GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR. A. G. HONIG, hoogleeraar aan de Theol. School te Kampen, SCHRIFT ÉN EEVARING. J. H. Kok — 1920 — Kampen.

Dit werk van DR. HONIG is, als ik het we! heb, ontstaan uit zijn Oratie, die hij als Rector, bij de jongste Dies-viering heeft gehouden. Van die niei-uitgegeven Rede is het dan de breedere uitwerking.

Het is een werk van actueel belang, want het biedt een antwoord op de vraag, die in den allerjongsten lijd ook in onze Kerken weer naar voren is gekomen, de vraag naar de zekerheid op religieus en theologisch gebied of die naar den grond des geloofs.

PROF. HONIG stelt de kwestie waar het om gaat aldus: > Is*de Heilige Schrift dan wel de Ervaring het uitgangspunt en de grondslag van Religie en Theologie?

Wijl het laaisie beweerd wordt door wat men de ERVARINGS-of BEWUSTZIJNS-THEOLOGIE noemt, wil hij zijn lezers die Theologie wat meer van nabij doen bezien.

Nu wordt ook door HONIG, zooals hij zelf zegt, > de ervaring waarlijk niet gering geschatc (p. 87) en bet doet^jweldadig aan wam-er hij daaraan toevoegt: leen dor intelleciualismc wordt dan ook waarlijk niet door mij bepleit. Neen, er is geen waar geloof zonder bevinding, zonder gloed en zonder leven*. Het beroep op de ervaring wordt dan ook door hem niet zonder meer afgekeurd. Dit komt ook al lerstocduitin het streepje boven het »en* in den titel dezer Studie: SCHRIFT ÉN ERVARING. Maar over dat al of niet waarde loekenntn aan de «ervaring* gaat het niet bij de vraag, die nu weer in onze Gereformeerde Keiken naar voren is gekomen.

Bij de vraag toch wat »uitgangspunt* en «grondslag* is van Religie en Theologie, vormen de twee antwoorden «Heilige Schrift* en «Ervaring* een tegenstelling, wier twee deelen elkander uitsluiten als ji en neen, waartusschen geen derde is, zoodat, wie het eene deel bevestigt, het andere moet erkennen.

De Gereformeerde Theologie bevestigt met haar: «de Heilige Schrift* het eene, de Bewustzijns-Theologie met haar «de Ervaring" het andere deel.

Als Gereformeerd Theoloog en Dogmaticus van professie handelt nu HoNiG hier van de EBVARINGS-THEOLOGIE en wel van haar ontstaan, verloop en onhoudbaarheid.

In het eerste en tweedeonderdeel, de descriptieve deelen, biedt de hoogleeraar een duidelijk overzicht van de EBVARINGS-THEOLOGIE, en in het derde, het kritische, is zijn poging om haar onhoudbaarheid aan te toonen, hem alleszins gelukt.

* * Voor het ontstaan van de ERVARINGS-THEO-LOGIE verwijst HONIG naar DUITSCHLAND en wel naar BEIEREN, waar zij, nadat het Rationalisme zich had uitgeleefd en het «vernieuwde Lutherdom* was opgekomen, aan de Uoiversiteit te ERLANGEN, sedert eerst HARLESS en na hem THOMASIUS en HOFMANN daar hoogleeraren in de Tneo'ogische Faculteit waren geworden, opgekomen is.

In HOFMANN ziet HONIG den «Vader van de Erlanger-school*en daarmee van de Ervarings-Theologie. Volgens HOFMANN toch «ontving de Cliristen ziju gedachtenwereld niet van de Kerk, zelfs niet van de Heilige Schrift, waarop ze zich beroept*, maar de „Christen geniet het kostbare bezit van de gemeenschap met God in de vrome ervaring zijns harten* en de • Theoloog, die düs Christen is, maakt dit zijn eigen innerlijk leven tot voorwerp van onderzoek. «Uit ziJQ eigeu ervaring kan de Theoloog dus komen tot de kennis van het geheel de; heilswaarheden.

«De Bijbel*, merkt HONIG hierbij op, «werd wel niet uitgeschakeld*, maar hij diende den Theoloog, volgens HOFMANN, «nadat hij eerst van zijn eigen ervaring uit eea dogmatisch systeem had ontwikkeld en daarna onbevooroordeeld uit de Heilige Schrift een «G-sammtanschauung des Christenthums* had afgeleid, ten laatste om zijn dogmatische zienswijze te vergelijken met en te laten corrigeeren door de uit d^n Bijbel geputte «Gesammtanschauung des Christenthums.

Na van p. 6—10 de voorgangers en den Vader der Erlangen-school te hebben besproken, wijdt HONIG 36 bladzijden aan den, mét HARLESS en HOFMANN, ook op het gebied der Ethiek verdienstelijken FRANK, die in 1857 aan de Universiteit te ERLANGEN werd verbonden daar, na den den dood van THOMASIUS, uitsluitend de systematische Theologie doceerde en «de gegevensen methoden van HOFMANN niet alleen systimatiseerde maar ook • n Wikkelde en verwerkte en daarom ook terechi de Dogmaticus der Erlanger School is genoemd*. Van FRANK, die in 1894 stierf, noemt HONIG in dit overzicht van het ontstaan der Ervarings-Theologie eerst de werken en geef dan (p. 12-37) een exposé van diens hoofdwerk: SYSTEM DER CHRISTLICHE GEWISSHÜT (Ie ed. 1870-'73, 2e ed. 1884), waarin hij „tracni aan te toonen, dat de Theologie moet opgebouwd op den grondslag der Christelijke geloofservaring.

Voor dit exposé moet ik mijn lezers verwijzen naar de Studie zelf van DE. HOKIG en bepaal mij daarom enkel tot het vermelden van diers opmerking, dat FRANK in dit zijn hoofdwerk, „van de ervaring der wedergeboorte uit of m. a. w. uit het .bewustzijn der verlossing in Christus, heel het gebouw van de Christelijke waarheid, waarvan de Christen verzekerd is, op meesterlijke wijze heeft opgetrokken." (p. 30) De indeeling van dit Standaardwerk vindt men bij HONIG op p. 13.

Na de Inleiding, Ie. De christelijke verlekerdheid in haar in zichzelf berustend wezen, 2e. in haar betrekking tot de voorwerpen des geloofs en 3e. in haar betrekking tot de voorwerpen van het natuurlijk leven.

Onvermeld mag ik hier echter ook niet laten, dat, zooals HONIG op p. 30 schrijft, FRANK in dit zijn werk tevens het Eitionahsme, het Panthtïsme en het Kriticisme, (waarbij men dan niet aan KANT, maar aaa STEAUSZ met o.m. diens LEBEN JESU, en aan BAURmeto. m. diens DIE CHR. KIRCHE DER 3 ERSTE JAHRH. heeft te denken.

Na het „SYSTEM DER CHKISTLICHEN GEWISS-HEIT" bespreekt HONIG van p. 37—47 onk FRANK'S SYSTEEM DEE CHRISTLICHEN WAHRHEIT 3a ed. 1894, , , het boek waarin hij, in aansluiting aan zijn hoofdwerk, den inhoud van het christelijk Geloof uiteen zet.”

„Het liet zich", schrijft daarvan HONIG op p. 40, , , wel niet andeis verwachten, of ook nier wordt van de christelijke ervaring uit geredeneerd.”

Dit wordt in de studie dan aangetoond in het exposé, dat ook daarvan gegeven wordt.

Ook by dit exposé moet ik, onder verwijzing raar de studie zelf, mij beperken.

Daaruit zij dan vermeld, dat waar het gaat over de „principia der Theologie", voor FRANK het „principium essendi" of de „bestaansgrond"-God is, maar dat terwijl wij. Gereformeerden, het principium cognoscendi of den „kengrond" onderscheiden als een „exceinum" en „internum", FRANK enkel het laatste' (het geloowg bewustzijn) en niet ook het eerste (de H. Schrift) als zoodanig stelt. „Immers is voor hem de H. Schrift niet anders dan het urkundliche getuigenis van het geloovige bewustftijn" (ui. van de Bijbelschiijkers) „en al blijft nu dit urkunoiiche getuigenis zijn normatief gezag bewaren, principieel bestaat er toch geen onderscheid tusschen dit urkundliche getuigenis en het getuigenis van de volgende eeuwen, ook dat van onzen tijd", (p. 39).

Verder zij hier nog vermeld de indeeling van FRANK'S SYSTEM DER CHEISTLICHEN WAHRHEIT, zijn Dogmatiek.

In deel I komt ter sprake: Het wezen, de persoonlijkheid, de drif eenheid en de eigenschappen Gods. In deel II de generatie (schepping, wereld, mensch); de degeneratie (zonde, duivel); de regeneratie der menschheid Gods als door den Godmensch toebereid, in den Godmensch gesteld; uit den Godmensch te voorschijn tredend (genademiddelen, heilsorde, kerk.) In deel III: de voleinding der eeuwen.

Aan het slot van het eerste deel zijner Studie schrijft PROF. HONIG dat uit dit zijn overzicht kan blijken, hoe ernstig FRANK er r aar gestreefd heeft, de christelijke verzekeidheid en de christelijke waa-heid van de ervaring der gemeente uit te benaderen.

Over het tweede en derde deel dezer, voor onze dagen zoo passende, studie een volgend maal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 februari 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 februari 1920

De Heraut | 4 Pagina's