Leestafel.
1. NIEUWE THEOLOGISCHE STUDIËN, practisch maaadschrift voor Godgeleerdheid, geredigeerd door DR. A. VAN VELDHUIZEN. —J. B. Wolters — Groningen, den Haag, 1920.
Van dit maandschrift, hetwelk zijn 3en jaargang doet, ontvingen wij de 7e en 8e Aflevering.
In Afl. 7, onder den titel PROCES en DRAMA, naar aanleiding van: DAS WERDEN DESGOTTES-GLAUBENs, een boek van den Zweedschen Godsdiensthistoricus SöDEEBLOM, een voor de Godsdienst-geschiedenis en wijsbegeerte belangrijk artikel van DR. V. D. LEEUW. Volgt een artikel van Ds. E. H. WIEEENGA over: DE BETEEKENIS VAN GERECHTIGHEID GODS EN DE REGHTVAARDI-GiNO DOOK 'T GELOOF. Onder het opschrift: RONDOM DEN CHRISTUS bespreekt DR. VAN VELDHUIZEN de nieuwste Duitsche, Vlaamsche en Engelsche literatuur over JEZUS. Onder den titel ZENDING EN KERK een dergelijk artikel van DR. H. M. VAN NES op het gebied van Zendingslectuur.
In Afl. 8. een artikel TtóMiT van DR. A. K. ËDELKOORT, predikant te MARKBLO, waarin het gaat over de Babylonische mythe, die tot hoofdmotief heeft den strijd van den god MABDOEK tegen het monster TiáMáT.
Volgt Dr. H. TH. OBBINK met zijn: UIT DE GESCHIEDENIS DER GODSDIENSTEN, waarin hij de nieuwste werken over Godsdienst-geschiedenis bespreekt en beoordeelt. In CEITICA SACRA heeft DR. F. M. BÖHL het over den tegenwoordigen stand der O.T.-krhiek. Op p. 267 schrijft hij: »Wat Kuenen en Wellhausen voorstelden, stond lijnrecht tegenover de traditioneele beschouwing" en op p. 269, dat „thans ook bij geleerden van ilinks een zekere terugkeer naar de traditioneele denkbeelden onmiskenbaar is."
In 'n bladvulling op p. 265, leest men onder: ONJUISTE VOOELICHTING, dat de bewering op p. 138 der uitgave van het KoRT BEGRIP door DS. G. EEZINGA met een voorrede van Prof. BIBSTERVELD, Kampen 1915: »Da Syoode der Ned. Herv. Kerk heeft tie Doopsformule van Mt 28 niet verplichtend DUEVEN stellen, JA OOK DEN DOOP ZELVEN niet. Men kan daar tot het Avondmaal toegelaten worden zonder gedoopt te zijn, " — onjuist is.
Onjuist, omdat Art. 38 al. 5 van het Reglement op het Godsdienstonderwijs luidt: »dan heeft de aanneming voortgang, wanneer de aannemelingen 'zich bereid verklaren, voorzoover zij niet gedoopt zijn, den Doop te ontvangen".
Onjuist, omdat in 1896 door de Synode een circulaire aan de Kerken gericht is om toe te zien, > dat bij de Doopsbedieuing de woorden ontleend aan Mk 28:19 worden uitgesproken, "
2. Nu in deze voorlaatste maand van het jaar het KERSTFEEST weer zoo langzaam aan in 't zicht komt, zenden H.H. uitgever ons hun publicaties, die ter uitdeeling op Zondagsscholen of ook in den huiselijken kring, geschikt zijn. Zoo ook J. M. BREDÉE'S Uitgevers-Maatschappij te ROTTERDAM.
De zending van den CATALOGUS barer uitgave deed zij vergezeld gaan van die eener collectie boekjes uit BREDÉE'S FAMILIE-BIBLIOTHEEK, die ik, zooals VRIJE DIENST, een veihaal uit het Diaconessenleven, door HEDWIG ANDBAE, EEN DIENSTKNECHT DES HEERBN, Charles Haddon Spurgeon, door JOHANNA BREBVOORT, bijzonder kan aanbevelen. Deze aardig uitgevoerde werkjes in net cartonnen band— de BIBLIOTHEEK telt er een 8-tal — zijn meest voor volwassenen bestemd, maar het zooeven genoemde van JOHANNA BREE-VOORT heeft de begaafde schrijfster düs weten te bewerken, dat ook jongeren er wat aan hebben. Dit laatste geldt ook van No. 8 uit de Bibliotheek, het bekende en klassieke werk in onze christelijke literatuur, JOHN BUNYAN'S PELGRIMS REIZE NAAE DE EEUWIGHEID.
BREDÉE'S FAMILIE-BIBLIOTHEEK, biedt keur van lectuur voor het christelijk gezin.
En dan ook van leciuur, die bepaald voor kinderen geschikt, is, wil ons BREDÉE'S BOEKHANDEL EN UITGEVERS MIJ, dit jaar weer met Kerstmis voorzien.
Zoo zond zij een zestal gecartonneerde werkjes van bekende christejyke auteurs, als VAN AALST, VELTMAN, JOHANNA BREEVOORT.
Zij zond ons ook een tiental, slechts ingenaaide, doch in hun soort niet minder mooie werkjes van deze en andere auteurs; proeven van welgeslaagde KINDERLECTUUR.
En bovendien zond BREDÉE'S UITGEVERS-MIJ ons haar bekenden MASTHA-KALENDER.
Het SCHILDT beeldt RUTH, en wel zoo mooi, dat al is het niet, als de meeste Kalender-ScHiLDEN gekleurd, het toch aangenaam aandoen zal wanneer men er in 1921 op kijkt. Het BLOK heeft aan den voorkant der blaadjes 'n tekst met er onder een opbouwend woord en aan den achterkant verhaaltjes, historische herinneringen, opmerkingen en gedachten.
Déze Kalender, die reeds zijn dertigsten jaargang doet, houdt ook nu weer zijn goeden naam op en wie zich hem aanschaft steunt dan bovendien de MARTHA-STICHTING, die dit, bij zonderlijk in dezMi tijd, noodig heeft.
3 Ook van den UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ E. J. BOSCH JBZN te BAABN kregen wij, met het oog op de Feestdagen, boekjes en boeken. 'n Zevental Kinderboekjes, waaronder vier met kinderversjes naast aardige, deels kleurige prentjes, zooals VAN KLEINE MENSCHJES, door HER-MANNA, van TRAANTJES EN LACHTJES en KINDER SPEL, beide door HERMANNA en KEUNIG, en VROOLIJKE-KINDEREN door HERMANNA en I. M. WESTBRBRINK-WIRTZ en verder drie geïllustreerde proza-stukjes, zooals OM EEN LIKJE STROOP ALLES OVERHOOP, een vertelling naar ouden trant, door JAN VELTMAN ; JANTJE EN JAAPJE en TOEN JANTJE ZIEK WAS, beide door G. INGWERSEN.
Alle zeven boekjes, waarin de auteurs van hun talent voor kinderen te schrijven blijk geven en waarin kinderen plezier zullen hebben.
Maar ook voor onze jongens kan men bij de Uitgevers-Mij E. J. BOSCH JBZN terecht, en dan vestig ik bepaald da aandacht op de twee echte jongensboeken DE CLUB OP KLOMPEN, door I. M. WESTERBEEK-WIRTZ en DE GEHEIM ZINNIGE SCHAT door H. W. HOEKSTRA-VAN DER MEULEN.
Voor de rijpere jeugd en ook voor volwassenen vestig ik de aandacht op drie andere boeken van E. J. BOSCH JBZN TB BAARN: IN 'S LEVENS POORT door G. THEMMEM, VAN VELERLEI VER WACHTINGEN door J. M. WESTEEBBINK-WIRTZ en ook op 'n vrucht van buitentandschen bodem: HET GBOOTE STILLE LICHT, door ELISABETH FRANKE, vrij bewerkt naar het Duitsch door JACOBA. Dit laatste is een verhaal uit DAVOS, uit het leven in het Sanatorium met zijn lijden en sterven, doch belicht door het christelijk geloof en wat hier beschreven wordt is blijkbaar doorleefd.
4. CHRISTELIJK VROUWENLEVEN, ook een Uitgave van de Uitgeversmaatschappij E. J. BOSCH JBZN te BAARN, geeft in het November-Nr. 'n MEDITATIE van JOHANNA BREEVOORT over PS. 32 : 1: gt; Ik zeide. Ik zal belijdenis van mijne overtredingen doen voor den Heere en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde". A. D. schrijft er de KRONIEK. Van BATAKSCH VROUWENLEVEN vindt men er het Vde stuk. MR BSSE J. A. VAN VERSCHUER plaatste er IETS OVER KINDER WETTEN dat wordt vervolgd. De Rubriek: ITTERATUUR EN LEVEN verzorgt er H. C. GUNNING-DE VEIES. A. V. H.-S. heeft het er over: ET KINDEBTEEKENEN EN HET VOLLE LEVEN, een boek van Mevr. L. BELINFANTE en over een boekje van Mej. G. TEN BROEK-BAKKER: REI uw KLEEDING ZELF, in welk boekje de dames 13 Handleidingen vinden over het breien van handschoenen, jumpers, jurkjes, — schrijft er A.
V. H.-S.
Volgt een vers AAN ZEE, door M.
De situatie is deze.
'njufirouw kijkt bij vallenden avond, in het duin liggend, het hoofd op d'armen gestut in het zand, over de Zee, naar de avondster en tevens hoe:
»Daar ginds aan d'oever Gaat stükens een pair".
Zij hoort:
»Hun stemmen fluist'ren Haar lach klinkt blij 1 Eén oogenblik nog — Zij zijn voorbij."
Dan donkert het al meer en nog ligt de Juffrouw op haar rug aan duinenrand, haar hoofd in d'armen gestut op 't zand. Zij, de vereenzaamde, de zoo heelemaal-alleene, in kil-duistere leegheid, nu droomend.
.....snikt in die leegte van zielewee.
Dit Nr. Van Vrouwenleven wordt besloten door MEJ. G. L., specialiste op het gebied van huishoud-kunst, met in haar rubriek HUISHOU DING EN KEUKEN 'n amusant en tevens leerzaam artikeltje over het zeer actueele onderwerp: »Z0NDEB DIENSTBODE!"
Tusschen dit slot en het vers van de snikkende Juffrouw aan Zee, vindt men A. V. H, S. BINNEN-EN BUITENLANDSCHE BLADEN EN BRO CHURES-EN WAT IK ER IN GELEZEN HEB. De verzorgster dezer Rubriek is het heel met eens met hen, die in de »vrouw" enkel de «moeder" zien, maar goed eens met zekeren Dokter SCOTT HOLLAND, die zei, dat een «ongetrouwde vrouw" evengoed een Goddelijke instelling is als een «vrouw en moeder." £a o.m. voegt zij daaraan toe: «Denken wij jens aan die prachtvrouwen uit onzen tijd, ongetrouwd, maar bezig aart den opbouw dqr menschheid " «Wat zou er van de wereld terechtkomen, als er geen zichzelf opofferende, hoogstaande, ongetrouwde vrouwen waren? "
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 14 november 1920
De Heraut | 4 Pagina's