Zonde en recht - pagina 78
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
72
Ook in de Ars iuris van Raymundus Lullus wordt geleerd, dat wie in eene doodzonde valt, geen recht meer heeft op eenig goed, wijl hij dit heeft van God. 38) De Schrijver beschouwt den Staat als uitvloeisel van de zonde, van het egoïstisch verlangen naar goed. 37) Zie Gierke, t. a. p., dl. III, blz. 569, noot 138. 38) Zie Janet, t. a. p., dl. II, blz. 46. 39) Prindpiorum
iuris libri quinque, lib. I, cap. 10.
*o) De jure belli ae pacis^ lib. I I , cap. 2, § 2. *^) Politique tirée des propres paroles de l'Ecriture
Sainfe, livre I, art.
III, prop. 4: »Otez Ie gouvernement, la terre et tous ses biens sont aussi communes entre les hommes que l'air et la lumière. Dieu a dit a tous les hommes: »Croissez et multipliez, et remplissez la terre." Il leur donne a tous indistinctement »tout herbe qui porte son germe sur la terre, et tous les bois qui y naissent." Salon ce droit primitif de la nature, nul n'a de droit particulier sur quoi que ce soit et tout est en proie k tous." *2) Evenals men, volgens Alberti, zonder zonde op den duur niet had kunnen ontkomen aan den Staat, acht hij zoowel den privaten eigendom als de gemeenschap tot den staat der rechtheid te behooren. Hij brengt den eigendom in verband met het geschapen zijn naar den beelde Gods, gelijk in dien trant ook door anderen werd geleerd, waartegen Calvijn echter met kracht opkomt, alsof het geschapen zijn naar den beelde Gods meer in iets uitwendigs lag dan in 's menschen innerlijk wezen. »Atvero," zegt Alberti, »quia imago divina ejusque adjuncta (quorum excellentissimum erat dominium,) sic inerant humano generi, at singulis competerent seorsim; debebant omnino singuli etiam domini esse, adeoque privatum dominium habere." Een tweede reden is deze. »Nimirum ex decreto Dei non soli Protoplasti, sed longe plurimi extituri erant homines, natura ad ineundam colendamque societatem destinati, quae inter multos sine privato dominio recte institui ac conservari nequit. Hinc Deus pro sua sapientia ac bonitate, singulis de dominio proprio statim i^rospexit." En de derde reden: »Quemadniodum enim hominem in hujus vitae miserias tanquam ex naufragio non projecit et expulit; sed felicissimum sibique ipsi similem in hunc orbem introduxit; ita res etiam, illius dominio subjectas, praedam quasi publicam, quae nnn inagis ad hunc quam ad illum pertinerei, diripique pro libitu posset, esse noluit, sed, ut est benignissimus pariter atque justissimus, singulis partem dominii in eas, in communi omnium Parente adscripsit." Dit argument klinkt voor een toestand, waarin nog geen zonde was, vreemd. Alleen door gebrek aan tijd ontwikkelde zich de eigendom niet zooals later geschiedde. »Memor huius Adamus, inter Cainum et Abe-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895
Rectorale redes | 100 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895
Rectorale redes | 100 Pagina's