Buitenland
Polen. De Mariaviten.II.
Deze priesters, die hun ambt in de Roomsche kerk bleven uitoefenen, namen, gelijk zij zeiden, den oudsten regel van den heiUgen Franciscus van Assise aan, die in 1209 werd ontworpen. Zij hebben er zich echter geen rekenschap van gegeven, dat deze regel wel onder de werken van den heiligen Franciscus gedrukt wordt, maar een reeks bepalingen omtrent de organisatie en de, vrome oefeningen van de orde bevat, die eerst een eeuw later konden geformuleerd worden. Doch den Mariavitischen priesters is het er niet in de eerste plaats om te doen de verschillende regels van ; de Franciscaner orde te volgen, jnaar om den geest die Franciscus bezielde, welke zich openbaarde in vrijwilhge armoede, het afsterven van den ouden mensch, innige Godsvrucht en ook erbafming met het arme volk en geheele zelfverloochening, te doen herleven.
Dezen geest zien de Mariaviten in de Maagd Maria belichaamd; haar leven (Maria vitam) willen zij volgen en ze noemen zich daarom . Mariaviten. Of dit echt Franciscaansch is, betwijielen wij. De stichter der orde heeft de eerste broeders om zich vergaderd op grond van uitspraken van het Evangehe. Maar de Mariaviten hebben zich de Maagd Maria tot ideaal gesteld, doch bij hun arbeid blijkt het, dat de vereering van Maria meer dient tot aansporing van een heiUg, ascetisch, zelfverloochenend leven, dan dat het aanleiding geeft tot • buitengewone Mariavereering. De Mariavitische priesters trachten nieuw leven te wekken, de menschen uit de sleur van het gewone leven te trekken en datgene wat de Roomsche cultus biedt, tot geest en leven te maken. Biecht en communie dienen daartoe als middel. Naast het inzinken in de krachten en deugden van Maria, die in zekere mate voor de concentratie der geloovige gemeente gehouden wordt, staat bij het Mariavitisme de aanbidding van den Zone Gods, verborgen in het altaarsacrament, dikwijls herhaalde biecht en communie, als voornaamste middelen tot de godsdiensiige en zedelijke vernieuwing der Christenheid, op den voorgrond. Daarmede wordt ernst gemaakt. Zij spreken met de biechtelingen met groote teederheid en gaan op hunne geestelijke nooden in. Groote scharen verdringen zich om hunne biechtstoelen, terwijl ook het lagere volk vertrouwen in hen ging stellen door hun zoekenden liefde-arbeid. Hun leven dwingt aan de menigte eerbied af. Zij zijn geheelonthouders, rooken geen van de in Polen zoo geliefkoosde cigaretten, en eten geen vleesch noch visch. Weinig behoeften kennend geven zij zich met groote toewijding aan armen en ellendigen.
De Roomsche geestelijkheid heeft den strijd tegen de Mariaviten aangebonden, toen het openbaar werd hoeveel invloed zij op het volk uitoefenden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1915
De Heraut | 4 Pagina's