GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

GOV.

ROBERT BARNES.

In de dagen, toen de Reformatie den strijd aanbond tegen Rome, kwamen de machtigste kampioenen voor de waarheid in Engeland, bijzonder van hare beide Universiteiten van Oxford en Cambridge. Daarom tellen we onder de martelaren van Christus' kerk in dien tijd geleerden, die zich de getuigenis der waarheid naar den Woorde Gods niet schaamden en zich, op den eisch des Heeren, willig overgaven, om verbrand of op andere wijze gedood te worden.

Tot deze geleerde martelaren behoort ook Dr. Robert Barnes, die geboortig was uit het graafschap Norfolk.

Reeds vroeg sloot hij zich bij de orde der Augustinermonniken aan. Bezield met ijver en lust tot studiebezocht hij meer dan een Hoogeschool, om aan de voeten der aanzienlijkste geleerden wijsheid en kennis op te doen. Te Leuven ontving hij den graad .van doctor in de godgeleerdheid. Toen hij te Cambridge, waar hij zijne studiën begonnen was, terugkwam, (wat in 1523 geschiedde), werd hij benoemd tot prior van zijn klooster. Daar hij bekend was met 't Evangelie Gods, ja er zich toe getrokken gevoelde, beproefde hij aan de Universiteit van zijne woonplaats, waar hij ook te leeren had, het Evangelie aan zijne hoorders te brengen. Hij ging echter niet rechtstreeks op zijn doel af. Eerst behandelde hij oude Romeinsche schrijvers als Cicero en Terentius, daarna opende hij evenwel de brieven van Paulus. Wel verstond hij toen nog niet de goddelijke diepte van deze geschriften, en begreep hij toen in het geheel niets van de leer der rechtvaardigmaking, maar toch verlangde hij het onderwijs der Schrift in de plaats van de dorre geleerdheid der Midden-eeuwen te stellen. Hierdoor was hij in staat der dwaling gevoelige slagen toe te brengen, al bleef hij in de hem eenvoudige waarheid een vreemdeling. Om, zoo mogelijk, dezen misstand in zijn zieleleven te openbaren besloot Bilney, een beslist Christen en voorstander der Reformatie, naar hem toe te gaan. Gesteund door de gebeden zijner vrienden, zich sterkende in eigen smeekingen tot den He.ere, trad Bilney bij Barnes binnen. Toen zijn die vele samensprekingen begonnen, welke in Gods hand het middel voor Barnes' bekeering zijn geworden. Desniettemin behield de prior nog lange jaren iets wankelends in zijn karakter, zijn oog was niet eenvoudig en zijn hart werd dikwijls beroerd en her-en derwaarts geslingerd door tegenstrijdige denkbeelden. Wij hebben reeds gezien, hoe hij lang de leer der wezensverandering in het Avondmaal handhaafde. Straks zullen we zien, hoe diep hij viel. Doch op 't oogenblik waarvan wij spreken, was hij vol vuur en meende in staat te zijn, met zijn God geheel Engeland het hoofd te kunnen bieden. Naast en met hem arbeidden mannen als Latimer, Stafford e. a. In het jaar 1525 besloten deze mannen, den Zondag vóór kerstmis, van verschillende kansels een aanval te doen op Romes dwalingen. Helaas, Dr. Barnes liet zich verleiden tot een aanval tegen den toen oppermachtigen kardinaal en kanselier Wolsey en diens rijk leven, dat hij in strijd achtte met Gods Woord. Hierdoor haalde hij zich tal van vijanden op den hals, terwijl zijne vrienden hem niet konden steunen. Daarop bouwend en zijn zwak karakter kennende wisten de geestelijken Barnes zooveel vrees aan te jagen, dat hij bijna tot verloochening der waarheid gekomen zou zijn hadde het Gode niet behaagd zijne vrienden tot hem te leiden, die hem waarschuwden, zeggende: sWacht u wel, dat gij u zoo zwak niet aanstelt door naar de geestelijken te luisteren."

Hoe anders werd het echter in 1527 ! De reuk van ketterij, die van Cambridge was uitgegaan, had Wolsey geprikkeld. Hij zond er in het begin van Februari des genoemden jaars zijne handlangers heen, om beslag te leggen op alle kettersche boeken, die er gevonden werden, en hunne bezitters te arresteeren. Dinsdag den zesden Februari begaven zich Capon, een van Wolsey's kapellaans, en Gebron, een deurwaarder, naar het huis der Convocatie, waar zij verscheidene doctoren met elkaar in gesprek vonden. Hunne komst veroorzaakte eenige ongerustheid onder de aanwezigen. Eensklaps trad nu Gebron toe op Barnes en arresteerde hem. Met hem zouden nog dertig verdachten gevangen genomen worden. Toen werden de kamers onderzocht, of er ook kettersche boeken gevonden werden. De speurhonden zagen zich teleurgesteld. Het was gelukt de verdachte boeken uit de kamers te verwijderen, eer de inquisiteurs er in kwamen. Dezen moesten dus tevreden zijn met de gevangenschap van Barnes.

Hij werd naar Londen gebracht en moest den Ssten Februari voor den kardinaal verschijnen. Wat een toestand voor den zwakken Barnes, die geheel terneergeslagen was!

Toch had hij oogenblikken van moed. Met Gods genadige hulp hoopte hij, zeide hij, zijne gevoelens uit de Schrift te handhaven. Wolsey, nog verbitterd over wat door Barnes indertijd van den kansel omtrent hem gezegd was, spotte met den ongelukkige.

„Kunt gij", zoo vroeg de kanselier, stien of ook maar zes doctoren der godgeleerdheid vinden, die bereid zijn te zweren, dat gij vrij zijt van ketterij ? " Hierop bood Barnes twintig eerlijke leden aan, even geleerd als hij­ zelf of geleerder nog. »Neen", hernam de kardinaal, »ik moet doctoren der godgeleerdheid hebben, en mannen zoo oud als gij." De prior achtte dit onmogelijk. Toen vervolgde Wolsey: sin dat geval moet gij verbrand worden."

Des anderen dïiags stond Barnes vóór het kapittel. Zijn rechters legden hem een groot stuk voor en vroegen: »Beloof dat gij dit papier openlijk zult voorlezen, zonder er een woord van af te laten of bij te voegen." Na lezing antwoordde Barnes: ilk zou liever willen sterven!" sWilt gij afzweren of levend verbrand worden, " donderden hem de rechters toe. Barnes beefde. Doch opeens greep hij moed. »Ik wil liever verbrand worden dan afzweren, " riep hij. Met dat woord was zijn moed ook uitgeput. Onder den invloed van Gardener en Fox begon hij weer te wankelen en eindelijk teekende hij de noodlottige afzwering. Den Zondag hierop moest de ongelukkige in de St. Pauluskerk boete doen. Hij deed het, waarna hij in de gevangenis teruggevoerd werd. Barnes kon nu met weenen, zijne kracht was door zijn val gebroken. In Augustus daaraanvolgende werd hij in het Augustijnerklooster opgesloten. Drie jaren lang bleef hij daar. In 1530 wist hij te ontvluchten en begaf hij zich naar het vaste land en wel naar Wittenberg. Toen hij echter vernam dat Hendrik VIII met den paus had gebroken, keerde hij naar zijn land terug en werd in 1535 hofkapelaan en onderhandelaar bij het huwelijk des konings met Anna van Kleef. Enkele jaren later echter verlangde de vorst van zijne gemalin te scheiden en begon met hen te verderven, die bij dat huwelijk waren behulpzaam geweest. Een dezer nu was Barnes, die toen van ketterij werd beschuldigd en om zijne belijdenis van den Heere Jezus op den brandstapel stierf. Dit geschiedde in 1540.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's