GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Oude problemen in de moderne biologie - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oude problemen in de moderne biologie - pagina 21

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

20

psychisch gebeuren en ik kan niet nalaten in verband met het „Merkwelt-Gegenwelt" probleem de schoone uitspraak van BERGSON te citeeren: „La conscience d'un être vivant, comme nous avons essayé de le prouver ailleurs, est solidaire de son cerveau dans le sens où un couteau pointu est solidaire de sa pointe : le cerveau est la pointe acérée par où la conscience pénètre dans le tissu compact des événements, mais i l n'est pas plus coextensif à la conscience que la pointe ne l'est au couteau" (33). ís in de moderne biologie meer en meer de neiging merkbaar het praeëxistente in het psychische te erkennen als de wezenlijke grond voor de specificiteit van het dierlijk waarnemen, handelen en ervaren, wij hebben daarmede de algemeenere vraag ontmoet, praeformatie of epigenese? Deze vraag kwam eerst in dezen vorm in de tweede helft der zeventiende eeuw in de wetenschap voor, door een reeks belangrijke ontdekkingen, die de namen van L E E U W E N H O E K , S W A M M E R D A M , M A L P I G H I e.a. vereeuwigden. Deze ontdekkingen

vermeerderden de kennis omtrent de verschijnselen van de ontwikkeling uit het ei bij vogels, kikkers en insecten. In de plaats van de meening, dat een larve slechts uit een homogene massa bestond, bracht het microscopisch onderzoek de theorie naar voren, dat de waar te nemen fijne organisatie van het embryo en van het ei het latere organisme in miniatuur zou bevatten. De ontwikkeling zou plaats vinden door de evolutie, ontplooiing, uitgroeiing van dit gepraeformeerde organisme, elke nieuwvorming werd bij dit proces ontkend. Hiertegenover stond de andere logisch mogelijke oplossing van het ontwikkelingsvraagstuk, n.1. de epigenese. Epigenese veronderstelt een structuur-loosheid van het ei en een ontstaan der latere differentiatie door de werking van uitwendige prikkels en van buiten komende materie. Deze opvatting reeds door DESCARTES aangeduid, vond in de achttiende eeuw een krachtig verdediger in C A S P A R F R I E D R I C H W O L F F .

Door dezen werd echter evenals door de latere epigenetisch denkende onderzoekers meer de materieele praeformatie-leer bestreden en de nadruk er op gelegd, hoe het differentiatieproces bij de ontwikkeling door immaterieele factoren in het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1919

Inaugurele redes | 42 Pagina's

Oude problemen in de moderne biologie - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1919

Inaugurele redes | 42 Pagina's