GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hongarije. Toestand der Gereformeerde kerken in Zevenbergen.

Op het laatst van het voorgaande jaar werd een algemeene synode van het Zevenbergsche Gereformeerd Kerkdistrict gehouden. Daar sprak bisschop Dr. Bela Kenessey het volgende: Dh Calvinistisch volk is eigenlijk een onverklaarbaar psychologisch probleem. Er wordt in zijn midden niets van de vroomheid der Calvinisten in Holland, Frankrijk of Schotland gevonden. Zijn gedachtenwereld heeft absoluut niets uitstaande met de leerstukken der religie. Sedert Peter Melius Juhasz was er zelfs niet één Calvinistische predikant, die zich ook maar een uur ingelateo had met een discussie over het vraagstuk der Drieëenheid; niet alzoo in Holland, waar het probleem van het infralapsarisme of het supralapsarisme, eens van wereldhistorische beteekenis, ook tegenwoordig nog een belangrijk vraagstuk is en nog onder eenvoudige handwerkslieden een onderwerp van debat kan genoemd worden., .. Des Zondagsvooimiddags gaat men nog eenigermate ter kerk; des namiddags wordt in de meeste gemeenten geen godsdienstoefening meer gehouden. De week van boete kan de predikant en de curator houden, als zij dit willen; het volk verschijnt hoogstens des Zaterdagsavonds. In de kerk is het stil; men zingt niet. Het zoogenaamde gezang komt van schrille kinderstemmen. Eeuigen blijven niet eens tot het laatste lied. En nauwelijks heeft het volk den drempel der kerk overschreden of de cigarette wordt weer aangestoken. Maar aan de andere zijde moet getuigd, dat de kerken meerendeels in den besten toestand verkeeren en dat de pastorieën kleine kasteelen zijn, met schuren die aan een heerenboerderij doen denken. Zonder morren draagt men de kerkelijke lasten, en behalve enkele raddraaiers, denkt men er ook niet aan met afval te dreigen. Men vindt er een eigenaardig mengsel van het bijna tot vertwijfeUng brengend egoïsme, oppervlakkigheid en een grenzelooze insolentle, en aan de andere zijde een bemoedigende offervaardigheid en aanhankelijkheid van het van de vaderen gekregen erfdeel."

Voorwaar, geen aanlokkelijk tafereel.

N.-Amerika. Het socialisms breidt zich in de nieuwe wereld snel uit. Niet weinige predikanten uit allerlei kerken treden openlijk op als zijn pleitbezorgers. Het komt niet alleen voor den dag met een sociaal program, maar ook uit eigen godsdienstige beginselen, waaruit ten duidelijkste blijkt dat de uitdrukking: „Godsdienst is privaatzaak" niets is dan een phrase, om hen die nog aan hun religie hechten, voor het socialisme als een bloot maatschappelijk stelsel, om den tuin te leiden. In N.-Amerika komt het aan den dag, dat de religie die de socialisten volgen, in lijnrechte tegenspraak is met het Christendom.

Zoo schreef D. H. Lloyd in zijn Man the Social Creator:

„De mensch wordt langzamerhand aan zich zelven geopenbaard. Het woord, waarop de wereld wacht, zal komen van hen die aan de menschheid openbaren, dat deugden, die zij aan de goden gewoon was toe te schrijven, spranken zijn geslagen uit de goedheid, die zij in zichzelve werken voelt. De menschheid, opworstelend uit het slijk, heeft van zichzelve niets durven denken als de nevelen waarin schitterend ster-stof vervat was. Maarzij begint te gevoelen, dat zij niet langer goddelijk behoeft te zijn bij volmacht."

Nog erger maakt het de socialistische; schrijver French, die zich aldus godslasterlijk laat hooren:

„Wij gelooven in den godsdienst van de menschheid, wiens God is liefde, en in welke liefde ligt de vervulling der Wet."

„Wij gelooven dat Kapitaal, — het doode, beweginglooze, stoffelijk ding, — de Schepping is van Arbeid, den levenden God, de saamvoeging van kracht en stof, het huwelijk van hoofd en hand. En wij gelooven dat het product, het geschapene, het onvervreemdbaar eigendom is van den voortbrenger en schepper, "

„Wij gelooven in een gemeenschappelijkheid van belang voor de maatschappij."

„Wij gelooven in het Evangelie van de gave, en dat wie zijn leven geeft in zijn hoogste inspannmg tot dienst der menschheid, het eeuwig leven zal erven."

„Wij gelooven in het bondgenootschap van de Wereld, de gemeenschap der naties, de moederschap der natuur, de zusterschap en broederschap van het menschdom, en in de dierbare liefde van makkers."

„Het Socialisme is de godsdienst der Menschheid. Het is verwekt in hope, ontvangen in liefde, en geboren in eere 1 Het is voorspeld in het verleden, wordt vervuld in 't heden, en zal zijn de heerlijkheid van de schitterende toekomst."

„Het Socialisme is de evolutie van het menscheiijk geslacht van kannibalisme en barbaarschheld tot broederschap en menschlievendheid, van de schandelijkheid van het rwijn tot den glans van God."

„Het Socialisme is het koninkrijk der gerechtigheid, waarin kleine kinderen, vrijgemaakt van arbeid, onkunde, honger en exploitatie, met liefdevolle zorg zullen opgevoed worden; waarin vrouwen, vrijgesproken van schande, van dienstbaarheid en ongelijkheid, zullen vrijgemaakt worien, eigenaars van zichzelve; en waarin mannen, zonder meester en vrij, werken zullen met blijdschap voor huis en gezin."

„Het Socialisme is het uiterste van de democratie, ontmoetende het uiterste van het individualisme."

„Het Socialisme is de drieëenheid van liefde, recht en waarheid."

„Het Socialisme is het evangelie der verzoening van de menschheid voor 's menschen onmenschelijkheid jegens den mensch."

„Het Socialisme is de tweede komst vanden OUDSTEN BROEDER."

„Het Socialisme is geloof in het Moederschap Gods, hoop in het kameraadschap der Mensc'uheid, en liefde voor heel de wereld."

Wanneer men nu weet, dat mannen van de „Men and Religion Forward Movement", (eene vereeniging in 1897 gesticht om „menschen vooruit te helpen en de religie te bevorderen), een boek aanbevelen, dat getiteld is: „Call of the Carpenter", (de roepstem van den timmerman), dan begrijpt men dat dit geen aanbeveling is voor die beweging, Jezus, de timmerman, wordt door den schrijver verheerlijkt, maar Paulus verwerpt hij. „Paulus is", volgens den schrijver Bouck White, „een combinatie van den aristocratischen Fhariseër en den Romein. Hij was een Hellenist en verachtte de ongeletterden; hij was geleerd en een Grieksch wijsgeer, een geheel ander soort man dan de Galileër ... De Jezus van Paulus wiis niet de ware Jezus van Galilea, maar de keizerlijke heer van een vernieuwd en verheerlijkt Romeinsch rijk. Het Christendom veranderde niet zoozeer Paulus, als Paultis het Christendom veranderd heeft. Zijn Jezus was slechts een hervormer, niet een revolutionair."

Uit dit alles blijkt, dat in de nieuwe wereld het socialisme meer onomwonden voor den dag komt dan ten onzent.

Rusland. Voordat de Rijksdoema tegen Paschen 1.1. op reces ging, werd nog gehandeld over het budget van de „Heilige Synode" der Russische Staaiskerk. Van alle zijden, door z.g. Octobristen, door vertegenwoordigers der democraten, door mannen der rechterzijde en door nationalisten werden zware beschuldigingen tegen genoemd lichaam en zijn opperprocureur S^tbier ingebracht, terwijl men het verlangen uitsprak, dat een kerkelijk concihe der Russische Staatskerk zoo spoedig mogelijk zou saam^eroepen worden. Tot hiertoe hadden de opperprocureurs „de bestaande gebruiken niet aangerand; maar hij die tegenwoordig dit ambt bekleedt, heeft dit wel bestaan, waardoor van de Syaode een lichaam was gemaakt, dat zijn zegel zet onder de projecten die van zijn kanselarij uitgaan, en zich veroorlooft kanonieke en dogmatische vtaa^^stukken aan te roeren. Geheel verkeerd achtte men de pogingen, die, gedurende het bezoek der Engelschen, in het werk gesteld werden, om eene toenadering der beide kerken te bewerken, hetgeen slechts kon leiden tot het opkomen van nieuwe secten." Het geestelijke leven is op dit oogenblik absoluut abnormaal; alle zonen der kerk hebben een bitter gevoel van onbevredigd zijn. De toekomstige herders der kerk krijgen als jongelingen een onvoldoende opleiding en een slechte opvoedmg in de Seminariëa, win leiders ver er van af zijn, op de hoogte van hunne roeping te staan; nadat de cursus aan het Seminarie afgeloopen is, vallen de jonge geestelijken die met de beste voornemens bezield zijn, bij het begin van hun dienst in de macht van kleine opperprocureurs, de secretarissen der konsistoriën. De kerk heeft zich sedert 190S laten gebruiken als een politiek wapen in de hand der regeeringsactie en van de nationalistische kringen; als resultaat hebben wij het buitengewoon laag zedelijk peil op godsdienstig gebied, hetgeen tot de laatste schandalen in het kerkelijke leven geleid heeft", enz.

Tenslotte werd het budget toch aangenomen, maar men sprak daarbij den wensch uit, dat spoedig een concilie zou saamgeroepen worden; dat een nieuw statuut voor de lagere, middelbare en hoogere scholen tot opleiding van geestelijken zou worden opgesteld, en dat men den oud-geloovigen de hun afgenomen heiligen-beelden, boeken en benoodigdheden voor den eeredienst weder zou teruggeven.

Men ziet het, dat de Russische volksvertegenwoordigers sterk zijn in het beschuldigen; maar uit die beschuldigingen blijkt toch, dat de kerkelijke toestand sedert het October-manifest niet verbeterde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 mei 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 mei 1912

De Heraut | 4 Pagina's