GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

W. LEENDERTZ. SÖREN KIERKEGAARD. A. H. Kruyt. -Amsterdam.

II.

De eerste dan der geestelijke machten of stroomingen onder wier invloed KIERKEGAARD kwam, was de ROMANTIEK. Wij hebben daarbij te denken aan' de ROMANTISCHE SCHOOL, aan den dichterlijk-wijsgeerigen kring, die zich op den dorpel der oude en nieuwe eeuw, in de jaren 1799 en 1800 te JENA had gevormd, dus genoemd «mdat zij in de poëzie der ROMAANSCHE volkeren, — doch ook in de middeleeuwsche poëzie der Duitschers en ook in die van SHAKESPEARE, — een verwerkelijking van haar idealen zocht. Deze ROMANTIEK was een reactie van het gevoel, van de innerlijkheid en ook van den hartstocht tegen de AuFKLaRUNO, de Verlichting der 18e eeuw met haar »verstandelijkheid*, »uitwendigheid« en wat ik zou willen noemen: »gedresseerdheid«.

Te verwonderen is het zeker niet, dat KIER­ KEGAARD, wanneer hij te KOPENHAGEN de »Romantische School«, de sDuitsche Romamtiek« in haar eerste glansperiode, uit haar werken leert kennen, onder haar invloed komt. Ik mag hier wijzen op wat LEENDERTZ schrijft over, de »süsse wehmut*, «den duisteren achtergrond der Romantiek»; haar 'onbevredigdheid met het heden, met de werkelijkheid, die haar doet teruggrijpen naar het verleden; haar in ironie en witz er zich boven verheffen; haar «ontgoocheling, die dan de kiem wordt van pessimisme en melancholie.» ­

Op een andere bladzijde schrijft LEENDERTZ : i Kierkegaard's romantische natuur zien v/e sterk in ; ; ijn ironie en witz. Ook dit hangt weer saam • met het melancholisch zich willen verbergen door zich in het contrast te werpen. In de ironie ligt vaak weemoed, achter den witz vaak droefheid; is het niet een zich willen verheffen in den lach boven het droevige heden ? Altijd heeft K. oog voor het komische...”

De tweede geestelijke strooming, die KIERKE­ GAARD te Kopenhagen een tijdlang meevoert, is het wijsgeerig stelsel van den in 1831 gestorven HEGEL. Hij, die van zijn vader den lust tot: redeneeren had geërfd, die bij al zijn sterke passie en diep voelen, toch ook, zooals LEEN­ DERTZ zegt, ï verliefd was op het denken", ondergaat den invloed van HEGEL'S speculatieven geest. »Is het wonder, dat het zoo consequent en afgesloten systeem, dat trap voor trap hooger stijgt, dat alle doolhoven doordringen wil, hem zou meevoeren; moest dit hem niet bekoren, al was het alleen maar als gymnastiek voor zijn denken? " Aldus LEENDERTZ, nadat hij de opmerking vooraf heeft laten gaan: »De beweging van het denken, niet het resultaat boezemde herri belang in.”

Ten slotte is de; derde geestelijke macht, onder wier invloed K. kwam, SOCRATES geweest. Wat hem aantrect was niet Socrates' denken, het intellectueele, maar de persoon SOCRATES, de eenzame denker, en dan zijn methode, die hiermee samenhing, , dat hij de waarheid een ander niet als iets uitwendigs wilde opleggen, maar haar bij den ander wilde wekken, dat hij de waarheid als persoonlijk bezit alleen voor waarachtig hield (p. 271). SSOCRATES die de kategorie: »dè enkele" stelde." (p. 273).

Tegen de ROMANTIEK nu en evenzoo tegen HEGEL is KIERKEGAARD echter in verzet gekomen. ­

Wanneer LEENDERTZ dat beschrijft wjst hij op K's Noorsch karakter, dat op de werkelijkheid, op het leven is gericht en op het Hernnhuttersch-piïtistisch milieu waarin hij was opgevoed. Dit verzet was hem »een levensbehoefte, hij kon niet buiten de werkelijkheid leven« (p. 272).

HEGEL wordt hem de »speculant» bij wiens abstracties hij niet kan leven, zijn persoonlijkheid in het gedrang komt, of liever verdampt, opgelost een schim wordt, slechts een doorgangspunt in de wereldhistorie (blz. 273). Hij ziet den verderfelijken invloed van het systeem op het leven, want het maakt dat leven in schijn gemakkelijk. HEGEL bederft het Geloof, doordat hij het christendom vervluchtigt, omschept tot logische gedachten en zoo in schijn het christendom bewaart. HEGEL maakt het zoo gemakkelijk christen te worden ; maar KIERKE­ GAARD had in eigen levensstrijd ervaren, dat het de worsteling van een gansch leven vereischt om christen te worden (p. 280). En de ROMANTIEK, — »was het ook daar niet een leven buiten de werkelijkheid, nu niet in wijsgeerige abstracties, maar in de phantasie ? Werd ook door de persoonlijkheid niet opgelost in stemmingen; was het ook daar niet, dat de kern, de ruggegraat der persoonlijkheid ontbrak, zoodat het leven verbrokkeld werd.? « (p. 273).

De Romantiek, of zooals het bij K. ook heet, het ^esthetische, zonder meer, voert tot »vertwijfeling» en haar «eenheidsgedachte» is in srtijd met de »tweeheid» van God en mensch, zonde en genade van het Christendom.

En eindelijk, ook de door SOCRATES bekoorde, voor den eenvóudigen wijze der oudheid bezielde IS boven SOCRATES uitgekomen (p. 292).

»Niet SOCRATES maar JEZUS CHRISTUS is hem de Meester» (p. 293). Niet Socrates, die, al heel het heidendom, de zonde niet kent. Toch zal hij diens methode blijven gebruiken in dienst van het Christendom; van het Christendom, dat KIERKEGAARD, - die, ook al had^hij zich den graad van Candidaat in de Theologie verworven, toch geen preikant is geworden -, heel zijn verder leven met zijn geschriften heeft trachten te dienen.

Het Christendom vervat in de H. Schrift, met als kern van het N. T. JEZUS CHRISTUS den Godmensch, zijn Verlosser en Voorbeeld.

Bij die prediking richt hij zich tot den »enkele». »Toch mogen wij hem», schrijft LEENDERTZ niet zonder restrictie sindividualist» noemen, hij is hier reactie, correctie» (p. 307).

En ook evenmin zonder restr.ctie, ssubjectivist", want dezelfde KJERKEGAARD, van wien vrij uitspraken hebben als: »Slechts de waarheid, die sticht, is waarheid voor mij"; »de subjectiviteit is de waarheid"; sniet het »wat" maar het »hoe" is alles", zegt daarbij ook: »Het is slechts onder deze nadere bepaling, dat de wijze het beslissende is: als nl. eerst het object is bepaald" (p. 308).

KIERKEGAARD’S prediking in geschriften een reactie tegen, een correctie van niet: het ssociale", maar van het «massale" en ook van dat »voorwerpelijke" of sobjectieve" hetwelk met de »zelfbeproeving" geen ernst maakt, - hierin ligt, al is het ook, dat zij menigmaal in een andere uiterste vervalt, haar beteekenis ook voor ons Gereformeerden. Waarbij dan nog komt, dat K's schrijversarbeid ook tegen de eenzijdigheid in de weer herleefde ROMANTIEK en in het evenzoo weer oplevend HEGELIANISME, een heilzame reactie en correctief kan zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 oktober 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 oktober 1913

De Heraut | 4 Pagina's