GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LIII.

JAN TUSCAEN.

Groote verwachtingen wekte het jaar 1566 bij de voorstanders der Hervorming op. Het optreden der edelen zou vrijheid van conscientie verwerven — meenden velen. En wel was het niet te ontkennen, dat er iets gaande was, dat een omkeering voorspelde in de handelwijze van regeering en geestelijkheid tegenover Gereformeerden, Lutherschen enz. Maar snel kwam zij niet. Dit verdroot een twee-en-twintig-jarig jonkman, Jan Tuscaen, zoon van Simon Tuscaen, wonende in den Voorburg te Oudenaerde. Niet tot de machtigen der aarde behoorde hij, hij was een eenvoudige behanger. Sints eenigen tijd had hij bij zich zelven overwogen, dat het noodig was op eene of andere wijze te toonen, dat de mis een gruwel was. Wel wist hij, dat hij zich bij zulk een proef aan groot gevaar blootstelde. Maar misschien heeft hij niet gedacht, dat de dood stond op de door hem voorgenomen daad, omdat de plakkaten toen verzacht waren. Ziethier wat hij deed. Het was Donderdag den 3oen Mei 1566, Hemelvaartsdag. Jan Tuscaen betrad dien dag O. L. Vrouwekerkte Pamele (, bij Oudenaarde). Een groote menigte was daar verzameld. De priester hief de zoogenaamde hostie op, het volk stond gereed er voor te knielen. Daar liep Tuscaen op den dienstdoenden priester toe, ontrukte hem de hostie, wreef haar fijn. tusschen zijne vingers en zeide tot het volk, zooals een ooggetuige mededeelt: »Dwaze menschen, let er toch op! Is dat daar vleesch dat aldus tot stof wordt? Is dat daar een levende God? Gelooft dan dergelijke dingen niet langer, want gij zoudt bij mij schaamte en medelijden opwekken." Het volk was verschrikt en ontroerd. Daarom liet het Tuscaen ongehinderd het kerkgebouw door de deur verlaten. Had deze willen ontvluchten, 'tzou hem gelukt zijn. Maar hij ging kalm naar zijn huis, de dingen afwachtende, die geschieden zjuden. Ondertusschen ruide de priester het volk tegen Tuscaen op. Zonder gevolg echter. Niemand wilde de hand aan den stoutmoedigen getuige der Hervorming slaan, Daarop liep hij naar den onderschout van Pamele en dwong hem, zich van Jan meester te maken. Dit geschiedde zonder eenige moeite of tegenstand. Natuurlijk begon toen het geding tegen den gevangene-Zijne rechters vroegen hem naar zijne daad in de kerk, of hij wel bij zinnen was geweest, toen hij haar pleegde. Hij antwoordde, dat hij niet wilde, dat, wat hij gedaan had, nog gedaan moest worden, al had hij er geen berouw van, omdat hij haar na rijp beraad en met een bepaald doel had gedaan.

De heer van Pamele wilde het kettergeding liever nu in zijn gebied behandeld zien en deed dus alle moeite, om het naar Oudenaerde over te brengen, hetgeen hem gelukte. Den 3den Juni 1566 werd 'Tuscaen naar het stadhuis zijner geboortestad gebracht. Twee Minderbroeders beproefden voor de rechters hem te overtuigen van zijne ketterijen, maar moesten hem onverrichter zake verlaten, terwijl hij God dankte voor zijne weldaden. Men veroordeelde hem eindelijk. De hand, waarmee hij de zoogenaamde hostie had fijn gewreven, zou afgesneden en zijn lichaam levend verbrand en in eene rivier geworpen worden.

Naar het schavot geleid, zong de martelaar het «onze Vader" met een verblijd gemoed. Aan de paal gebonden, bad hij nog: »o Heere, mijn God, het is om uws naams wil, dat ik deze dingen onderga; bewijs mij de genade, deze offerande te volbrengen.'' Toen het vuur aangestoken was, duurde het nog een kwartier, eer hij den geest gaf. Hij stierf als een standvastig getuige der waarheid, onder aanroeping van de hulpe des Heeren, den 9den Juni 1566.

ANDRIES BERTELOOT.

Toen Andries Berteloot de dwalingen van Rome inzag, trad hij vaak in twistgesprekken met Pausgezinden. Doch niet alleen dezen werden door hem bestreden! Ook den Wederdoopers wees hij hunne dwalingen aan. Hij deed dit met zooveel ijver en vurigheid, dat hij er den haat van zijne tegenstanders mee op den hals haalde. Voor 't ergste vreezende dwongen zijne vrienden hem zijn vaderland, Vlaanderen (hij was te Honschoote geboren) te verlaten en naar Antwerpen te vertrekken. Hier voegde hij zich bij de kruisgemeente. Dikwerf drong er hem de ijver voor de eere Gods om priesters en monniken op straat aan te spreken en te vermanen van hunne leer af te gaan. »Wees toch voorzichtig, Berteloot", zeiden zijne vrienden hem. Maar hij antwoordde: »0 ware ik zoo gelukkig, om Christus' wil te mogen lijden-en getuige zijner waarheid te zijn", en ging voort. Dit bewoog de gemeente den getrouwen getuige naar Londen, tot de Hollandsche gemeente, te zenden. Toen echter in de Nederlanden zelve de behoefte groot werd naar dienaren des Woords werd onze Berteloot herwaarts gezonden.

Den 27en October was hij buiten Aalst het Woord predikende, toen hij overvallen en gevangen genomen werd. In zijnen kerker kreeg hij bezoek van den prior derKarmeheten, die hem voorstelde om genade te verzoeken. Berteloot antwoordde echter: »Ik verkeer in den staat der genade". Daarop wees hij op Rome's dwalingen waarover de prior zeer verbitterd werd. De gevangene werd veroordeeld om opgehangen te worden. Op weg naar het schavot zong hij zijnen Schepper zijnen lofzang en beleed zijn geloof met vrijmoedigheid.

Zijne laatste woorden sprak hij op de ladder: »0 Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest, en maak nu uwen knecht niet te schande, want Gij zijt steeds mijn toeverlaat geweest. Wees ook mijnen vijanden genadig." Het was de 2e November 1566, toen deze martelaar in den dood ging voor den Naam zijns Heeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juli 1891

De Heraut | 2 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juli 1891

De Heraut | 2 Pagina's