, naar Groens woord, rustend op de kamp voor de Schrift en de belijdenis, thans zelfs door de antirev. partij wordt opgegeven. De partij, die thans het woord der revolutie overneemt: het kon niet anders. Waartegenover Groen dat andere plaatste: wij mogen niet anders. Het mag niet, wat de wereld onafwijsbaar acht..

Een getrouwe kerk, die in haar bediening des Woords, n u zwijgt, terwijl alle door God aan ons volk geschonken gaven door overheid en volk worden losgelaten, laadt zeker een zware verantwoordeliikheid op zich. Iets wat de dienaren des Woords wel mogen bedenken.

Maar goed —• Ds Scholten was een dominé van de oude stempel. Die ging in alle goed werk voor. Hij was bij de jeugd in haar vergaderingen, bij de ouderen in hun politieke en sociale samenkomsten. Hij zong in de zangvereniging lustig mee.

En nergens om te regeren. Overal om belangstelling te tonen en —• te leiden, zonder dat men het gevoelde.

De koetsier van dr Kuyper zag een klein kerkje en een kleine pastorie, hield stil, liet Dr Kuyper uitstappen, die toen terecht kwam bij de pastoor. Men stond voor de Roomse kerk.

De pastoor was zeer verheugd dr Kuyper even te mogen ontvangen. Het was in de dagen der rechtse coalitie. Maar van een werkelijk bezoek kon natuurlijk geen sprake zijn. Even later mocht Ds Scholten Dr Kuyper begroeten en naar de vergaderzaal leiden. Maar welke moeilijkheid was daar.

Van alle kant stroomden de mensen toe, gereformeerd en hervormd, antirev. en liberaal en socialist. In de zaal stond alles opeengepropt en daar buiten honderden teleurgestelden ? Neen, want een vrijzinnige landeigenaar bood voor een openluchtsamenkomst een mooi stuk weiland aan. En het was een kostelijke Juli-avond, zo zacht en stil en mooi, als men het maar wensen kon.

Een klein spreekgestoelte werd geïmproviseerd en spoedig daarna was er een enig schouwspel. In het midden dr Kuyper, rondom hem heen de duizenden luisteraars, en Kuypers stem klonk machtig en klaar, zodat men geen woord behoefde te missen.

En h o e werd er geluisterd.

Maar het treffendst was het debat. Toen beleefden de hoorders onvergetelijke ogenblikken. Want er was als debater opgekomen de liberale ontvanger der registratie, Agema, die in het bijzonder wees op de grote fout der a.r., dat zij voor de doodstraf waren. Hoe was dat mogeUjk, nu de Christus, in Wie zij geloofden, die straf had geleden.

Er kwam ook nog een socialist wat zeggen.

Dr Kuyper beantwoordde de verschillende opmerkingen heel vriendelijk en fijn. Een ieder genoot er van.

Zeer treffend was het moment, toen de doodstraf aan de orde kwam.

Toen volgde een ontroerend getuigenis omtrent de betekenis van het kruis vé, n Christus. Hoe Hij Zijn leven gaf, om Zijn volk voor tijd en eeuwigheid te behouden.

Zonder die doodstraf. Hij dragende de straf vooi* ons, zou er, zo eindigde dr Kuyper dit moment, voor u noch voor mij enig behoud zijn in leven en sterven.

Dr Kuyper had tijdens de discussie — het was onderwijl donker en koel geworden — zijn hoed opgezet. Maar toen hij dit geloofsgetuigenis begon, zei hij: en nu zet ik mijn hoed af. En het gehoor was toen zo gebonden door zijn geweldige welsprekendheid, zó geboeid, dat eensklaps alle hoeden en petten afgingen. Onder ontroerende stilte werd het getuigenis aangehoord.

En toen Dr Kuyper eindigde met de woorden: en die dit met mij gelooft, die zegge met mij amen —• toen klonk het amen, amen van alle kant.

Mijn vrouw zei mij, toen zij deze copie las: maar

man, dat heb je al eens eerder verteld, 't Is ook zo. Ik geloof wel, wie weet, hoe vaak.

Maar geen jeugdherinnering hgt zo veilig in mijn hart dan deze.

Een paar jongelieden met mij waren zo stoutmoedig om dr Kuyper na afloop ook de hand te drukken. Daar waren wij naderhand wat trots op, geloof dat maar.

Laat ik er tenslotte nog bij vertellen, dat een half jaar later de debater aan Dr Kujrper schreef: hoe dank ik U voor Uw getuigenis. Het liet mij niet meer los en door Gods grote genade heb ik nu ook de Here Jezus Christus als mijn Heiland en Zaligmaker gevonden.

Ziedaar een stembusvergadering, om niet weer te vergeten.

Ik weet, dat gij het mij niet ten kwade zult duiden, als ik er u aan herinnerde. Wat was het toen een mooie tijd!

En hoe is thans onder de a.r. partij het goud verdonkerd.

Met vriendelijke groeten en heilbede, uw toegene­-

gen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juni 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juni 1952

De Reformatie | 8 Pagina's