GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

CXVIII.

De Waldenzen In, Provence.

Twee eeuwen lang had een deel der Waldenzen, uit Piemont afkomstig, zich in Provence en wel in Cabriere en het omliggende land gevestigd en als godvreezende menschen laten kennen, toen een bloedige vervolging tegen hen uitbrak. De oorzaak hiervan was het volgende. Vernomen hebbende, dat de Heere in Duitschland, in Zwitserland en elders zijne keik was begonnen te reformeeren, waren de genoemde Waldenzen zeer verlangend te weten, wat in genoeinde plaatsen gepredikt werd. Rome's dwalingen hadden zij sints lange ontdekt, het Woord van God begeerden zij te hebben, zoodat zij geen moeite ontzagen, om hoe langer hoe meer boeken der Heilige Schrift te hebben, maar met dit al hadden zij nog niet het rechte inzicht in de waarheid. Daarom zonden zij twee hunner mannen George Morel, een leeraar, en Pierre Masson naar Zwitserland-Dezen kwamen in aanraking met Joh. Oecolampadius van Basel, Capito en Buset van Straatsburg en Berthold Haller van Bern en werden door dezen onderwezen in de Schriften. Zoo toegerust keerden zij naar Provence tertig, doch Masson werd te Dyon gevangen genomen en stierf daarin 1530 den marteldood. Toen Morel, van boeken en papieren voorzien, onder zijne ^ederen terugkeerde, deed hij verslag van al hetgeen hij gehoord had. Ja hij verklaarde openlijk dat hij en zgne vrienden op verscheidene punten der leer dwaalden. De Waldenzen lieten toen leeraars uit Apulië en Calabrië komen om hen te onderwijzen omtrent de waarheid Gods.

Toen dit alles ter oore van het parlement van Aix, de bisschoppen, priesters en monniken van Provence gekomen was, werd «r, op verzoek van den Procureur des Konings, een proces op touw gezet tegen de inwoners van Mcrind)! en dezen voor de lechtbank gedaagd Wat moesten de Waldenzen doen? Ze raadpleegden verscheidene ad/ükaten, maar de meesten dezer wezen hen af met de verklaring, dat zij hen niet meenten helpen. Slechis een ried hen aan niei voor de rechtbank te verschijnen. Aan deze raad hielden zij zich. Hierop sprak het parlement een vonnis over hen uit als zouden zij schuldig zija aan kwetsing van de Goddelijke en menschelijke mdjcsteit, omdat zij ketiers waren De veroordeelden waren Andrf Maynard, baljuw van Merindül, Fran9ois Maynard, Martin Maynard, Jacques Maynaid, Michel Maynard Jean Tom en zijne vrouw, Jean Pulleng en zijne vrouw, een met name Facy Ie Tourneur en iijne wouvv, Martin Vian en zijne vrouw, alsmede de kinderen en familiën van de genoemde veroordeelden. Voorts Pcyron Roi, Philippon Maynard, Jacques de Songre, schoolmeeater, Leon Barberoux en Claude Favyer van Tours en een genaamd Pomery, een boekverkooper en Martha zijne vrouw, Thomas Palleng en GijiUaume Ie Normand. Deze allen moesten levend verbrand worden. Kon men ze niet per soonlijk in handen krijgen, dan moest hun beeld worden verbrand. Wat de vrouiven, kinderen, dienstboden en familiën betrof, die werden voor de rechtbank gedaagd, opdat men tegen hen zou kunnen procedceren, zooals het behoorde. Wic weigerde te komen zou verbannen worden uit geheel Frankrijk, de goederen zouden geconfisceerd worden, de woonplaatsen verwoest en het gansche land onbewoonbaar gemaakt.

Dat ontzettend vonnis, dat den i8en Nov. T540 werd uitgesproken, hield de gemoederen zoo van rechtsgeleerden als v? n mannen des volks bezig. Waren er die de sententie goedkeurden, anderen spraken er schande over en verklaarden het onrechivaardig. Een dag of 10, 12 na dit vonnis was er m de stad A.x een groot feest, dat ook bijgewoond werd door den president der rechtbank Barthelémij Chassané en verscheidene raadsheeren en edellieden uu het land Provence. Toen een der aanwezige dames, den bisschop van Aix niet onbekend, over het arrest sprak en zijn inhoud meedeelde wilden verscheidene gasten niet gelooven, dat het uitgesproken was. De heer De Beaulieu ging «elfs zoover van de mannen van Merindol te verdedigen en de geestelijkheid aan te vallen over haar zondig leven. Ja toen de bovengenoemde dame het rechtvaardig noemde, dat Lutherschen en keilers werden gedood, ontstak de heer de Beaulieu in toorn, noemde de dame een Hcrodias en verklaarde het een misdaad, dat zooveel onschuldig bloed zou gestort worden.

De gesprekken, welke de geestelijken op het boveng< ; ncemde feest hadden gehoord, hadden ip hen in zooverre een diepen indruk gemaakt, dat zij besloten hun best te doen, om het vonnis over de geloovigcn van Merendol uitgevoerd te krijgen. Immers was het hun du.delijk geworden, dat niet alleen de ketterij toenam, maar dat ook onder hunne trouwe zonen een geest van verzet kwam tegen hen en hunne handelingen mt? t de ketiers De samenkomst, die de aartsbisschop van Ailes, de bisschop van Aix, sommige abten, priors en andere geestelijken te Avignon hadden om te beramen welke middelen zij hadden aan te wenden om tot hun doel te komen, bewees hun echter, dat er ook onder .'len mannen waren, die, zoo al geen ketters, dan toch vrienden der keilers waren. Natuurlijk vervulde dit de geestelijken met haat tegen hem, die hun een afvallige voorkwam te zijn. Bovendien besloten zij al hun invloed te gebt.uiken ten einde den president en de raadsleden vau het hof over te halen het vonnis over Miriodol's geloovigen uit te voeren Daarop scheidde de vergadering en begaven de geestelijken Z'ch, om zich te verzetten, naar een feest, dat ten haize van den bisschop van Rieux gehouden werd. Uaar werd gegeten en gedronken, gedanst en gespeeld met de dames van Avignon, welke mede genoodigd werden. Toen gingen de gasten met de dames wandelen en kochten zich onKiesche teekeningen en schilderijen.

Al wandelende kwamen de heeren op de markt en bleven daar staan bij eenen boekverkooper, die Fransche en Laüjnsche Bijbels verkocht. »Hoe durft gij met zulke waar op de markt te komen? " vroegen de geestelijken den boekverkooper. > Wcet gij niet, dat die boeken verboden zijn? " »Zijn die boeken, welke het Woord Gods bevatten, minder waard dan die teekeningen en schilderijen, welke gijlieden daareven gekocht hebt? zeide de koopman. »Ik wed op mijn zielezaljgheid, " hernam de bis­ schop van Aix, dat die man een Luteriaan is. En nauwelijks had hij dit gezegd, of eenige slechte mannen schoten toe, grepen den boekverkooper en sleepten hem naar den kerker, waar hij gruwelijk mishandeld en bloedende aankwam. Des anderen daags werd hij voor de rechters gebracht De bisschoppen waren bij het verhoor, dat de martelaar doorstaan moest, tegenwoordig. „ Wist gij niet, " vroeg men hem, »dat gij geen andere dan Laüjnsche Bijbels mocht verkoopen? " »Neen, " antwoordde de koopman, »want ik heb verscheidene Fransche Bijbels, met privilege van den keizer gedrukt, verkocht, en andere, gedrukt te Lyon, met privilege van den koning." En daarop siouter wordende, vroeg hij: »Zijt gijlieden, die in Avignon waart de eenige Christenen, die het Testament van God verafschuwt? En waarom wilt ge niet toestaan, dat het instrument en de echte oorkonden van Gods verbond wordt bekend gemaakt? Wilt gij vvat Jezus Ch'istus heeft geboden in alle talen te verkondigen, verbieden? En waarom verbiedi ge dan niet de goddelooze boeken en teekeningen, die slechts dienen om God te onteeren? Gij zult hiervan voor God rekenschap geven? ' De bisschop var, AIX en de andere geestelijken barstten van spijt en cischten, dat hij zou worden ten vure gedoemd.

Doch de rechter Labcr en eenige anderen waren van gevoelen, dat die boekhandelaar met behoefde ter dood veroordeeld te worden. G.noeg zou wezen, indien hij vergeving vroeg en den bisschop van Aix alsmede de andere geestelijken voor ware herders van Christus kerk wilde erkennen. Doch de boekverkooper weigerde dit. Daarop werd hij veroordeeld om verbrand te worden. Tot een teeken waarom hij sterven moest, bond men hem twee Bijbels aan den hals, een hangende over den rug, den ander over de borst. Op weg naar de strafplaits hield de martelaar niet op tot het volk te vermanen den Bijbel te lezen. Velen werden getroffen Toen de geestelijken dat bemerkten gaven zij bevel in de stad en haar omtrek, dat ieder, die een Bijbel had dien moest uitleveren. Een strijd tot het uiterste werd er dus door de geestelijken gestreden niet om de eere van Gods Woord maar om die van het Pausdom.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1893

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1893

De Heraut | 4 Pagina's