GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Recensiën.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Recensiën.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. VAN ANDEL, Patdiis tweede brief aan de Corinthiers, aan de gemeente uitgelegd. Leiden, D. Donner, 1903.

Ds. van Andel zet zijn schoonen exegetischèn arbeid voort. Eenvoudig, bijna sober is ook dit boek; alle jacht op effect, alle gezwollen rhetoriek, alle uitstal van geleerdheid is vermeden. Juist daardoor doet dit boek weldadig aan. De taal is klaar en zuiver; de uitlegging gezond en practisch; een schat van fijne opmerkingen glinstert als edelgesteenten door den gouden draad van het betoog heen. Niet alleen de gemeente, voor wie dit boek bestemd is, maar ook de Dienaren des Woords kunnen hiermede winste doen. Wij hopen, dat Ds. van Andel tijd en lust moge vinden, om nog menig bijbelboek zoo voor de gemeente i.it te leggen.

J. CALVIJN. De projetièn van Ezechiël. Naar de uitgave van het Corpus Reformatorum uit het Latijn vertaald door J. Ltrgtigheid, D. des W. te Geesteren, Kampen, J. H. Kok, 1903. Kort voor zijn sterven begon Calvijn met de profetiën van Ezechiël te verklaren; zijn krankbed en dood verhinderde hem dien arbeid te voltooien; alleen de eerste twintig hoofdstukken legde hij uit. Toch heeft ook deze uitlegging van Calvijn waarde; van eenige afmatting des geestes of mindere scherpheid van oordeel is hier geen sprake. Calvijn bleef lot het laatste toe helder van geest. Anders zou hij zeker niet een zoo moeilijk werk begonnen zijn als de verklaring van dezen profeet. De vertaling is niet slecht; alleen moge Ds. Lugtigheid zorg dragen, dat correctiefouten als trotsch voor trots (pag. 12) en stof voor of (pag. 15) niet blijven staan. Zulke fouten zijn bepaald hinderlijk.

C. VAN PROOSDIJ. De prof eet Daniël. Tweede Deel, Hoofdstuk VII—XII. De profeet der vertroosting voor het verkoren volk. Eerste stuk. Het eerste en tweede gezicht. Hoofdstuk VII en VIII. Leiden, D. Donner, 1903.

Reeds bij de verschijning van het eerste deel vestigden wij op deze populaire exegese van Daniël de aandacht. Het tweede deel, dat een verklaring tracht te^ geven van de zeer moeilijke profetiën van Daniël, staat echter niet geheel op dezelfde hoogte als het eerste deel. Ds, van Proosdij is meester in het schilderen van historische tafereelen; zijn rijke fantasie bouwt het verleden op uit enkele fragmenten en vult de leemten aan. Op het gebied van de uitlegging der profetie echter heeft de schrijver zich zelf blijkbaar niet vertrouwd; vandaar dat dit deel voor twee derden geen eigen werk is, maareen compilatie van uitspraken uit andere schrijvers, vooral uit Calvijn. Zulk mozaïekwerk nu bevredigt niet. Vooral niet, wanneer de schrijver, na eerst breede stukken uit Calvijn overgenomen te hebben, ons ten slotte verklaren komt, dat hij het niet met Calvijn eens is en zelf een ander gevoelen is toegedaan. Bij hoofdstuk VII krijgt men dit eigen oordeel allhans nog te hooren, maar in hoofdstuk VIII ontbreekt het geheel; feitelijk is hier alleen Calvijn aan het woord en worden in korte aanteekeningen de gevoelens van andere uitleggers meegedeeld, zonder dat genoegzaam blijkt, welke opvatting Ds, van Proosdij zelf voor juist houdt.

J, DEKKER. Naar Ninevé, Jonahs reize. Amsterdam, Hüveker en Wormser 1903.

Otto Funcke gaf indertijd een practische uitlegging van het boek Jona, dat door het ongeloof wel het meest aangevallen wordt, en toonde welke rijke schatten voor het leven van onzen tijd in dit boek verscholen liggen. De nieuwe verklaring, die Ds. Dekker biedt, mag niet zoo frisch en pakkend zijn als van zijn Duitschen collega, maar staat in een opzicht veel hooger. Ds. Dekker heeft ruimschoots gebruik gemaakt van de Assyriologische ontdekkingen en daarmede een beeld geteekend van het Ninevé in Jona's dagen, dat de beteekenis van Jona's zending in het rechte licht stelt. Ook heeft Ds. Dekker volkomen terecht er nadruk op gelegd, dat de hoofdgedachte van dit boek ligt in

de roeping der heidenen. Een schrijffout als Rauwlinson (pag. ii6) voor Rawlinson, zal wel aan den zetter te wij; .en zijn. Voorts had 0s Dekker, die zelf toestemt, dat in de oor spronkelijke taal in het Oude en Nieuwe Testament het monster, dat Jona opslokte, alleen een aroote visch wordt genoemd en geen walvisch, o. i. beter gedaan met de vraag, of God expres een walvisch naar de Middellandsche zee had kunnen ontbieden, w? ar deze dieren anders niet voorkomen, en of het keelgat van een walvisch wijd genoeg is om een mensch door te laten, buiten spel te laten. Trots deze kleine opmerkingen bevelen wij dit leerzame boek gaarne aan.

C. H. SPURGEON. De Wonderen van dm Heiland verklaard en toegepast in toespraken voor Zijne gemeente op aarde. In 't lïollandsch overgebracht door E. Ubels, Doesburg, J. C. van Schenk Brill 1903.

Spurgeon's werken behoeven geen aanbeveling. De frischheid en oorspronkelijkheid van Spurgeon's geest, zijn diepe kennis van de nooden van het menschelijk hart; zijn rijk inzicht in het Evangelie der genade maken de kracht en bekoring uit van zijn predikatiën. En al mag de Gereformeerde hier en daar bezwaar hebben, omdat bij het streng vasthouden aan de lijn der uitverkiezing de vei bondsgenade niet genoeg tot haar recht komt, toch aanvaardt ook hij dankbaar de rijke gave, die God in Spurgeon's werken aan de gemeente schonk. Het verblijdt ons daarom dat ook dit deel van Spurgeon's werken in 't HoUandsch vertaald wordt, al blijft voorzichtigheid bij het gebruik van deze P^ngelsche spijze gewenscht.

J. P. HASEBROEK. Het Evangelie van Mattheus voor de gemeente toegelicht. Naar de „Reflexions Morales" van P. Quesnel vrij gevolgd. Op nieuw uitgegeven met een inleidend woord van Dr. S. D. van Veen, hoogleeraar te Utrecht. Utrecht, J. C. van der Stal, 1903.

De oorspronkelijke titel: „reflexions morales" is zeker juister dan de titel, dien Ds. Hasebroek koos. Een toelichting op het Evangelie vindt men hier niet. Wel losse aanmerkingen, die meestal een zedelijke strekking hebben. De Reflexions morales van Quesnel zijn een der schoonste vruchten van Port Royal; ze leggen getuigenis af, hoe de geest van Augustinus nog nawerkte in de Roomsche Kerk. Toch zullen deze „zedelijke overdenkingen" een protestant niet geheel bevredigen. Het protestantisme heeft rijker licht ontvangen dan het Jansenisme; en het middelpunt van het Evangelie: de rechtvaardigmaking door het geloof treedt in deze moreele overdenkingen niet genoeg op den voorgrond.

Ds. FELIX. Predikers en Prediken. Groningen Jan Haan, 1903.

Ds. Felix heeft hier uit tal van schrijvers bijeengevoegd kostelijke opmerkingen over de homiletiek en deze in verschillende categorieën gerangschikt. Menige gulden raad, kostelijke opwekking, troostelijke mededeeling uit eigen ervaring of van uitnemende predikers worden hier geboden. Voor jonge predikanten kan dit boekske nuttig zijn.

A. M. DiERMANSE. De ifieensmelting. Een woord voor de Eenheid der Kerk. II. Hoe onhoudbaar de Bezwaren zijn ! Hoe schriftuurlijk de ineensmeliing is! Den Haag, Rientz Balts, 1903.

Eigenlijk moest zulk een betoog als Ds. Diermanse hier levert, niet meer noodig zijn. Het getuigt tegen onze kerken, dat na tien jaren saam geleefd te hebben in één kerkelijk verband, op zoo vele en aanzienlijke plaatsen als Rotterdam, den Haag, Leiden, Middelburg, Arnhem, Groningen, de muur des afscheidsels tusschen kerken, die één belijdenis en één kerkenorde hebben, nog niet is afgebroken. Nu we echter met dit kwaad nog altoos voorttobben, valt het te prijzen, dat Ds. Diermanse opzoo bezadigden en broederlijken toon de onhoudbaarheid der bezwaren in het licht stelt en den eisch der Schrift bij de conscientiën bepleit. Vooral in die kerken, die nog niet tot samensmelting kwamen, kan dit vlugschrift goeden dienst verrichten.

W. H. GISPEN. Eenige Brieven aan een vriend te Jezuzalem. Kampen. J. H. Kok, 1903.

De pittige brie7en die Ds. Gispen vroeger aan een vriend in Jeruzalem schreef, vormden een hoofdattractie van De Bazuin. Ge mocht het met de beschouwingen van den briefschrijver niet altijd eens zijn, soms bedenkelijk het hoofd schudden over enkele gewaagde para doxen, maar de geestige humor, de rake opmerkingen, de frischheid vau geest, maakten Gispen's brieven tot de meest geliefkoosde schotel, dien de Bazuin redactie haar lezers kon voorzetten. Gispen is nooit enghartig geweest; hij had een open oog voor de gebreken ook van de broeders die naast hem stonden; gelijk hij omgekeerd het goede wist te waardeeren zelfs bij degenen, die kerkelijk tegenover hem stonden. Het is daarom te begrijpen, dat vele vrienden van Ds. Gispen eene afzonderlijke uitgave van deze brieven begeerden.

Ds. Gispen gaf aan dien drang gehoor en deed zelf een keuze uit het tijdvak 1878-1888. Wie deze brieven herleest, zal wel onder den indruk komen, hoe vlug ons leven voorbijgaat en hoe geheel anders de loop der historie is geweest, dan deze briefschrijver dacht. Ds. Gispen heeft vele talenten, maar de profetenmantel is hem niet op de schouders gevallen. De diepste oorzaak daarvan is wel, dat Ds. Gispen bij al zijn schalkschen humor in den grond pessimist is en God de Heere betere dingen voor zijn kerk en volk in Nederland weggelegd had, dan 'smen schen kortzichtige blik voorzien kon.

W. H. GISPEN. Rechtvaardig voor God. Kampen. G. Ph. Zalsman. 1903.

Het moet voor Ds. Gispen wel aangenaam zijn, dat de beide uitgevers te Kampen wedijve ren om zijn psrsarbeid voor De Bazuin in meer duurzaam gewaad aan ons publiek voor te leggen. Zeker verdienen dit deze artikelen, waarin het hoofddogma van de reformatie, de rechtvaardigmaking door het geloof alleen, op eenvoudige en begrijpelijke wijze wordt uiteengezet aan de hand van onze uitnemendste theologen.

Uit Eigen Kring. Twee en vijftig leerredenen door predikanten der Christelijk Gereformeerde kerk in Noord-Amerika. J. B. Hulst. Grand Rapids, Michigan. 1903.

Wie dezen bundel predikatiën doorbladert, zal door twee dingen getroffen worden. Vooreerst hierdoor, dat de Christelijke Gereformeerde kerk in Amerika in zoo menig opzicht met onze Gereformeerde kerken in Nederland verwant bleef. De meeste dezer leerredenen zoudt ge zonder eenige wijziging in onze kerken kunnen houden. Wat wij onder de Amerikaansche preekraethode verstaan, de jacht op effect, het verhalen van anecdoten, het preeken over motto's in plaats van over den tekst zelf, vindt ge hier nergens. Onze Christelijk Gereformeerde broeders in Amerika houden vast aan de oude Gereformeerde preekraethode, en bedienen het Woord Gods aan de gemeente van Chrib; i-^ in alle eenvoudigheid en oprechtheid. En in de tweede plaats zal het feit de aandacht trekken, dat onze broeders aan de overzijde de kunst ver staan, veel in weinig woorden te zeggen. De meeste dezer leerredenen zijn niet langer dan 14 bladzijden. Al het gerekte en lang uitgespohnene, dat onze Hollandsche predikatiën zoo vaak ongenietbaar maakt, is hier gemeden. Wij kunnen onze vacante kerken dan ook wel aanraden, met deze vrucht van Amerikaanschen bodem eens de proef te nemen. Er is menige predikatie in dezen bundel, die voor onze kerken met stichting en zegen kan gelezen worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 december 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Recensiën.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 december 1903

De Heraut | 4 Pagina's