GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland.Strijd over den eed tegen het modernisme.

Het is onmogelijk alles weer te geven, wat in Duitschland geschreven wordt over den z.g eed tegen het modernisme, dien de paus van alle Roomsche priesters eischt. Er zijn heel wat pennen daarover in beweging gebracht en het is ten onrechte, dat men den paus over de genomen maatregelen veroordeelt. Had hij dan het modernisme in zijn kerk moeten laten voortwoekeren? Het eenige wat met grond tegen dezen eed ingebracht wordt, is dat het eischen van een eed in de kerk des Heeren tegen het Woord Gods is. Immers heeft de Heere Jezus gezegd: „Zweert ganschelijk niet, uw woord zij J3, ja, neen, neen; al wat meer is, is uit den booze." Maar wanneer nu de paus aan zijn priesters gevraagd had, om eenvoudig te betuigen, dat men het modernisme verwerpt, zou daarmede genoegen genomen worden? Nu zijn er zelfs Roomsche priesters, die spreken van „gewetensdwang, " die hun aangedaan wordt, ja, één priester riep uit: „Wij willen in de kerk blijven, doch wij verlangen van de tyrannie van Rome bevrijd te worden Wezenlijke hulp kan ons alleen verleend worden door het ingrijpen van den Staat, die zijne dienaars toch van rechtswege tegen een vreemd despotiek kerkbestuur, dat ver uit het buitenland ons regeert, moest beschermen. Help ons, mijnheer de minister! Of zou het Duitsche rijk zoo zwak zijn, dat het zich niet eens tegen het Vaticaan stellen kan? Onze priesters zijn Duitsche burgers en geen slaven van den paus! Waar is de man in Duitschland, die dezen paus toeroept: „Tot hieroe en niet verder! Duitschland is geen kerkelijke staat." Dit artikel is onderteekend: „Een Roomsch priester, die gaarne een Duitsch priester zou willen zijn.”

Nog scherper afkeurend is een geschrift van den kapelaan Wieland van Laurengen, die afgezet is, omdat hij weigerde den gevraagden eed af te leggen. Het blijkt echter uit zijn schrijven, dat hij niet meer op Roomsch standpunt staat.

Een andere toon wordt door den schrijver van den „Wochenschau, " der Allgem. Ev. Luik. Kr.Zg. aangeslagen. Deze betoogt daarin volkomen juist, dat het 't goed recht van elke kerk is, zich te verzetten tegen het verwoesten van hare fundamenten, en niet toe te laten, dat moderne twijfelzucht op hare katheders wordt voorgedragen. Een geheel „voraussetzungslos" onderzoeken zonder de gehoorzaamheid des geloofs, wil ook de geloovige Lutheraan niet, en hij verstaat het, dat Rotne zich de modernisten van het lijf houden wil. Al mocht de eed daarvoor het rechte middel niet zijn, de Staat heeft daarmede niets te maken, als de „publieke rechten" daaronder niet lijden. De „schoolhoogheid" van den Staat behoort daartoe. Deze mag door de Roomsche curie niet aangetast worden. „Wanneer, gelijk aan onze hoogescholen in het Westen dikwijls het geval is, een Katholiek theoloog de bevoegdheid heeft, niet alleen theologie te doceeren, maar ook de Duitsche taal en geschiedenis, dan kan de Staat het niet dulden, dat deze leeraar der jeugd afziet van alle onderzoek en blindelings de kerk volgt, die bijv. alle . werken van Göthe op den index gezet heeft, en over den 30-jarigen oorlog hare eigene beschouwing beeft." Met andere woorden, Roomsche theologen, die den eed tegen het modernisme gedaan hebben, mogen niet langer hoogleeraar aan eene Staatsuniversiteit blijven.

Ook verklaarden vele Duitsche professoren, dat zij hunne ambtgenooten, die den eed tegen het modernisme gezworen hebben, niet langer als hunne ambtgenooten kunnen erkennen.

Maar de paus gaat zijn eigen weg. Hij schreef aan den kardinaal Fischer een brief, waarin hij te kennen gaf, dat hij, zonder vrees voor de wereldlijke macht in Duitschland, moest blijven eischen, dat de priesters der Roomsche kerk den eed tegen het modernisme zouden afleggen. Het is wel te denken, dat hieruit een conflict zal geboren worden. Verwondert het ons, dat de tegenwoordige paus er zwaar tegen op heeft gezien, den staf als opperste herder der Roomsche kerk op te nemen?

Noord-Amerlka. Gemeenschappelijke vergaderingen van Universalisten, Unitariërs en Joden.

In New-York hebben leden van drie godsdienstige genootschappen, n.l. van de Universalisten, der Unitariërs en der Joden, gemeenschapplijke vergaderingen gehouden. Universalisten zijn menschen die het er voor houden, dat de verzoening voor alle menschen. Hoofd voor hoofd, verworven is, en dat in den bijzonderen zin van het woord, God „Vader" van alle menschen is; Unitariërs zijn personen, die stellen dat God niet als de Drieëenige bestaat, die dus loochenen dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest drie onderscheidene personen zijn, die de eenige waarachtige God zijn. Die vergaderingen waren druk bezocht. Wat men echter wellicht niet verwacht had, gebeurde, rechtzinnige Joden, die nog vasthouden aan hun religie, kwamen tegen het houden van zulke samenkomsten in verzet, in de overtuiging dat het aan 't rechtzinnige Jodendom groote schade zou toebrengen. Ea zij hebben gelijk. Moderne Joden die zich met Universalisten en Unitariërs verbroederen, zijn in den eigenlijken zin van het woord geen Joden meer. Men kan die Universalisten en Unitariërs evenmin Christenen noemen, als de z.g. reform-Joden den naam van Joden verdienen, indien men daar­ onder niet hun afkomst, maar hunne religie wil aanduiden. Uit het protest der orthodoxe Joden blijkt het, dat er onder hen nog mannen en vrouwen gevonden worden, die vasthouden aan den voorvaderlijken godsdienst. Er zijn evenwel uit het midden der Universalisten en Unitariërs geen stemmen opgegaan tegen een godsdienst boven geloofsverdeeldheid; waaruit men met recht kan afleiden, dat er in die kringen geen verdedigers gevonden worden van hunne bijzondere geloofsovertuigingen, welke, dit spreekt wel vanzelf, er wel geweest zijn toen het Universalisme en het genootschap der Unitariërs in het leven geroepen werd. Het blijkt dus, dat deze dieper zijn weggezonken dan de Joden, waaronder er nog gevonden worden, die voor de leer der vaderen ijveren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 maart 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 maart 1911

De Heraut | 4 Pagina's