GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk.

Op wegnaar de Clerikale Republiek

Opmerkelijk is het hoe na den val •van Boulanger de leiders der Roomsche kerk zich meer en meer geneigd toonen om de republiek niet alleen te erkennen, maar ook te steunen. De kardinaal Lavigerie, door geheel Europa bekend door zijn strijd tegen den slavenhandel in Afrika, hield eene rede, waarbij de hoogere geestelijkheid, met medewetenschap van den paus, de republiek huldigde. Voor een paar jaren zag de Fransche geestelijkheid steeds uit naar eene herstelling der monarchie; liefst had men gezien, dat in der tijd de graaf van Chambord den troon beklommen had, doch nadat de monarchisiische partijen door hun onzedelijk geknoei met Boulanger zich zeer compromiteerden, is hare houding geheel veranderd. De Jezuïeten schijnen daarmede niet ingenomen, de monarchalen evenmin, doch dit verhinderde niet, dat het muziekkorps van Lavigerie's leerlingen, na het uitspreken van zijne rede, de Marseillaise speelde,

Ook schijnt men in Roomsche kringen er mede verzoend te zijn dat de aanstaande geestelijken in de gelederen als soldaat moeten dienen. De Fransche wet op de militie laat geen uitzondering hoegenaamd toe; alle jongelieden moeten op een bepaalden leeftijd de wapenen dragen. Toen verleden herfst voor het eerst eenige Seminaristen weg zouden trekken om een tijd lang soldaat te zijn, spraken de bisschoppen hen toe en met voordacht zijn die redevoeringen, in de eerste plaats die van den aartsbisschop van Parijs, door middel van de pers wereldkundig gemaakt. Men heeft daardoor verkregen dat de seminaristen overal met voorkomendheid, ja zelfs met onderscheiding zijn behandeld. De vijf Protestantsche studenten in de Godgeleerdheid, die in het leger moesten dienen, kregen Belfort tot garnizoen; hun generaal Négrier heeft bevolen, dat zij die hen slecht mochten behandelen, streng zouden worden gestraft.

Deze houding der Fransche geestelijkheid is, dunkt ons, temeer vaderlandslievend dan die van vele onzer Roomsche landgenooten, die een minister, welke tot hunne religie behoort, ja een bevriend ministerie, alle medewerking ontzeggen, omdat hij het beginsel van afschaffing der plaatsvervanging in zijn vaandel geschreven heeft, en dit terwijl er niet aan te twijfelen valt of de aanstaande dienaren der kerken zullen van den dienst vrijgesteld worden.

Bedriegt ons niet alles dan is in Frankrijk eene reactie tegen het positivisme en materialisme in vollen gang. Men dringt er in vele petitionnementen ernstig bij de regeering op aan om maatregelen te nemen tegen de z. g. pomographische litteratuur, wslke het Fransche volk vergiftigt. Duizenden hebben deze adressen onderteekend. In de hoogere kringen der maatschappij, en ook vele hoogleeraren der universiteiten willen een andere weg dan die welke tot communisme en socialisme leidt. Mannen die het Christendom verdedigen, vinden aanhang onder het opkomend geslacht. Onlangs hield de jonge Fransche hoogleeraar Paul Desjardins te Geneve twee voordrachten één over Rénan en een over Tolstoï. Hij betoogde daarin dat men met een man als Rénan,

wiens ideaal daarin bestaat om alles te weten en over alles te grimlachen en die de twijfelzucht voedt, niet leven kon. »Ons geslacht, " sprak hij, »is krank en ongelukkig, het zoekt een steun buiten zich, en heeft het tot nu toe niet kunnen vinden. Wij verwachtten veel van de beschaving van den geest, en de wetenschap heeft ons niet gelukkig gemaakt, wij gaan bij onze electrische lampen onder dezelfde onzekerheid en dezelfde zorgen gebukt, als onze vaderen onder het oude klassieke talklicht. Deze onvoldaanheid heet, wetenschappelijk geformuleerd, het pessimisme. Voor sommigen is dit mode geworden, maar er zijn oprechte zielen, die er werkelijk onder lijden. Het eind dezer eeuw toont ons verval; het heeft geen levenssap en geen scheppende kracht meer."

Wel is de lofrede van den jeugdigen hoogleeraar op den Russischen schrijver Tolstoï bedenkelijk, die toch niet voor een apostel der Johanneïsche liefde gehouden mag, maar een verkondiger van een idealistisch modernisme is — doch opmerkelijk is zijne uitspraak: »in het land der wetehschap) waaruit wij komen,

heeft men over het algemeen niets gevonden, dat beter is dan het geloof."

Bedriegt ons niet alles, dan gaat het in Frankrijk naar de clerikale republiek.

Daartegen zoekt de gewezen pater Hyacinthe, die Frankrijk doorreist om er een reeks voordrachten te houden teneinde eene Fransche nationale kerk te grondvesten, met alle kracht te ijveren. Zijne redevoeringen komen op het volgende neder: De republiek is gevestigd; nadat zij zich eerst sterk neigde tot het atheïsme (Godloochening) loopt zij nu gevaar om clericaal te worden. Wij zijn nog niet tot de clericale republiek gekomen, maar wij gaan met snelheid er heen. Het geneesmiddel is de nationale kerk, eene religie, die niet door den staat opgedrongen wordt. Wij verwijten den Staat, dat hij de Roomsche kerk bevoorrecht, die haar bestrijdt en ondergraaft. Om de nationale kerk te verkrijgen, moet men het Gallicanisme laten herleven ; het Gallicanisme wil geen kerkelijken caesar. De paus is niet onfeilbaar; hij staat onder de kerk; kerk en Staat behooren onafhankelijk van elkander te leven. Het Gallicanisme gruwt van het bijgeloof, gelijk dit door Lourdes gevoed wordt en heeft ook nooit iets van de inquisitie willen weten. Ook begeert pater Hyacinthe, dat de priesters zich in den echt kunnen begeven en dat men van lieverlede kome tot scheiding van kerk en Staat. De oorlog zal Frankrijk niet dooden, ook het sociale vraagstuk niet, maar als wij er niet op passen, zal ons het clericalisme den dood aandoen.

Of Hyacinthe veel aanhangers winnen zal? Als men ziet tot hoeveel offers men in het clerikale kamp bereid is, moet men zeggen dat de actie om de Roomsche kerk te doen bloeien, verbazend is; terwijl de vrienden van Hyacinthe niet eens er toe kunnen komen om zonder Engelsche hulp in de kosten van hun eeredienst te voorzien. Voor den bouw der kerk op Montmartre, gewijd aan het Heilige Hart van Jezus, heeft men vrijwillig reeds meer dan drie en twintig millioen francs bijeengebracht; nog meer millioenen zijn er noodig en zullen gewis bijeenkomen. Als men daarbij in aanmerking neemt dat van de bijna 4 millioen schoolgaande kinderen in Frankrijk, meer dan 1, 700, 000 de vrije Roomsche scholen bezoeken. Deze scholen worden door de vrijwillige offers der Roomschgezinden onderhouden.

Wij meenen, dat zich in Frankrijk hetzelfde verschijnsel voordoet, dat op het laatst der voorgaande en in het begin van deze eeuw in Duitschland op te merken was. Menigeen was het troostelooze vulgaire rationalisme, dat zoolang den toon aangegeven had, moede, en wierp zich in de armen der Schleiermachcriaansche leer. In Frankrijk vindt men geen andere bedding gegraven voor het water des levens dan eene Roomsche. Geen wonder dat de reactie tegen het materialisme in Roomschen zin is. Helaas, het zout, waarvan de Heere spreekt, is in Frankrijk smakeloos geworden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1891

De Heraut | 4 Pagina's