Overlevering en kritiek - pagina 58
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
56
OVERLEVERING EN KRITIEK.
Neem,
om
uit vele
slechts één te nemen, bijv. den 3^611 brief van
het VlI^e boek der brieven aan Atticus. eerste
plaats
over
private zaken,
de zaken
dan
over
van
eene
gramraeitische quaestie, verder over
Caesar, eindelijk over zijn schoonzoon. andere letterlijk niets uit te staan. deelen?
Eene
vooraf;
van
algemeene
punt
i
D a a r handelt Cicero in de
het gemeenebest, dan over zijne H e t eene deel heeft met het
E n de overgangen tusschen deze
aankondiging
tot p u n t
van
den inhoud gaat niet
2 is de o v e r g a n g :
„nunc venio ad
p r i v a t a " ; van p u n t 2 tot p u n t 3 : „venio ad P i r a e e a " ; p u n t 4 begint m e t een „ille", welks antecedent ontbreekt, maar door den geadresseerde
gemakkelijk
o v e r g a n g : . ,.Quid verband omdat
schijnt de
Atticus,
begrepen superest?
dus
geen
werd;
van p u n t 4 tot p u n t 5 is de
etiam: gener est suavis mihi". — Van sprake
te zijn.
E n toch is er verband,
brief slaat op zaken en om.standigheden in een brief van
dien wij niet bezitten, vermeld.
Pas nu echter de critische
m e t h o d e van Pierson en N a b e r toe en ge kunt den brief of stukken er van zeer gemakkelijk voor onecht verklaren. Maar nog
ook, waar het geen brief gold, zou zulk eene argumentatie
onwetenschappelijk
zijn, want i". zou moeten worden bewezen,
dat de schrijver zoo niet had kunnen
schrijven, en
2°. zou
moeten
worden aangetoond naar aanleiding waarvan en m e t welke, bedpeling de interpolator dit s t u k daar h a d geïnterpoleerd. Op
gevaar
af
van
j.....s.,, ,
-•.-..
te veel te willen bewijzen g a ik nu n o g aan-
toonen, dat zelfs de stelling dat hier geen verband bestaat, onhoudbaar is. Nadat
Paulus
de
gemeente te Thessalonica gesticht had, was hij
wegens een t u m u l t , door de ongeloovige J o d e n verwekt, genoodzaakt te vluchten. ( H a n d . X V H ) . K o r t daarna had hij willen terugkeeren, m a a r was daarin verhinderd (I T h e s . II : 17 en 18) en had daarom Timotheus (III : 2). van
tot hen gezonden o m hen te versterken en te vermanen, Deze,
teruggekeerd, had eene goede boodschap gebracht
h u n geloof en liefde.
N o c h t a n s verlangde de Apostel d a g aan
d a g zeer om de gemeente, die hij met een vaderlijke liefde beminde terug
te zien en te
(III : 3—10).
Hij
volmaken
hetgeen
aan
hun
geloof
ontbrak,
bidt ondertusschen dat de H e e r e zelf hen over-
vloedig m a k e in de liefde jegens elkander en o n b e r i s p e 1 ij k i n heiligmaking Jezus
i n (tegen) d e t o e k o m s t v a n o n z e n
Christus
met
al zijne h e i l i g e n
Heere
(III : 12 en 13).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1886
Rectorale redes | 68 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1886
Rectorale redes | 68 Pagina's