GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wat van 1834 geldt, geldt evenzoo va

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat van 1834 geldt, geldt evenzoo va

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, i Mei 1891.

Wat van 1834 geldt, geldt evenzoo van 1886, ook van de Doleantie blijkt nu reeds in toenemende mate, wat prikkel voor verhoogd kerkelijk leven ze gaf.

Ongetwijfeld gaat zulk een kerkelijke beweging steeds gepaard met veel niet genoeg te betreuren bitterheid; een bitterheid soms, als de hartstochten opgewekt zijn, zoover gaande, dat ze het hart pijn doet.

Maar pijn doet elke insnijding in wat zweert of krank is, en de zachte heelmeesters hebben zelden het leven en de gezondheid gered.

Misschien had daarom dit pijnlijke wel kunnen gemeden worden, en van Doleerende zijde heefc men in het hachlijk oogenblik elk middel uitgeput, om een vredelievende oplossing mogelijk te maken ; ja zelfs is in Een ernstiq woord de Haagsche Synode bezworen, om elke vreedzame oplossing niet af te snijden; maar wat baate dit? De Haagsche Synode heeft het zoo, en niet anders gewild. En dat men dit wilde bleek reeds kort na Januari, toen een Gereformeerd predikant, die eens een der trouwste broederen was, het op eeB vrrgadering van Vrienden der Waar^eid'x^ltsprak: „Het moet tot een kleine aderlating komen, en dan is alles weer gezord."

Doch hieraan is nu eenmaal niets meer te doen, en hiervoor blijfc de verantwoordelijkheid op de manne; -der Synode rusten.

Reeds nu echter is het duidelijk door heel het land, wat kostelijke vrucht de Doleantie naar alle zijden afiverpt. '

Vooreerst in de Ned. Gereformeerde kerken zelven, waar, en dit bfeteekent iets, een ofifervaardigheid wierd ontwikkeld, die zelfs den tegenstander verbaast; waar het kerkelijk leven gezonder vorm aannam; waar het geheele stuk der kerk tot klaarheid is gekomen; waar de taak der diaconie een andere opvatting kreeg; en een zuivere weg van reformatie geopend werd, die nog steeds verder door wordt getrokken.

Evenzoo voor de Christelijke Gereformeerde kerk, die, mede als vrucht der Doleantie, meer is gaan nadenk§n over haar eigen positie; zich rekenschap begint te geven van den weg dien ze sinds isèp insloeg; en op weg is de ware catholiciteit weer op te vatten, ter wering en uitbanning van elk separatistisch begrip. Iets v/aar wel tegenover staat, dat juist anderen zich meer in het separatisme vastzetten. Maar dit is een phase, die men doorworstelen moet. Ook geldt het posi nubila lux ").

En eindelijk niet minder voor de Synodalen, die er zelven in roemen, zoo als juist, dank zij de actie der Doleantie, het kerkelijk leven ook onder hen is wakker geschud; velen uit hun droomerig nietsdoen zijn opgewaakt; en op menig terrein van barmhartigheid een activiteit wordt ontplooid, die tot dankbaarheid stemt. Huisbezoek, catechisatie, alles is nu. ctidf geworden. Menschen die nooit ter kerke kwamen, komen er nu.

En dat deed alles de Doleantie.

Ja, ze deed meer.

Ze maakte ook een heilzame schifting. Ze lei voorgoed het zwijgen op aan die vele roepers, die een hoog woord wilden spreken, maar nu van achteren gebleken zijn, den moed te missen van hun" overtuiging. t A

Daardoor zijn de Modernen en Irenischen vrijer in hun beweging geworden, en kan de uitkomst ons leeren, wat in deze Synodale kerk, die nu het Gereformeerde element bande of tot zwijgen doemde, uit deze zonderlinge vermenging van modernisme en irenisme staat geboren te worden.

Wie weet^ misschien mocht dit in 'sHeeren hand nog eens het middel zijn, om de Irenischen van de dwaling huns wegs te bekeeren.

Of is het niet opmerkelijk, hoe reeds een man als Prof. Gunning aan de Leidsche universiteit op één uiterst belangrijk, en, mits hij consequent is, zeer ver reikend punt van zijn d\¥aling terugkwam ?

1) VJa rêorpö : ? onnes(; ^iirt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Wat van 1834 geldt, geldt evenzoo va

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's