GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

NOG NIET BEREIKT.

VII. (Slot.)

Het geheele gevaarte door graaf Von Zeppelin gebouwd, bevat 17 afdeelingen. Er om heen hangt een net, uit zoogenaamd Chineesch touw of vezels vervaardigd, een zeer taaie maar lichte stof. Ook is elke kamer met zulk een net behangen. Dit geschiedt omdat in elke aldeeling ook een luchtbol gebracht wordt, zoo groot dat hij juist in de ruimte past.

Elke luchtbol van de zeventien, bestaat uit een weefsel van katoen, zeer licht en dicht; ge begrijpt waarom. Voor alle zekerheid is alles nog met een laag gom bedekt. Het geheele geraamte van alluminium, is evenzoo omgeven door een buitenst bekleedsel, dat waterdicht is. Het dient voornamelijk om den luchtbol te beschutten tegen de zonnestralen en tegen den regen, die hem beide kunnen schaden.

Als ik u nu zeg, dat deze bolleii alle met waterstofgas gevuld worden, dan begrijpt ge dat ze gezamenlijk heel wat dragen kunnen. Er hangen dan ook aan het gevaarte twee schuitjes van alluminium, de zelfs met elkaar verbonden door een heel smalle loopplank om 't zoo eens te noemen. Wie gauw duizelig is, doet beter geen wandelingen door 't luchtruim op die plank te maken, en nog beter met nooit een luchtreis te ondernemen. Trouwens verreweg de meeste menschen zijn daar niet toe te bewegen. Boven de schuitjes bevinden zich aan elke zijde van het omhulsel, een paar vleugelschroeven, die gedreven" worden door „motors" van 12 4 15 paardekrachten.

Ook is er een inrichting gemaakt om te weten of men rijst of daalt, wat natuurlijk in de lucht niet zoo gemakkelijk is te ontdekken. Overeen sterk gespannen touw loopt een gewicht, dat men uit de gondels kan bewegen. Als het ge durende de reis achteruit glijdt, richt zich het tegenovergestelde deel van den luchtbol omhoog, en 't is een bewijs dat hij rijst. Gaat het gewicht naar voren, dan daalt het luchtschip. Zoo althans deelt iemand mee, die 't gezien heeft, doch uit zijn beschrijving kan men ook lezen, dat het gewicht gebruikt wordt om den bol te doen rijzen of dalen.

Ik heb u uitvoerig meegedeeld, hoe deze luchtbol is ingericht, omdat vele menschen gelooven, dat nu de tijd aanbreekt, waarin de luchtvaart jets als scheepvaart en spoorwegrit worden zal.

Dit is zeker, dat Von Zeppelin alles heeft gedaan omzijn onderneming te doen gelukken. Zelden is een luchtschip met zoo veel zorg gebouwd, zoo voortreffelijk uitgerust. Het heeft een groote drijfkracht, het is licht, toch sterk en op weerstand berekend. In één woord, veel verbeteringen zijn aangebracht en als een luchtbol bestuurbaar is, moet het nu blijken. De eerste proeftocht, die gemaakt is over het meer van Constans, voldeed in zoover, dat men bij zachten wind den bol sturen kon. Een tweede proef schijnt ook nog al voldaan te hebben. Doch in alle geval is nog geen oordeel te vellen.

Maar al is ook het bestuurbare luchtschip zoo goed als gevonden, toch is de tijd zeker nog heel ver, dat schooljongens op een vrijen Zaterdagmiddag eens voor hun genoegen in de lucht gaan varen. Ook pleizierreisjes naar Zwitserland of naar Noorwegen per luchtbol, in de zomervacantie, zien we vooreerst nog niet plaats hebben. En dat niet alleen om de kosten, maar vooral ook, wijl luchtreizen maken steeds een gevaarlijk spel is.

Het opgaan is meestal mooi; verheven zelfs voor wie mee gaat. 't Is alsof niet de luchtbol rijst, maar de aarde met tuinen, velden enbosschen, langzaam wegzinkt, a\ kleiner wordt, al meer te overzien. Weldra is het uitzicht door niets meer beperkt, ontzettend wijd. Wind voelt men nooit, omdat men altijd voor den luchtstroom afdrijft. Alleen als de wind onregelmatig is of er een wervelwind opsteekt, is het een gevoel alsof het schuitje schokken krijgt. Ja, men kan dan met zulk een snelheid en kracht rondgedraaid en in ijskoude sneeuw-en hagel wolken gedreven worden, dat menigeen die 't ondervonden heeft, wenschte, niet zoo dwaas geweest te zijn, om te gaan. Men moet zich dan met alle kracht aan den gondelvasthouden, wil men er niet uit geslingerd en verpletterd worden.

De luchtschipper en die met hem reizen worden door gevaren bedreigd, waartegen, althans dusver, niets is te doen. Zoo kan 't gebeuren, dat de bol plotseling in fel zonlicht komt. Door de hitte der stralen zet dan het gas soms plotseling uit, en er is groot gevaar, dat het omhulsel van den bol springt. Wederom kan het gebeuren, dat men plotseling in een kouden luchtstroom of in wolken komt. De luchtbol koelt dan geweldig af, het gas trekt samen, en het luchtschip daalt ontzaglijk snel. In die beide gevallen nu is te vreezen, dat men eer beneden komt dan men verwacht, ja kan de dood het gevolg zijn van een onvermijdelijken val.

Trouwens, dat beneden komen is, al heeft men de reis dusver gelukkig volbracht, nooit gemakkelijk. Er zijn voorbeelden genoeg, dat luchtschippers een arm of een been braken, ja 't leven inschoten, doordat zij geslingerd werden uit het heftig slingerende schuitje, dat haast den grond raakte. Veelal moet men de gelegenheid waarnemen, om met een flinken sprong weer „aan land" te komen.

Als wij daarbij nu bedenken, dat het luchtschip vooreerst wel niet geregeld zal kunnen varen, b.v. als 't stormt in 't geheel niet, dan blijkt duidelijk, dat een luchtscheepdienst nog vooreerst niet zal worden ingesteld. We zullen ons nog lang, zoo niet altijd, met land en water moeten vergenoegen.

EEN OFFER.

In de vierde eeuw leefde te Tarente een Christen Sofronymus geheeten, die een buurman had, welke nog een heiden was. Op zekeren dag zei de laatste tot den eerste:

„Ik begrijp van uw godsdienst weinig of niets. Wij hebben goden en brengen hun offers. Maar wat offert gij aan uw God? "

„Onze God is onzienlijk, " antwoordde Sofronymus, „en onze offers zijn het ook."

„Dat is dan wel gemakkelijk, " sprak de hei den. „Wij geven onze goederen en ons geld, maar offers die niet te zien zijn, kan elk wel brengen."

„Meent gij dat? " sprak Sofronymus. „Dan vergist gij u. Onze God zegt tot ons: Geef Mij uw hart. Al wat wij verder geven voor Zijn dienst, is maar gevolg van dat eene groote offer, dat wij brengen, aan Hem, die Zich voor ons eerst gegeven heeft. Het is geen roem voor ons, want Hij eischt wat Hem behoort, en Hij stelt ons in staat dat offer te brengen. Doch gemakkelijk is het niet."

De heiden begreep dat niet en ging hoofdschuddend heen. Doch twee jaar later, toen hij zelf door Gods genade een Christen was geworden, sprak hij tot Sofronymus:

„Nu versta ik wat gij bedoeldet, en weet ook dat het offer des Christens het grootste is. Wij gaven van het onze aan de goden. Maar die gelooven, geven den Heere hun hart, dat is zich zelf."

CORRESPONDENTIE.

J. H. te B. We zouden dit gaarne doen, doch geluk u zelf reeds blijkbaar gevoelt, gaat dit hier niet aan. Als u echter even de kantteekening op den Statenbijbel inziet, hebt u het antwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1900

De Heraut | 4 Pagina's