Leestafel.

I, HANDBOEK ten dienste van de Gereforineerde Keiken in Nederland voor het jaar 1912. 243te aargang. Oosterbaan en Le Cointre, Goes. Van dit zoo bruikbaar keikelijk handboekje igt de nieuwe jaargang voor mij.

De Samenstellers hebben ook nu weer gedaan at in hun vermogen is, om het al meer een ertrouwbare gids en vertrouwde vraagbaak te oen worden. De typographische uitvoering is, elijk wij dat van de Firma OOSTERBAAN en E COINTRE gewoon zijn, goed verzorgd.

Voorop gaat een Almanak voor 191a met at daar zoo bij hoort.

Dan komt het eigenlijke.

De STATISTIEK der Kerken nitar provinciale

en classikale indeeling. Hier vindt men bij iedere plaatselijke kerk: het burgerlijk cielental, het No. waaronder zij bij de regeering bekend staat, het jaar waarin zij door Scheiding of Doleantie tot reformatie kwam, het kerkelijk zielental, eindelijk de bij haar dienstdoende en emeritipredikanten. Op bl. 201 mis Ik, onder ROT­ TERDAM, den naam van Ds. LiOM CACHET.

Bij iedere Classis zijn de classikale, bij iedere Provincie de provinciale Deputaten vermeld, terwijl p. 246 en 247 een lijst geeft der Deputaten benoemd door de Generale Synode van ZWOLLE. Volgt in deze STATISTIEK een alphabetische naamlijst der kerken en eene der predikanten met verwijsing naar de bladzijden waarop zij voorkomen.

Blz. 259 geeft een lijstje van predikanten buiten bediening, dié beroepbaar zijn; van proponenten, die beroepbaar zijn; en van proponenten, die dch nog niet beroepbaar stellen.

Daaraan is dan toegevoegd een lijst van 20 predikanten, die in den loop van 1912 een diensttijd zullen hebben van 40 jaren en daarboven.

Verder, een OVERZICHT van het aantal kerken, dienstdoende predikanten, doop-en belijdende leden, in iedere classe.

Volgens dit OVERZICHT geeft het totaal der 54 classes:690 kerken; 557 dienstd. Fred.; 162 vacatureoj 433482 doop-en belijdende leden. Het totaal aantal leden bedraagt echter volgens de 98 Volkstelling 491451. Iets wat de SAMEN­ STELLERS van het HANDBOEK ook nu, gelijk ten vorige j»re, weer doet klagen over „de nalatigheid van sommige kerken in het verstrekken der juiste gegevens".

Verder geeft deze STATISTIEK alles wat betrekking heeft op de ZENDING; vermeldt onze KERKELIJKE WEEKBLADEN, en eindigt met een AANHANGSEL waarin de Oud-Gereformeerde Kerken in Pruissen (Oost-Friesland en de Graafschap Bentheim) en ook de Gereformeerde Gemeente in Nederland (ontstaan uit de actie van wijlen Ds. Ledeboer en de Geref. Gemeenten onder 't Kruis) worden vermeld.

Ik sou den SAMENSTELLERS wel in overweging willen geven een volgend maal dat woord

„AanhaBgsel" weg te laten.

Een tweede rubriek geeft het meest belangrijke op het gebied van ONDERWIJS, BARMHARTIGHEID en VEREENIGINGSLEVEN onder ons Gereformeerden.

De derde en laatste, onder den titel: IN MEMORIAM, geelt korte levensberichten van de in 1911 overleden predikanten: E. H. RuLL-MAN, C. L. D. VAN COEVERDEN ADRIANI, F. MOET, J. HUIZINGA, TJKERD ALGERA, J. A. KLERCQ, J. J. KOOPMANS, G. H. ZAHN, en I. W. WECHGELAER. Van Ds. D. KOFFIJBEKG kon geen levensbericht worden opgenomen, wijl deze overleed toen het HANDBOEK reeds was afgedrukt.

Van de acht genoemden bieden de uitgevers bij hun Handboek de photho's evenals zij dat doen van de Afgevaardigden ter Zwolsche Synode.

2. J. H. LANDWEHR. BEKNOPT LEERBOEK DER KERKGESCHIEDENIS. Dit werk van den Rotterdamschen predikant LANDWEHR, die zich meer bepaald de kerkhistorie tot studieveld heeft gekozen, vormt een deel van de BIBLIOTHEEK VOOR GODSDIENSTONDERWIJS welke, onder redactie van DR. A. TROELSTRA en DR. H. VisscHER, wordt uitgegeven bij G. J. A. Ruijs te Utrecht.

De handboeken, die in deze BIBLIOTHEEK verschijnen, zijn bepaaldelijk bestemd om gebruikt te worden bij het Godsdienstonderwijs aan Christelijke gymnasia en hoogere burgerscholen.

Omtrent de methode bij dit Godsdienstonderwijs te volgen, meen ik, zooals ik hier al vroeger heb uitgesproken, van de Redacteuren dezer BIBLIOTHEEK te moeten verschillen. Dit neemt echter niet weg, dat ik, gelijk voor de andere Handboeken, die zij er in opnamen, zoo ook voor dit van Ds. LANDWEHR, op zichzelf, waardeering heb.

De geachte schrijver, van wiens kerkhistorische geschriften ik hier reeds vroeger vermeldde, biedt thans een zeer bruikbaar en helder overzicht van de kerkgeschiedenis. Voor wie zich in dit vak wil oriënteeren, is het bijzonder aan te bevelen. Al treedt het niet op met de pretentie van vrucht te zijn van bronnen-studie, toch zit er blijkbaar veel studie achter. Trouwens, wie zou hèèl de Kerkhistorie zelf uit de bronnen bewerkt, kunnen geven!

Het boek toont, dat zijn schrijver oudere, nieuwere en ook nieuwste werken op het gebied der Kerk-historie ijverig heeft gelezen en hun inhoud zelfstandig heeft bewerkt.

Wat de waarde van dit leerboek voor ons verhoogt, is het specifiek gereformeerde van LANDWEHR'S kerkbeschouwing.

Scherp onderscheidt hij dan ook tusschen „geschiedenis van het Christendom" en „Kerkgeschiedenis".

De laatste definieert hij als de geschiedenis van de zichtbare verschijning van het lichaam van Christus op aarde in haar instituairen vorm.

Daarbij komt nog, dat in deze Algemeéne Kerkgeschiedenis ook een behoorlijke plaats is gegund aan de beschrijving van de vaderlandsche kerkgeschiedenis, waarbij ook de geschiedenis der gereformeerde kerken in de 19e eeuw, zij het ook in breede trekken, klaar en duidelijk in het licht is gesteld.

LANDWEHR'S BEKNOPT LEERBOEK DER KERK­ GESCHIEDENIS is metterdaad een nuttig en handig Compendium.

3. STEMMEN DES TIJDS, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Eerste jaargang No. 2. G. J. A. Ruys. Utrecht 1911.

In dit No. zet DR. W. J, AALDERS zijn studie voort over HERLEVEND POLYTHEÏSME en geeft P. J. MOLENAAR een studie over MEVROUW BOSBOOM TOUSSAINT, naar aanleiding van haar Levens-en Karakterschets door Dr. Johs. Dyserinck, H. S. S. K. zet er in voort de Novelle: TWEE HELDINNEN. Dr.I.R. Slotemaker de Bruine schrijft OVER SOCIOLOGIE, WILLEM DE MERODE en J. BRANTS geven verzen en MR. P. A. DIEPENHORST, ECONOMISCHE KRONIEK. Verder be rat dit December-No. een LEESTAFEL en 'n BIBLIOGRAFIE door J. C. RULLMANN.

4. BLOESEM EN VRUCHT, Belletristisch Maandblad, tevens orgaan van het CHR. LETTERKUNDIG VERBOND.

Het December No. (ie jaargang No. 3) opent met verzen van G. J. UIT DEN BOGAARD en van J. J. DEETMAN. Orer LEO TOLSTOI schrijft J. P. V. MKLLE. J. B, BBNNER zet er zijn Novelle LICHT EN DONKER in voort. Van de VLAAMSCHE BEWEGING levert A. HANS het ie vervolg. Verder een brief van NKEF DOLF aan TANTE PERSCNA. A. J. H. die er SFRANKELS in geeft, leverde er ook zijn overzicht onder het opschrift VAN RONDOM. Aan het slot een boekbespreking.

5. M. V. D. P. HOSANNA DEN ZONE DAVIDS 1 J. A. Wormser. — Hilversum 1911.

Een bundeltje verzen, waarin telkens eender hoofdmomenten uit de N. T.-ische geschiedenis, bepaaldelijk wat betreft CHRISTUS' vernedering en verhooging, bezongen wordt.

Het zou jammer zijn, indien dit boekje in vergetelheid raakte. De verzen toch heDben niet alleen artistieke waarde, maar zijn ook bekoorlijk door christelijk-religleuze innigheid. Het werkje zelf is versierd met zeer goede reproductie's van bekende bijbelsche schilderijen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen