GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engelsch-Indië. De jongste crisis der Theosophische vereeniging. Explooten van Annie Besant.

In 1880 begon een krachtige beweging in Indië. De volkstelling had opnieuw bewezen dat de Christelijke zendingsgemeenten waren toegenomen. De neutrale regeeringsscholen hadden zoo gewerkt dat de Indische jeugd zich van het voorvaderlijk geloof afwendde. Maar ook was het zuurdeeg van het Evangelie zoozeer in het volk doorgedrongen, dat vele ontwikkelde Hindoe's naar iets begonnen te zoeken, dat de plaats kon vervullen van de religie der vaderen, van welke men zich had afgewend. De pogingen van Brahma Samadsch, die Christendom en Hindoeïsme zocht saam te smelten, waren mislukt. De Hindoes wisten niet, hoe den wassenden stroom der Christelijke zending en van de Westersche beschaving te keeren. Het was voor hen een uitkomst, dat juist in dien tijd twee voorstanders der Theosophie uit bet Westen in Indië optraden. Het waren : de Amerikaansche kolonel Olcott en de gescheiden vrouw van een Russischen generaal, mevrouw Blavatsky. Olcott liet zich door den Boedhistischen opperpriester te Ceylon in de gemeenschap der Boedhisten opi> emen, terwijl mevr. Blavatsky door het spiritisme en baar verkeer met de „Mahatmas", (bovenaardsche Hindoeheiligen) en door de wonderen van het occultisme de lichtgeloovige Hindoes voor de Theosophie zocht te winnen. Ia sommige kringen was hst eene aanbeveling voor beiden, dat zij zeer vijandig gezind waren tegen de zending; zij spraken het uit dat deze niet het zedelijk recht lad in Indië te werken; terwijl zij de Indische «rolksreligie in bescherming namen. Zelfs de tinnelooze en zedelooze gebruiken van de afgoderij wisten zij goed te praten en zij lieten ^een middel onbeproefd om de Hindoe's er coe te brengen weder hunne oude halfvergeten leilige boeken te bestudeeren teneinde alzoo het oude Brahmanisme te doen herleven. Veleaanlangers stroomden hun toe. Al stemden zij niet iUen de wonderlijke geheimleer van de twee blanke leeraars toe, zoo was de Theosophische vereeniging zeer sympathiek als een schutsmuur tegen het voortdringen der Christelijke zending. Ieder kon daarvan lid worden tegen betaling i'an 10 rupeien. Niemand behoefde zijn eigen geloofsovertuiging te laten varen. De Theosophie, sprak Olcott, wilde slechts naar de waarheid vorschen. Het bloot lidzijn van het gezelschap maakt iemand echter nog niet tot een Theo-^ooph. Alleen zij, die lid zijn van den engeren kring, werden in de geheimenissen van het jccultisme ingewijd en kregen daardoor macht over de geheime krachten der natuur. Maar het ging zóó maar niet om tot dien kring toegelaten te worden. Slechts de ingewijden hadden de leiding van de geheele vereeniging.

De vereeniging breidde zich snel in de hoofdsteden van Noord-en Zuid Indië uit. Ook eenice aanzienlijke Engelschen werden er lid van. De del der beweging was de „hoogepriesteres Bla vatsky", die door altijd wonderbaarder Geestesverscbijningen de opmerkzaamheid des volks meer en meer op zich wist te vestigen. Zij liet de „Mahatmas" des nachts op het dak van hare woning rondwendelen; .daar maakten zij ook muziek of traden met bijzonder bevoorrechte vrienden in correspondentie. Maar deze kunststukken brachten haar ten slotte ten val. Zij werd door haar eigen handlangers ten toon gesteld in hare ware gedaante, doordat zij haar compromitteerende brieven publiceerden. De Engelsche „vereeniging voor psychische onderzoekingen", aan wier noofd Prof. Sidgwick te Cambridge stond, zond de heer Hadgson naar Indië, om ter plaatse een onderzoek in te stellen naar de verschijnselen der Indische Theosophie en de gepubliceerde brieven van Mevr. Blavatsky na te gaan. De uitslag van dit onderzoek was, dat genoemde Engelsche vereeniging de verschijnselen voor bedrog en Mevr, Blavatsky voor eene gewetenlooze goochelaarster verklaarde. Dr. Max Muller, de geleerde orientalist te Oxford, schreef over de door haar uitgegeven geschriften : „Alles wat Mevr, Blavatsky over het Brahmanisme of het Boedhisme geschreven heeft, is verward en op misverstand berustend." Door deze twee uitspraken trad de hoogepriesteres van het tooneel af. Dit was in 1885, Vele leden der vereeniging bedankten voor hun lidmaatschap, en bijna was dan ook de theosophische vereeniging ontbonden geworden, wanneer niet Mevr. Blavatsky kort voor haar dood (1891) een opvolgster gevonden had, die haar in begaafdheid, tact en nietsontziende stoutmoedigheid ver overtrof. Deze was: Mevrouw Annie Besant.

Mevr, Annie Besant wordt door hare volgelingen voor eene merkwaardige vrouw, voor eene vrouw van beteekenis gehouden. Zeker is zij dit. Het valt in het oog, dat zij een krachtigen wil beeft, dat zij excentriek is en licht van bet eene uiterste in het andere overslaat, hetgeen haar er dikwijls toe bracht om plotseling van denkwijze te veranderen en tegen de denkbeelden die in hare omgeving gevonden worden, oppositie te voeren. Men heeft deze eigenaardigheid willen verklaren uit het lersche bloed, dat zij van hare moeder erfde, doch dit voldoet ons niet. In haar jeugd wilde zij boven jongens in lichamelijke oefeningen uitsteken. Zij kwam onder den invloed eener vrome Eagelsche dame, doch door het najagen van wereldsche vermakelijkheden in baar vaderstad, kwam zij er toe met haar te breken. Kort daarna sloot zij zich aan bij de Romaniseerende hoogkerkelijke richting en trouwde op haar aoste jaar met een jong Engelsch predikant (1867). Doch na eenige jaren werd zij de Christelijke religie weder moede en las zij uti-chriitelijke boeken. Op een Zondag stond zij, terwijl het avondmaal bediend werd, plotseling op en verliet de kerk. Spoedig daarna scheidde zij van haar man en hare twee kinderen, en sloot zich aan bij den socialistischen leider Bradlaugh aan, die toen in Engeland propaganda maakte voor het atheïsme en het materialisme. Ook Mevr. Besant pleitte met haar welversneden pen en haar welsprekend woord voor de Godloochening. Op een openbare vergadering kwam zij tot de godslasterlijke uiting: „Als er een God is, dan mag Hij mij in vijf minuten doodslaan". Zij werd ook een voorstandster van het onzedelijk neoMalthusianisme. Toen zij een geschrift daarover in het licht zond, veroordeelde de Engelsche rechtbank haar tot gevangenisstraf (1877), die zij echter door de hulp van Bradlaugh ontging.

Na eenigen tijd brak zij weder openlijk met het materialisme en het neo-Malthusianisme en wierp zich op het tegenovergestelde spiritualisme. Maar ook daarbij bleef zij slechts korten tijd. Toen mevr. Blavatsky na hare nederlaag in Indië in Engeland kwam, sloot Annie Besant zich in 1889 bij de vrouw aan, die kort te voren als eene bedriegster gebrandmerkt was.

Op raad van hare nieuwe leermeesteres koos Annie Besant Indië tot arbeidsveld. En inderdaad was het land der wonderzucbt, waar de fantasie zulk een groote rol speelt, een bijzonder geschikt arbeidsveld voor haar. Zij trok er in 1891 heen, om de Hindoes te bewegen de Theosophie als hun religie aan te nemen.

Het was voor haar een gunstige tijd. Zij vond aldaar een schuchter hoopje Theosophen. Hun „president" Olcott te Madras was op het punt geweest zich daarvan terug te trekken. Zij wendde in de eerste plaats dus wat inbaar vermogen was aan, om den rookenden vlaswiek van de Theosophische vereeniging aan te wakkeren. Zij trok door geheel Eogelsch-Indië tot aan den voet der Himalaya, om overal waar zij een samenkomst van Engelschgevormde Hindoes kon bijeen krijgen, de Theosophie aan te bevelen. Hare aantrekkelijke persoonlijkheid, populaire welsprekendheid en boven alles het vuurwerk van hare phantastische voorspiegelingen maakte, dat zij bij velen ingang vond. Te Bangalore verhaalde zij, dat zij reeds eenmaal als Indische geleerde op de wereld geweest was en daarna in Engeland opnieuw geboren werd om het daar heerschend materialisme te leeren kennen. Ook wist zij te vleien. „01 Hindoes, wat ziet gij altijd naar het Westen, alsof van daar u de wijsheid komen moest. De Indische Theosophie is de beste van alle wijsbegeerten. De Hindoes zijn het wijste volk. Het Sanscriet is de beste taal. De Westersche beschaving met al hare ontdekkingen is niets vergeleken bij de Indische beschaving. Het beste dat men in het Westen heeft, is aan Indië ontleend. Schaamt u daarom - niet voor uw ouden vorm van Godsvereering. Houdt uwe Goden vast". Op deze manier sprak zij. Men juichte haar toe. „Dat is de stem Gods, " werd er geroepen; men had nog nooit zulk een taal van een blanke gehoord! „Saraswati (deGodin der welsprekendheid) is tot ons gekomen". Nadat de geestdrift in het Zuiden een weinig bekoeld was, begaf zij zich naar Benares, het bol werk van het Hindoeisme in het Noorden. Daar bad zij gelegenheid de aanzienlijkste Hindoes voor hare plannen te winnen. In de eerste plaats was het haar streven een Hindoe-hoogeschool op te richten, om de Indische jeugd van de Zen dingsscholen af te houden. De hooge raad der Brahmaansche priesters wantrouwde haar. „Een Earopeesche, wier schaduw reeds onze spijzen zoi^ verontreinigen en die wij daarom niet gaarne in onze huizen zouden ontvangen, eene vrouw, die naar onze wetten onze heilige schriften noch lezen noch onderwijzen mag — die kan bij ons geen aanspraak maken op de waardigheid eener priesteres, " spraken zij. Anders was het bij de Indische Radja's en andere invloedrijke Hindoes „Onze jeugd is er aan toe om van de vaderlijke religie af te vallen. Wat kan ons meer welkom zijn dan de stichting eener Eagelsche universiteit, waarin Westersche beschaving en oud Indische religie met elkander verbonden worden? " zoo spraken zij. De noodige gelden waren spoedig gevonden; Annie Besant zorgde er voor, dat uit Ëngelands theosophische vereeniging goede leerkrachten werden genomen om als professoren in de Westersche wetenschappen aangesteld te worden. Natuurlijk ontbraken hierbij de Heidensche pandits (Brahmaansche geleerden) niet; elke dag moest begonnen worden met eene voorlezing uit de oude Hmdoesche schriften, en daarbij behoorde dan „Krischna", die beschouwd wordt als de achtste incarnatie van Vischnoe, als nationaal God te worden aangeroepen. Voor het Godsdienstonderwijs stelde Annie Besant een catechismus op, waarin „een gezuiverd en gemoderniseerd Hindoeisme" geleerd wordt. Deze school kreeg vele leerlingen; de invloed van Mevr. Besant nam toe. Het aantal Theosophen steeg in 1900 tot 4591 leden.

Tegenover de millioenen Hinaoes is dit een klein getal. Dit is niet te verwonderen. Want de Theosophie wil eclektisch zijn; dat wil zeggen, zij zoekt uit verschillende religiën het beste te nemen, en is overigens neutraal. De Tneosophie van Mevr. Besant kan bovendien haar Westerschen oorsprong niet verloochenen, Ddtt voelen de Hindoe's, en daarom aarzelen zij, zich bij haar aan te sluiten. Ook de warmste vrienden van Mevr. Besant willen geen tatelgemeenschap met haar hebben. Desniettegenstaande is de Theosophie hun aangenaam om de voordeelen die ze hun brengt. Mevr, Besant heeft getracht dit gebrek van baar stelsel te neutraliseeren, door persoonlijk het Hindoeïsme te verdedigen. Daarmede gaat een nu eens openlijk, dan weder bedekt verzet tegen het Christendom gepaard, hetgeen den Hindoes natuurlijk zeer in het gevlij komt. Daarom heeft een schrijver in de Church Missionary Record het bij het rechte eind, als hij de Theosophie van Annie Besant een reform-secte van het Hindoeïsme noemt, in welke het Westersche element tegelijk zijn sterkte en zijn zwakheid is.

In den laatsten tijd is het A. Besant gelukt, door twee dingen zich in de Indische wereld op den voorgrond te stellen. Het eerste is het plan om te Benares een Hindoe Universiteit te stichten met vier faculteiten, in welke ook de Godsdienstgeschiedenis zal geleerd worden. Zij heeft daarvoor in Engelsche regeeringskringen en in de Indische maatschappij propaganda gemaakt, terwijl de orthodoxe Hindoe's zich steeds sterker daartegen uitspreken. In de tweede plaats wist zij te bewerken, dat zij bij Olcott's dood tot Opperpriesteres der Theosophen benoemd werd. Ofschoon zij daarvoor naar Madras moest verhuizen, meende zij toch, dat zij gedaan zou krijgen dat de begeerde Universiteit gesticht werd. Evenwel bracht haar rusteloos streven naar steeds grooter uitbreiding van haar invloed een crisis te weeg, die voor haar verderfelijk werd.

Van deze crisis zegt de Christian Patriot van Madras het volgende: In de kringen der Indische „hervormers" was men steeds meer tegen de Theosophie van Mevr. Besant gekant geworden. Deze lieden houden het voor een nationale schande, dat hun volk zoo taai vasthoudt aan oude gebruiken en slechte zeden (bijv. het uithuwelijken van kinderen), en zij willen alles in het werk stellen om deze te doen ophouden. Daar mevr, Besant de onzinnigste gebruiken, zooals den afgodendienst, zoekt te rechtvaardigen, zoo was hare Theosophie hun een steen des aanstoots. Zij noemden de Theosophie een reactionair en onzedelijk stelsel, dat de sociale hervorming een halve eeuw had teruggezet.

De tweede slag kwam van de Hindoes, die begrepen dat mevr. Besant's aanbeveling van het Hindoeisme niet oprecht was; het was er haar alleen maar om te doen, hare Theosophie daarvoor in de plaats te stellen. Hare hoogeschool was een kweekschool voor jonge Theosophen geworden; de orde van „de zonen van Indië", die fiaet pauken en trompetten in geheel Indië aangekondigd was, had zich ook al ontpopt als een propagandamiddel voor de Theosophie. In het door haar ontworpen leerplan der Hindoe-universiteit werd niet alleen de „Satiatana Dharma" (de Hindoe-wet^ opgenomen, maar ook de leer der Theosophie, Hieruit bleek dat de Hindoe-leer en de Theosophie twee verschillende dingen waren en dat mevr. Besant's bewering, dat de Theosophie meer Indisch was dan het Hindoeisme, bedrog geweest was. De orthodoxe Hindoes zochten nu een zuivere Hindoe-universiteit te krijgen.

Daarbij ontstond een onverkwikkelijke twist in het leger der Theosophen. Mevr. Besant ontsloeg den vice president der vereeniging wegens meeningverschil; verscheiden secretarissen ondergingen hetzelfde lot. Men verzocht mevr. Besant een Europeeschen opperpriester wegens onzedelijken wandel te ontslaan. Zij weigerde. Op grond van teekenen des tijds kondigde zij aan, dat een tweede Christus, die der wereld de waarheid verkondigen en haar vernieuwen zou, op de komst was. Zij ging zoo ver, dat zij van een Brahmaansch jongeling, Krischna murthi, zeide, dat Christus in het lichaam van dien jongen mensch zou verschijnen. Allen die aan de verschijning van den grooten leeraar gelooven, vereenigde zij in de orde van de „ster van het Oosten."

Bij dit alles beriep zij zich steeds op „de groote meesters" die haar openbaringen omtrent de toekomst brachten. Dit werd aanleiding dat een laatste storm tegen haar opstak. Men begon aan het bestaan van die veelgenoemde „Mahatmas" te twijfelen. Men vroeg leden der 'Theosophische vereeniging, of zij bewijzen konden dat die z.g. „broeders" bestonden; de meesten beleden hun onwetendheid in die dingen, anderen meenden dat het bestaan dier „broeders" waarschijnlijk was. Men ' - «ocht mevr. Besant ten slotte zich daarove-'vx t spreken. Eerst weigerde zij, maar ten ïsstfj, kï^^ «ij toch voor den dag met een voord acht; waarmede zij een armzalig figuur maakte Zi; socbt hare zaak te redden met een hartstoc'jtelijk beroep op het religieus fanatisme barer hooiders; dod' het hielp haar niet.

Toen werd de eenmaal zoo aangeijedene opperpriesteres door velen barer ijverigste bewoudc raars verlaten; de bladen die eerst den lof der Theosophie zongen, namen uu artikelen op welke zware beschuldigingen tegen haar inbrachten. Het eind van de zaak was, dat mevrouw Besant onder een hagelbui van schimpwoorden haar geliefd Adyar verliet en naar Londen reisde. Volgens de laatste berichten nam zij Krischna murti, „den wonderbaren knaap, mede, die reeds op een reeks van vele incorporaties binnen de laatste 30.000 jaar mocht terug zien".

Sedert heerscht in het leger der Indische Theosophen de grootste verwarring. Het waas, dat om de Theosophische vereeniging hing, is grootendeels weggewaaid. Het is te hopen dat ook in Europa het besef algemeen zal doordringen, dat Annie Besant's Theosophie een vermenging is van verkeerd begrepen en verdraaide Indische gedachten en hare schijnwijsheid.

Ten slotte deelen wij iets mede uit de „Grondlijnen der Theosophie", die in 1909 in het Duitsch vertaald, te Leipzig verschenen. In hoofdst. 7 „De dood", leest men: „Zoo spoedig (na den dood, in het leven na dit leven) het astraallichaam, d.w.z. de drager der Isgere gedachten en begeerten, achtereen verbruikt en afgelegd is, vindt de mensch zich weder als bewoner van het hoogere lichaam van fijnere materie, dat wij veranderd lichaam genoemd hebben. In dit voertuig is hij alleen in staat op de trillingen te antwoorden, die hem van de gelijke materie der buitenwereld toestroomen, de materie van het mentale veld. De tijd der reiniging is voorbij, het lagere deel zijner natuur is opgeteerd, en nu blijven slechts de hoogere gedachten...., die de mensch gedurende zijn leven gehad heeft. Deze omgeven hem en vormen een soort schaal, door middel waarvan hij in staat is, op zekere soort trillingen der fijnere materie te antwoorden...

Wie denkt bierbij niet aan het guüsticisme, eene ketterij waarvan reeds sporen in de apostolische kerk te vinden zijn en die zich in de 2de en 3de eeuw ontwikkelde? En met deze doodsbeenderen uit oude grafspelonken voedt zich menig „beschaafd" mensch in de 20ste eeuw!

Opmerkelijk is het, dat de uitgever van bovengenoemd geschrift, Max Altmann te Leipzig, nog steeds de geschriften van eene als bedriegster op de kaak gestelde mevr. Blavatsky, b.v. haar „Sleutel voor de Theosophie", als een „hoogst interessant monukuentaal werk der theosophische litteratuur uit de pen dezer Sphinx der 19de eeuw" aanbeveelt!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 mei 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 mei 1912

De Heraut | 4 Pagina's