GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De verflauwing der grenzen - pagina 56

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verflauwing der grenzen - pagina 56

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

54 Juist die rustige g a n g echter, geeft mij ruimte en aanleiding, om, nu het koperen feest onzer Hoogeschool aanstaande is, een blik terug te werpen op het tijdperk van twaalf jaren, dat thans achter ons ligt, en kortelijk de vraag te stellen, in hoeverre de verwachtingen, waarmee op 20 October 1880 onze stichting optrad, geacht kunnen worden vervuld te zijn. En dan zij allereerst onze dank aan den Heere ónzen God uitgesproken, daarvoor dat Hij den toeleg van onze tegenstanders niet deed gelukken, maar, zij het ook onder zwaren strijd, toch onze stichting in stand hield. Hij was het, die der vrije Universiteit een plaats in het hart van zijn volk gaf; die veler beurs voor ons ontsloot; de onderwijskrachten, gelijk onze weinig ideale eeuw zegt, spaarde; en ons in klimmend aantal jonge mannen zond, die aan ónze leiding boven die der andere Universiteiten voorkeur gaven. Maar hoe hoog gestemd die dank ook zij, toch voegt ons bij inkeering in ons zelven, de ootmoedige betuiging, dat we voor nu twaalf jaren, de moeilijkheden waarvoor we zouden te staan komen, onderschat hebben. We hadden niet op de sympathie van alle belijders des Heeren gerekend, maar toch wie had bij broeders, die met ons in het Kruis van Christus roemen, zooveel bitterheid, zooveel onedele felheid, zoo soms zondigen haat mogelijk geacht? De mannen, met wie we uittogen op onzen weg, waren weinigen, maar op die weinigen rekenden w e . dan althans met ongeschokt vertrouwen; en, helaas, ook hierin werden we bij meer dan één, tot in ons College van Curatoren en Hoogleeraren, beschaamd. Zeker, het getal onzer katheders is uitgebreid, maar staat die kleine uitbreiding ook maar eenigszins in verhouding tot den geestlijken nood van ons land en volk? En toch wat het zwaarste bij mij weegt, is nog iets anders. De taak die we in 1880 ondernamen was geen mindere, dan om een hoogere, een wetenschappelijke ontwikkeling te geven aan hetgeen in onze Calvinistische kringen als in- en uitwendige realiteit geldt, Die taak nu stelden we ons niet licht voor, maar toch dat zij zoo zwaar zou blijken, is destijds door geen onzer vermoed. Veel sterker dan we aanvankelijk gisten, wreekte zich al spoedig

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892

Rectorale redes | 104 Pagina's

De verflauwing der grenzen - pagina 56

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892

Rectorale redes | 104 Pagina's