GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dr. J. J. Esser zond ons het volgende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. J. J. Esser zond ons het volgende

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. J. J. Esser zond ons het volgende schrijven, dat we hier gaarne een plaats verkenen:

Hooggeachte Redactie,

In het laatste nummer van uw blad beijvert uw leïcr H. E. te N. zich, een ongenoemd „Gereformeerd professor te sulveren van eene blaam, in eene leerrede van Ds. G. H. B. te D. op hem geworpen. Mag ik naar aanleiding hiervan even opmerken, dat de bedoelde verklaring van dien tekst (Luc. 23:28) eenvoudig die is van de kantteekenaren op den Stalen Bijbel? Dezen toch merken bij de woorden weent niet over mij op: at is: iet zoo zeer, en bij maar weent over u zelven en over uw kinderen: amelijk, veel meer. Zonder mij, als niet-theoloog, een oordeel aan te matigen over de exegese van dezen tekst, zou ik toch zeggen, dat die ongenoemde Gereformeerde professor zich in goed gezelschap bevindt, en het wel wat al te potsierlijk klinkt, in dit verband te spreken van eene verraderlijke adder van vromigheld, die kruipt over de ziel van dien profe sor \ (De uitdiukicing zelve zal ik maar niet aan critiek onderwerpen; als stijlbloem is ze zeker niet onvermakelijk).

Gaarne zou ik voorts van U willen weten, waarom U voor enkele weken mijn ingezonden stuk niet geplaatst heeft, waarin ik mij veroorloofde, bescheidenlijk op te merken, dat hetgeen in nw nummer 1786 den apostel Paulus ia den mond gelegd wordt, dat namelijk alle dingen wel oorbaar zouden zijn, maar alle ding niet zouden stichten, zóó nergens in den Bijbel voorkomt. Die foutieve aanhaling bewees mij tweeërlei. Ten eerste, omdat ik nog niet zoo lang geleden hetzelfde citaat zóó ineen Rotterdamsch blad aangetroffen had, dat dit Bijbelwoord inderdaad zóó in het bewustzijn van velen leeft, en ten tweede, dat de beteekenis van het woord oorbaar door velen niet meer begrepen wordt. Ik heb mij daarom veroorloofd, op |te merken, dat in het bewuste Bijbelwoord, te vinden i Cor. 6:12, en 10:23, de apostel Paulus juist zegt, dat alle dingen hem wel geoor loofd zijn, maar alle dingen niet oorbaar zijn Dat niet oorbaar staat op eene Ujn met het niet stichten, dat er op volgt. En de beteekenis van oorbaar is in de oude taal steeds nuttig, geschikt. (Vergelijk over de verschillende beteekenis van oorbaar het woordenboek der Ned. Taal, Deel XI, kol. 61 en 62). Het is, dunkt mij, altijd gevaarlijk, en ook, dunkt mij, tenzij men zeker "van zijne zaak is, met den eerbied, aan de Schrift verschuldigd, in stnjd, Bijbelteksten uit het geheugen te citeeren.

In de hoop, met deze opmerkingen een met geheel nutteloos werk te doen, teeken ik mij, hooggeachte Redactie,

Uw dw. lezer,

J. J. ESSER.

Kampen, 5 Mei 1912.

Voor deze opmerkingen danken we Dr. Esser. Dat zijn vorig ingezonden stuk niet geplaatst werd, was alleen daaraan te w^ten, dat het onze redactie niet ter hand kwam. Anders zou het stelUg geplaatst wezen.

Wat de exegese van Luc. 23 : 28 betreft, heeft Dr. Esser volkomen terecht er op gewezen, dat onze Kantteekenaren precies dezelfde exegese gaven als de „ongenoemde Gereformeerde professor". We zouden er aan kunnen toevoegen, dat ook Calvgn dezelfde verklaring heeft gegeven. „Enkele hebben gemeend, zegt h^, dat Christus eze vrouwen berispte, omdat ze dwasel^k b n door een onbedacht gevoel gedreven, geD 'dele tranen vergoten. Maar Christus heeft e niet zonder meer bestraft, alsof ze evergeefs en zonder reden weenden, maar v e alleen jrermaand, dat .er voor haar nog en veel grootere reden was om te weenen n.l. k egens het schrikkel^ke oordeel Gods, dat ver haar en hare kinderen komen zou."

DR. H. H. K.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Dr. J. J. Esser zond ons het volgende

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1912

De Heraut | 4 Pagina's