GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dereenigingsleven.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„SONNEVANCK.”

II.

Op het tijdstip, dat we „Sonnevanck" bezochten, beliep het aantal patiënten tusschec de 90 en 100. Uit den aard der zaak is de bevolking van een longlijdersaanatorium zeer vlottend: de een gaat en de ander komt. Het mag intusschen wel aan den natten zomer gelegen hebben, dat sommigen aarzelden, hun heil te gaan zoeken in het sanatorium, in welks omgeving in tijden van veel regen vooral en van weinig zon de dennen niet die heerlijke genezende geuren uitwasemen, welke onmiddellijk merkbaar zijn als de zon maar weer even flink op het dennenbosch straalt.

Evenwel, al was de stichting in den zomer en in den herfst van dit jaar niet geheel en al bezet, als regel heeft men aan de pl.m. iio beschikbare plaatsen niet geioeg, zijn er althans voor sommige afdeelingen meer aanvragen dan vrije plaatsen. Op vermeerdering van de ter beschikking zijnde ruimte moet dan ook de aandacht gevestigd blijven.

Reeds nu evenwel mag „Sonnevanck" tot de grootste sanatoria voor longlijders in ons land gerekend worden. Met het Rijkssubsidie over het afgeloopen jaar stond Helledoom weliswaar vooraan, maat „Sonnevanck" volgde onmiddellijk daarna, zoodat het over 1911 in grootte de tweede inrichting van ons land was, die in het subsidie mededeelde.

Het behoeft overigens nauweliks gezegd te worden, dat „Sonnevanck" niet a leen om zijn omvang, maar ook, zooals reeds werd opgemerkt, om zijn voortrefielijke ligging en evenzoo om de uitnemende inrichting van het geheel er wezen mag. Niet met overdaad, maar met groote zorgvuldigheid is alles zoo ingericht, als het meest aan een goede behandeling der patienten kan dienstbaar zijn, — met toepassing van de nieuwste technische vindingen —, zoowel wat de gemeenschappelijke lalen als wat de afzonderlijke vertrekken betreft. Het systeem: overal licht en lucht — is met consequentie doorgevoerd, zoodat donkere hoeken en stofnesten, die onze woningen — vaak zelfs de deftige woningen — zoo ongeschikt maken voor een gezond verblijf, ten eenenmale ontbreken.

Het subsidie, waarover zooeven gesproken werd, wordt gestott in de snppletiekas, waarin ook o. a. de bijdragen der diaconieën vloeien en waarin evenzoo gestort is geworden de opbrengst van de tubetculose-bloem, voor zooveel daarvan aan „Sonnevanck" werd toebedeeld. Zoodoende kan aardig wat gedaan worden voor minvermogende patiënten, die over het algemeen veel minder nog dan de meer gegoede thuis voor ben geschikt verbijf kunnen vinden. Zoo omstreeks /50 kan per dag gesuppleerd worden. I« dit «en niet onbelangrijk bedrag, men begrijpt, dat, kon aan alia aanvragen om supplatie voldaan «orden, het genoemde bedrag in een ommesicB zon moeten stijgen.

Vtijbedden staan op 't oogenblik in „Sonnevanck" nog niet ter beschikking, maar men hoopt, op den duur tot de instelling ervan te kunnen komen. Het streven is, de terpleegkosten door een zeer zorgzaam beheer nog wat naar beneden te drukken, ten einde öf de verpleeggelden lager te kunnen stellen, óf vrijbedden te knnnen scheppen. Reeds slai^de men er in, de verpleegkosten, welke in 1910 / 3.S4 per patient en per dag bedroegen, in 1911 terug te brengen tot ƒ a.io. Dat wil zeggen, dat men in 1911 voor hetzelfde geld ongeveer 7 patiënten meer kon verplegen dan in 1910. Echter is men met het bedrag van / 3.10 nog boven het verpleeggeld, dat door de gewone patiënten betaald wordt (/ a.—). Verlagen van den prijs gaat dus thans nog niet, vooral omdat er geen denken aan mag zijn, een verlaging mogelijk te maken door een beheer, waarbij de zuinigheid de wijsheid bedriegen zou en de patiënten een minder degelijke verpleging zouden genieten.

Intusschen doet de vraag zich voor, of, hoe goed de verpleging in zoo'n sanatorium ook is, de resultaten ervan op den duur wel van beteekenis zijn. Zoo menigmaal ziet men iemand uit een sanatorium terngkeeren, die binnenkort toch weer „arbeitsunfahig" wordt en met vlugge schreden naar het graf schijnt te gaan.

Inderdaad is dit laatste juist. Vergeten mag echter niet worden, dat tal van patiënten eerst diln naar een longlijdetsgesticht gezonden worden, wanneer een der longen of beide zdó ernstig aangetast, zoo ingevreten reeds zijn, dat aan genezbg — menschelijkerwijs gesproken — absoluut niet gedacht kan worden, maar op z'n best van tot stilstand brengen der ziekte, althans in zoover, dat de betrokkene, zoolang hij onder goede en degelijke behandeling en verpleging is, goed mee kan.

In de tweede plaats mag niet uit het oog verloren, dat voor de meeste patiënten niet uit een ruime beurs kan geput worden, zoodat slechts met moeite de gelden bijeengebracht kunnen worden, die voor een bepaalden tijd toereikend zijn. Zoodra die gelden opgebruikt zijn, moet de patient terugkomen, schoon hq wellicht goed beterde en bij een eenigszins langdurig verblijf had kunnen herstellen.

Maar zelfs al neemt men deze twee dingen niet in aanmerking en beschouwt men de in cijfers uitgedrukte resultaten zöó, als ze zich op het eerste gezicht voordoen, dan mogen ze niet ongunstig genoemd worden. Van de in 1911 vertrokken patiënten waren er bij hun komst in het sanatorium geheel geschikt voor arbeid 48, gedeeltelijk 76, en niet 62. Bij het vertrek waren er geheel geschikt voor werk 93, dus bijna 2 maal zooveel, terwijl de cijfers der gedeeltelijk of niet geschikten daalden tot resp. 48 en 45. Anders uitgedrukt, zijn er van de afgeschreven patiënten 45 pCt. genezen, 39 pCt. veel verbeterd, 9 pCt. verbeterd, 7 pC'. stationair gebleven, 6 pCt. achteruitgaan en 4 pCt. overleden, zoodat bij 83 pCt. een positief resultaat werd bereikt.

Ongetwijfeld doet het echter menigeen onaangenaam aan, als hij verneemt van 8 sterfgevallen (4 pCt. der afgeschreven patiënten). Een zoo ongunstig cijfer vertoont misschien de statistiek van niet één ander sanatorium. Het is eer bekend, dat sanatoria voor longlijders zoogoed als geen sterfgevallen hebben. Vanwaar dan dat ongunstige en hooge cijfer voor „Sonnevanck”?

De zaak is zeer eenvoudig. Verschillende sanatoria — we zullen geen namen noemen — nemen slechts patiënten op in het eerste stadium der ziekte en hebben in verschillende plaatsen keurende geneesheeren, die de zich aanmeldende patiënten onderzoeken en eventueel afwijzen. Wie afgewezen wordt weet dan, dat hij naar menschelijk inzicht ten doode is opgeschreven.

Er is iets vóór die methode te zeggen. Patiënten in een vergevorderd ziektestadium eischen veel zorg en voeren de verpleegkosten hoog op, zoodoende de exploitatie drukkende. Daarbij komt, dat sanatoria met een ongunstige statistiek voor de patiënten niet aanlokkend zijn: men gaat liever naar een Sanatorium, in hetwelk blijkens de statistieken zeer gunstige resultaten worden bereikt. Bovendien meent men, dat de plaatsen in de Sanatoria beter ten bate van de maatschappij kunnen worden besteed, wanneer men ze bezet met patiënten, die straks hersteld kunnen vertrekken.

Maar al is voor de genoemde methode wat aan te voeren, ze is — nu daargelaten, dat ze zeer geschikt is om in de sanatoria een te luchtigen levenstoon te bevorderen — ze is hard, met een hardheid, die lijnrecht strijdt met het karakter der Christelijke barmhartigheid. Zeker kunnen tubercnloselijdets, ook als ze in een vergevorderd stadium verkeeren, in gewone ziekenhuizen worden opgenomen, maar wat ze noodig hebben, vinden ze het best in de sanatoria, speciaal voor hen ingericht. Hen daar buiten te sluiten — we herhalen het — is hard.

Misschien is het, van uit zakelijk standpunt beschouwd, niet verstandig, dat „Sonnevanck" alle patiënten opneemt, voor wie (tegen betaling) plaatsing gevraagd wordt en voor wie plaats is, want zijn statistiek wordt er oaganstig door, maar het sanatorium blijtt er door getrouw aan de goede beginselen der Christelijke barmhartigheid, die niet alleen koud-verstandelijk rekent met het belang der maatschappij, doch vóór alles zich leiden laat door de gedachte, hoe leed verzacht en lijden verlicht kan worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Dereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1912

De Heraut | 4 Pagina's