GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een vorig maal spraken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vorig maal spraken

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

opinie uit, dat het eerste der twee punten van verschil, die tusschen Kampen en Utrecht open bleven staan, niet het gewichtigste der twee was.

Waar eenmaal kerkformatie door Doleantie van de overzijde als wettig erkend was, en ook voor de toekomst wierd opengelaten in duizend steden en dorpen, kon de vraag of ze in omstreeks honderd andere plaatsen al dan niet geduld zou worden, nimmer eene principieeie zijn; en bovendien met elk jaar dat men verder kwam, kromp dit honderdtal nog weer in.

Maar wel principieel dunkt ons het tweede verschilpunt, de vraag namelijk oi de Gereformeerde kerken zich voor altoos verbinden zullen, om de universitaire opleiding van de Dienaren des V/oords, ja, tot op zekere hoogte te dulden, maar toch de eigenlijke opleiding der leeraars voortaan in beginsel seminarieel te maken.

Dit wilde het voorstel-Littooy.

Het hield toch in, niet dat de kerken voorloopig, maar dat ze duursaam de seminarieele opleiding als de eigenlijk eenig goede op den voorgrond zouden plaatsen, en de universitaire opleiding op gelijke lijn zouden stellen met die vele exceptiën, die in de private opleiding door enkele theologen, in hen die elders gestudeerd hebben, in de mannen van Kit. VIII enz. altoos openstaan.

Zelfs had het voorstel een aanhangsel, dat er slechts bij vergissing kan zijn bijgevoegd. Het wilde toch, dat de bepalingen door de Synode van Dordrecht in 1619 voorgeslagen voor de toenmalige universiteiten, thans op de Vrije Universiteit zouden worden toegepast, op strafife dat anders haar kweekelingen zich voor altoos de deur tot alle vereenigde kerken zouden zien afgesloten.

Dit nu was kennelijk eene verwarring van begrippen, waardoor de Vrije Universiteit zelts uitgesloten v/ierd van voorrechten die alle andere Universiteiten hebben zouden.

Indien er iemand zich aanmeldt die zijn studiën aan een Schotsche of Amerikaansche Universiteit volbracht had, zou hij tot het examen worden toegelaten; maar candidaten van de Vrije Universiteit zouden uitgesloten zijn. En dan alleen zou de Vrije Universiteit in de voorrechten deelen kunnen, die de kweekelingen van andere Universiteiten genieten, bijaldien zij zich onderwierp aan bepalingen, die deze andere Universiteiten niet binden.

Dit lag nu natuurlijk wel niet in de bedoeling van dè woorden, maar wel in de letter der voorgestelde, en reeds deswege volstrekt onaannemelijke bepaling. En voor de kerken in Doleantie én voor de kerken in Separatie zouden alle leerarsn voortaan van de Kampensche school moeten komen.

En voorts zouden leeraar kunnen worden zij, die volgens Art. VIII inkwamen, of elder-s gestudeerd hadden. Maar alleen voor de candidaten der Vrije Universiteit wierd een exceptioneele bepaling gemaakt. Deze bleven uitgesloten, zoolang niet de Directeuren zich onderworpen hadden aan de bepalingen der Postacta.

Waarvoor nu waren in de Post acta deze bepalingen opgesteld.'' ' Voor een Universiteit naast een Seminarie .•' Neen, natuurlijk niet.

Opgesteld waren die bepalingen door een Synode, die gansch geen seminarieele opleiding kende, en eeniglijk rekende met universitaire opleiding.

In dat verband waren deze bepalingen dan ook billijk en juist.

Als de kerken geen eigen kweekschool hebben, en uitsluitend van de Universiteit af hangen, dan natuurlijk moet door contract een waarborg geboden, dat deze universitaire opleiding aan de kerken niet ten verderve zal worden.

Maar in het plan-Littooy heeft de kerk eene eigene kweekschool en voorziet in den regel zelve in haar eigen opleiding; bezit dus allen waarborg dien ze wenschen kan, daar ze steeds bij machte is andere kweekelingen af te wijzen; en mist dus allen grond om aan de Universiteit eenigen naderen band aan te leggen Immers de candidaten van deze Universiteit keurt ze zelve kerkelijk, en ze wijst ze af, zoo ze haar niet voldoende voorkomen.

Maar dit hemelsbreed verschil voorbijziende, koppelde nu het voorstel-Littooy maatregelen die raison d'etre hadden, bij uitsluitend universitaire opleiding, aan een stelsel waarin juist omgekeerd de seminarieele opleiding regel zou zijn.

En zoo kwam het, dat hij, meenende aan de Vrije Universiteit een faveur te te geven, juist omgekeerd ten laste van deze Universiteit een exceptioneelen dwangmaatregel voorstelde, waardoor ze achter komt te staan bij de mannen van Art. VIII, achter komt te staan bij een predikant die zijn eigen zoon opleidde, en achter komt te staan bij de scholen van Schotland en Amerika.

Dat de Synode van Kampen desniettemin dit voorstel aannam, moet dan ook niet daaruit verklaard, dat deze Synode dit doordacht en alzoo wilde; maar alleen uit de zeer verklaarbare gehechtheid van de Christ. Ger. kerk aan het kind harer liefde; de school, die haar genegenheid heelt; haar roem en haar glorie.

Om op dit standpunt billijk te zijn tegenover de Vrije Universiteit, had dus alleen moeten bepaald: „De kerken zullen haar eigen kweekschool hebben voor de opleiding van haar leeraren. Zij, die elders gestudeerd hebben, worden niet toegelaten dan na met goed gevolg afleggen van een kerkelijk examen, waaruit blijkt, dat zij voldoen aan de eischen, die voor het eindexamen te Kampen gesteld worden."

En had men, minzaamheid bedoelende, aan de Vrije Universiteit eenig faveur willen bewijzen, dan had men b. v. kunnen bepalen: „Zij, die candidaat in de godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit wierden, worden vrijgesteld van het examen in die en die vakken."

Doch met dit alles v> rare men er toch niet gekomen.

Immers de principieeie quaestie, die ten deze het geschil beheerscht, is geen mindere dan deze: Moet de opleiding van de Dienaren des Woords Universitair of Seminarieel zijn.' En wat aangaat deze quaestie vatten we nu onze overtuiging saam in deze stellingen: l". Overmits de godgeleerdheid een wetenschap is, behoort de opleiding van de aanstaande Dienaren in deze wetenschap, in den regel aan de Universiteit.

2". Slechts waar gelegenheid voor universitaire opleiding ontbreekt, mag en moet de kerk haar toevlucht nemen tot seminarieele opleiding.

3". Noch universitaire noch seminarieele opleiding ontslaat de kerk van de verplichting, om de aanstaande Dienaren des Woords én praeparatoir én peremptoir door de Classes te doen onderzoeken.

4". Indien de kerken geen waarborg kunnen erlangen, dat de universitaire opleiding, *wat de trouw aan de Belijdenis betreft, in het spoor der kerken zal loopen, behooren zij voor het geval van nood gereed te staan, om aanstonds eene seminarieele opleiding in de plaats te doen treden.

5". Een overeenkomst met de Directeuren der Universiteit voor wat de algemeene beginselen van alle faculteiten en het onderwijs in de godgeleerde faculteit aangaat, is daarom noodzakelijk.

6". Overmits de opleiding van de Dienaren des Woords niet enkel wetenschappelijk is, behooren de kerken door een eigen Seminarie bij de Universiteit in de practische opleiding van de Dienaren te voorzien.

En 7". in dit eigen Seminarie' behooren de kerken steeds het steunpunt te vinden, om, bijgeval de universiteit afwijkt en niet tot reden is te brengen, ook voor de verdere opleiding te kunnen intreden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Een vorig maal spraken

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's