GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).

Geachte Redactie!

Als we iets niet kunnen begrijpen, zit het .m som bij ons op een kleinigheid vast. En zoo kan het m. i. wel eens zijn bij die broeders, die toch maar werkelijk niet kunnen inzien, dat we naar den eisch des Woords de kinderen der geloovigen als wedergeborenen moeten be schouwen, tot dat zij in belijdenis' en wandel het tegendeel van de kenmerken der kinderen Gods vertoonen.

Eéne hunner redeneeringen, waarmede zij hun standpunt verdedigen ter goeder trouw, is deze: „Aan de vruchten kent men den boom — dus mag ik ook niet een kind van geloovige ouders voor wedergeboren houden, voor en aleer het vruchten der bekeering waardig toont voort te brengen." Maar wat zou Christus bedoelen ? Dat men alléén aan de vruchten den boom kent — of, dat men bizonder aan de vruchten den boom kent? Ik voor mij geloof het laatste. Denken we ons — om een sterk sprekend voorbeeld te nemen — een eikeboom, die nog geen vrucht heeft gezet — mij dunkt, dan zal toch ieder, die maar een weinig kennis van boomen heeft, ook wel zonder dat hij nog eikels aan den boom ziet, terstond bij het zien van zulk een boom, lettende op zijn hout, zijn vorm (stam met takken), zijn bast en zijn bladeren denken : dat is een eikeboom, en geen beuk, ot den, of linde, of kastanje, enz. Dus, ook aan andere kenmerken dan alleen aan de vruchten is een boom te kennen; doch gewis, bizonder aan de vrucht, vooral als twee boomen overigens veel op elkander gelijken, bijv. een wilde en tamme kastanje (een wijnstok en een wilde wingerd), enz.

We hebben dus m. i. ook geen recht om te zeggen: „eerst moeten de kinderen der geloovigen vruchten der bekeering waardig voortbrengen, en eerder mogen we ze niet voor wedergeborenen, dus voor door het echte geloof Christus ingeplante kinderen houden; " — want er is ons voor de beschouwing van hen in de H. Schrift een andere maatstaf aan de hand gedaan, dan voor de beschouwing der volwassenen: Al kunnen wij dan ook nog geen geloo/svrucht hi] h& a. opmerken, andere kenmerken dragen ze dan toch wel, waarom we ze voor levende leden van Christus' gemeente hebben te houden, tot dat ze in belijdenis en wandel het tegendeel mochten toonen — (ofschoon, het oordeel over hun hart verblijft ook dan nog aan den Heere alleen) — n.l. „dat ze alzoowel als de volwasseten in het Verbond Gods en in Zijne gemeente begrepen zijn, en dat hun door Chris tus' bloed de verlossing van de zonden en de H. Geest, die het geloof werkt (ook al wel in kinderharten, n.l. als geloofsvermogen), niet weiniger dan aan de volwassenen toegezegd wordt."

En om niet meer te zeggen, och, als we recht bedenken vne wij, volwassene geloovigen, zijn voor den Heere door onze ontallijke ongerech tigheden, en daartegenover wie de kleine kin derkens der geloovigen zijn voor Hem, als die nog geene dadelijke zonden hebben bedreven, en hoe de Heere Jezus de kinderkens in liefde omving, en ze Zijnen volwassen jongeren en ons in hen ten voorbeeld stelde, en hoe Hij ons zegt in Zijn Woord, dat de Heere zich uit den mond der kinderkens en der zuigelingen sterkte gegrondvest heeft, om Zijner tegenpar tijen wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden, dan zal het ons, dunkt mij, toch niet zoo zwaar meer vallen d? kinderkens der geloovigen voor wedergeborenen te hou den. Zoodat we dan ook, als de Heere ze ons in hun prille jeugd mocht ontnemen, niet omdat ze dan juist worden weggenomen, maar juist omdat we ze allen voor wedergeborenen mogen en moeten houden tot dat ze in belijdenis en wandel de kenmerken der ongeloovigen mochten toonen, niet willen twijfelen aan hunne uitverkiezing en zaligheid.

V.

A. J. T.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1905

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1905

De Heraut | 4 Pagina's