Buitenland
Duitschland. De Godsdienstige weging in HessenKassel.
II.
In Grosallmerode hebben velen zich geërgerd aan het feit, dat de predikanten en het Consistorium zich niet tegen de beweging door Dallmeijer in het leven geroepen, gesteld hebben. Het gevolg was, dat een groot aantal burgers en daaronder de aanzienlijkste hun lidmaatschap van de landskerk hebben opgezegd, bij wijze van protest tegen het optreden der predikanten en het toelaten van bet kerkbestuur. Dit is zeker betreurenswaardig. Als men meent dat het met de kerk waartoe men behoort, niet goed gaat, dan heeft die kerk juist de toewijding dier leden noodig, die zien dat zij op verkeerde paden wandelt. En al verklaren nu de uitgetredenen, dat hun daad niet geschiedde uit vijandschap tegen de kerk, toch is deze een bewijs dat men de ware liefde tot de kerk des Heeren niet in beoefening wist te brengen. Men mag toch alleen zijn kerk verlaten als alle pogingen om tot reformatie te geraken, mislukten, en deze tot een synagoge des satans is geworden. Nu is de stap van vele aanzienlijken in Grosalmerode niet anders dan een poging om het Consistorium te üoodzaken om op te treden,
In Grosalmerode staat de beweging onder leiding van den predikant der landskerk Holzappel, Ook in Röhrda wordt de beweging door den daar dienstdoenden predikant der landskerk Junghans geleid, die in zijn kerk bedestonden hield die tot na middernacht duurden. Nadat een bezwaarschrift door den burgemeester bij den landraad was ingediend, mag voortaan de kerk alleen voor gewone Godsdienstoefeningen gebruikt worden. Jammer dat men deze beweging door dergelijke maatregelen zoekt te fnuiken. Ach, dat men ook in Duitschland besefte wat het Schriftwoord beteekent: „niet door kracht, niet door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden", dan zou men er van afzien een beweging op geestelijk gebied te willen onderdrukken door politiemaatregelen.
Ook in het naburige Waldeck is de beweging overgeslagen; te Wildungen kwam het daarbij tot straatschandalen.
Het hoofdorgaan der Duit-sche „Gemeinschaften", de „Philadelphia", onder redactie van rector Dietrich, heeft in een uitvoerig artikel ook over de opwekking en het spreken in tongen gehandeld. De redacteur bracht daarbij o. a. het volgende in het midden.
Opwekkingen zijn voor het instandhouden en den wasdom der gemeente van Jezus Christus noodig. Waar in geen langen tijd opwekkingen voorkomen, kan alles langzamerhand verlammen, kunnen Christelijke gemeenschappen uitsterven. Echte opwekkingen door Gods Geest te voor-
schijn geroepen, zijn bijzondere bewijzen van I Gods genade, uit haar spruit een jong zaad. Zij hebben echter de zorgvuldige leiding van ervaren Christenen noodig, wanneer de jonge planten; vruchtbare boomen willen worden. Wij moeten daarom om zulke opwekkingen bidden.
Het komt echter den redacteur voor, dat van de opwekkingen de laatste jaren door de broeders en zusters te veel bewegicg, te veel ophef in het openbaar is gemaakt. Dat is altijd gevaarlijk. Er sluipt dan zoo licht vleeschelijk bewonderen en verheerlijken in, hetgeen leidt tot overspannen verwachtingen, tot zucht om na te doen, tot verheerlijking van menschelijke werktuigen. Men heeft in de laatste jaren nu en dan stemmen gehoord als deze: „zulk eene opwekking moeten ook wij hebben." Men bad alsof men God dwingen kon, alsof het slechts aan ons doen, aan onze energie lag om zulk een opwekking te krijgen. Daarbij ziet men over het hoofd, dat God ook ten opzichte van het verleenen van zijn bijzondere genade volkomen souverein is en zich niet laat voorschrijven wanneer en waar Hij zich op een bijzondere manier zal openbaren. Het meuschelijke hart is in zijn diepste diepte zelfzuchtig. Ook bij de verwachting en het genot van tijden van bijzonderen zegen kan een fijne zelfzucht alles bevlekken. Is dit het geval, dan is de slang reeds in het paradijs, Satan die een meester is in alle list, zal dan ingang vinden en alles zoeken te verderven.
Het is gevaarlijk, aan bijzondere ervaringen van genade te veel gerucht te geven. Men wijst dan den erfvijand den weg om in de kudde te sluipen. Ook in opwekkingstijden moeten wij niet vergeten, dat wij met de macht der duisternis strijd voeren. Wanneer wij te veel roepen van behaalde overwinningen, dan prikkelen wij den vijand tot des te listiger aanvallen. Het is daarom beter als men handelt naar Ps. 65 : 2 „De lofgang is in stilheid tot uo, GodinZion." Hoe dikwijls heeft Jezus gedurende zijn leven op aarde hen, die Hij genadig genezen hadj vermaand: Zie toe, dat gij het niemand zegt!" Ik weet wel dat er ook tijden zijn, waarin het woord geldt: In de tenten der rechtvaardigen is eene stem des gejuichs en des heils, de rechterhand des Heeren doec krachtige daden." Maar een opwekking is nog niet de volle over winning, maar eerst een aanvang daarvan.
Vootal steekt er gevaar in, wanneer men aan de daarbij zich voordoende uiterlijke dingen een bijzondere waarde toekent en deze voor vruchten des Geestes aanziet, ofschoon zij slechts bijkomende verschijnselen zijn, die niet zelden hunne oorzaak in menschelijke zwakheid hebben. Zulke bijkomende verschijnselen zijn sterke drang tot gebed, spreken en zingen, lichamelijke schuddingep, plotseling op den grond vallen, luid weenen, sterke drang tot belijdenis van zonde, veshoogd gevoel van zonde en zaligheid. Dit alles kan veroorzaakt worden door een sterke overstrooming van den geest, maar het zijn nog geen vruchten des Geestes. Niet alle Geesteswerking is Geestesvrucht. De werking kan hare oorzaak hebben in de menschelijke natuur. Als men zekere stoffen, als kalk, zuren, in water brergt, begint het water te bruisen. Die beweging wordt niet alleen veroorzaakt door die stoffen, maar ook door het water. Zoo gaat het ook bij machtige gemoedsbewegingen. De lichamelijke en psychische natuur van den mensch wordt ten diepste bewogen, zoodat het lichaam dikwerf ia gevaar komt. Wie zulke lichamelijke en psychif che verschijnselen reeds voor vruchten des Geesies zou willen verklaren, komt tot de grootste dwalingen. Deze uitwendige verschijnselen moeten weldra ophouden en ruimte maken voor eene rustige werking van den Geest, anders bezwijkt de mensch lichamelijk en psy siscb, of hij valt geheel in de macht van den booze. Wij hebben voorbeelden van menschen die een tijd lang in hoogen graad opgewekt (erregt) waren, en wier zenuwleven voor goed verwoest werd. Ook Evan Roberts, de ziel van de beweging in Wales, werd zwaar ziek, zoodat bij een tijd lang geheel onbek-waam tot den arbeid was. Wij kunnen zulke heftige bewegingen niet verhinderen, maar moeten üe niet in het leven willen roepen; wanneer zij zich vertoonen, mogen wij daaraan geen bijzonder gewicht hechten, maar liever wenschen, dat op de opwekking de lijd van den stillen wasdom volgt. De stilheid is de normale toestand van den Christen. In Taessalonica was veel opwinding, toen daar de groote opwekking ontstond. Sommigen konden van louter geestelijkheid niet meer arbeiden. Wat schreef Paulus toen na eenige dagen of weken ? „Wij vermanen u ... dat gij u benaarstigt stil te zijn en uwe eigene dingen te doen, en te werken met uwe eigene banden." En zij die ciet meer werken wilden, zouden ook niet meer eten. Hierdoor werden zij ia een koud bad gedaan, maar het was EOOdig. In het grootste gevaar bevinden zij zich, die van het te voorschijn roepen en gaande houden van hooggaande bewegingen een beroep maken. Zij lijden bijna altijd aan gebrek aan inwendig geestelijk leven en aan kennelijke dwalingen, en worden dwaallichten. Elke geeste lijke beweging is ongoddelijk, wanneer zij niet bij de zielen werkelijk vruchteis des Geestes afwerpt. Zulke vruchten zijn liefde, blijdschap, vrede (ook met de menschen), geduld, vriende lijkheid, geloof, zachtmoeoigbeid, kuischheid (Col. 5 : 22), vooral ootmoed. Zulke vruchten rijpen slechts in stilheid."
Dit zijn zeker gezonde woorden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1907
De Heraut | 2 Pagina's