GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de nabetrachting die

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de nabetrachting die

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de nabetrachting die Ds. Landwehr in de Rotterdamscke Kerkbode over de Synode van Zwolle houdt, komt ook een klacht over de professoren voor, die gewoonlijk na elke Synode weer eens opduikt. De professoren zouden zich te veel in de discussies mengen, en in plaats van zich te vergenoegen met de bescheiden taak van praeadviseur te zijn, zich als gewone leden der Synode beschouwen, ja nog erger willen praedomineeren. En natuurlijk moet hierbij ook weer op het bekende, maar wel ietwat haveloos geworden stokpaardje worden gereden, dat „de Kerken" zoo­ doende onder de macht „der Scholen" komen.

Ziehier wat Ds. Lundwehr schreef:

Een tweede opmerking is deze. Professoren worden uitgenoodigd om praeadviseurs te zijn. Nu hebben wij altoos gedacht en daarin hebben wij toch niet misgezien, dat praeadvies beteekent: advies dat gegeven wordt vóór de behandeling eener zaak ten dienste van de leden der Syaode. Het is ons opgevallen, dat men soms van dat praeadvies heel weinig bemerkt en dat (we noemen geen namen) men meedoet aan de bespreking, alsof men gewoon lid der Synode ware, Eo, wanneer iemand dan zoowat over alle zaken het woord vraagt, is het geen wonder, dat de leden der Synode wel eens minder goed te spreken zijn. Praeadvies moet praeadvies blijven, anders komen de kerken onder de macht van de scholen. We waardeeren de uitnemende redevoeringen, die wij dikwerf beluisterd hebben van onze professoren, maar zij sullen dan ook de eerste willen wesen om te erkennen: ons praeadvies mag niet van karakter 'eranderen. Praeadnseeren is wat anders dan praedomineeren.

Mogen we bij dit stukske nu in de eerste plaats opmerken, dat het geheele betoog van een orjuiste praemisse uitgaat. De professoren worden niet uitgenoodigd als /ra^adtfïseurs, maar als advi-eerende leden der Synode, gelijk in de Acta van elke Generale Synode uitdrukkelqk te lezen staat. Dat de professoren tot taak zouden hebben alleen vóór de behandeling eener zaak den leden der Synode van advies te dienen, maar verder zich geheel zouden moeten onthouden van deelname aan de bespreking, omdat dit alleen het recht van de leden der Synode zou wezen, is dan ook onjuist. De professoren zijn niet een stel experts, die de Synode uitnoodigt over een bepaald onderwerp, waarvan zij hun studie hebben gemaakt, een wetenschappelijk advies te geven, zooals dit ook bij de rechtbanken geschiedt, maar die dan voorts geheel buiten de behandeling der saak staan en alleen spreken mogen, wanneer de Synode hun iets vraagt; maar ze worden uitgenoodigd als leden der Synode; ze hebben in het midden der Synode zitting, en ze hebben daarom het volste recht aan de debatten deel te nemen. Op elke Generale Syaode ss dit geschied, zonder dat hierop ooit door wien ook captie Is gemaakt, en het ligt ook In hun mandaat ïsif opgesloten. Want wie geroepen wordt oai te adviseeren, kan dit doen vóórdat de eigenlijke discussies aanvangen, maar even goed onder de debatten zelf, wanneer naar zijn overtuiging de Synode door onjuiste argumenten op een verkeerd spoor zou worden geleid.

Van esn praedomineeren ofoverheerschen ézT Syaode door de professoren kan voorts wei geen sprake wezen, waar de professoren op de Synode niet eens een keurstem hebben en zelfs het recht missen om voorst-^lien in te dienen. Ze kunnen alleen een adviseerende stem uitbrengen, en die telt brj de eindbeslissing natuurlijk niet mede. Indien van de professoren eenige invloed op de Synode uitgaat, is dit dan ook nooit et^n domineerende invloed door stemmencijfer of numeriek getal, maar een invloed, die te danken is aan de kracht der arguraeatien, aan de welsprekendheid van hun woord, aan de beteekenis en het gezag, die de vergadering zelve aan hun adviezen toekent. Er is bier dus alleen sprake van een zedelijken invloed, nooit van machtsovarheersching. Het schijnt ons daarom wel wat vergezocht om de Kerken te prikkelen met het schrikbeeld, dat ze „onder de macht" der Scholen zouden komen. Op onze vroegere Nationale Syaode hadden de professoren wel keurstem, mochten ze wei voorstellen indienen, was hun Invloed dus nog veel grooter daa nu. Thans, nu al deze siagveeren hun zijn uitgetrokken en ze nog alleen maar... spreken mogen, kan van overheersching toch moeilijk sprake meer wezen.

Zoo zou dan alleen de klacht overblijven, dat de professoren wel wat al te kwistig met hun adviezen zijn, te druk aan de discussies deelnemen en daardoor zekere ontstemming bij de leden te voorschijn roepen. Ds. Landwehr noemt hier geen namen, om niemand tekwestsen, maar juist daardoor wordt hij onbillijk tegenover de professoren als zoodanig, die hier ais geheel aansprakelijk worden gesteld voor wat „iemand" misdeed. Mogen we, om ook hier te laten zien, hoe overdreven deze klacht van Ds. Landwehr, is, er op wijzen dat van de professoren der Theologische faculteit aan de Vrije Universiteit Prof, Bavinck de Synode niet heeft bijgewoond. Prof. Kuyper éénmaal heeft gesproken, toen hij als rapporteur het advies der Commissie In zake de eenheid van opleiding moest toelichten, Prof. Geesink slechts tweemaal aan de discussies deelnam, Prof. van Gelderen tweemaal als rapporteur heeft gesproken en eenmaal In zijn qualiteit van adviseerend lid der Synode en Prof. Rutgers nauwelijks een half dozijn malen. Er zou dus veeleer reden zijn om te klagen, dat de Professoren aan de Vrije Universiteit zoo uiterst weinig in de Synode gesproken hebben, als omgekeerd. Van de Professoren der Theologische School hebben we geen staat, maar de meerderheid van hen heeft evenzeer slechts spaarzaam gebruik gemaakt van het recht om het woord te voeren. Van eenige ontstemdheid bij de leden, dat „de" professoren op de Synode te veel gesproken hebben, is dan ook geen sprake geweest.

Heel deze philippica had daarom veilig achterwege kunnen blijven. Ieder, die de Synode heeft bijgewoond, begrijpt wei waarop Ds. Landwehr doelt. Het bezwaar gold één persoon. Maar dan ware het ook royaler en eerlijker geweest man en paard te noemen. Of liever nog, waar dit bezwaar geheel persoonlijk was, zou het o. i. beter zijn geweest deze klacht in te brengen op de Synode zelf, maar niet In de pers.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 oktober 1911

De Heraut | 4 Pagina's

In de nabetrachting die

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 oktober 1911

De Heraut | 4 Pagina's