GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zonde en recht - pagina 31

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zonde en recht - pagina 31

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

25 der moeite de wetten van het heelal, althans gedeeltelijk, te verstaan. Abel was schaapherder en Kaïn een landbouwer. Het leven van het dier en het bestaan van het land was hun dus geen volkomen geheimnis. Ofschoon ook dit als vrucht van genade: „zijn God onderricht hem van de wijze, Hij leert hem. „Want men dorscht de wikken niet met den dorschwagen, en men laat het wagenrad niet rondom over het komijn gaan; maat de wikken slaat men uit met eenen staf, en het komijn met eenen stok; Het brood-koren moet verbrijzeld worden; maar hij dorscht het niet geduriglijk dorschende; noch hij breekt het met het wiel zijns wagens, noch hij verbrijzelt het niet zijne paarden. Zulks komt ook voort van den Heere der heirscharen; Hij is wonderlijk van raad, Hij is groot van daad." (Jes. XXVIII: 26-29) Van Jubal, uit Kaïns geslacht gesproten, lezen wij, dat hij was „de vader van allen, die harpen en orgelen handelen." En van Tubal-Kaïn, met hem uit Lamech voortgekomen, dat hij de leermeester was van allen werker in koper en ijzer. (Gen. IV: 21 en 22) En zij dankten deze bekwaamheid aan de genade van denzelfden Geest Gods, Die straks Bezaleël en Aholiab vervulde met wijsheid des harten om te maken alle werk eens werkmeesters, des allervernuftigsten handwerkers, des borduurders en des wevers, en om ook anderen te onderwijzen. (Exod. XXXV: 31-35) Ja, het is, alsof nu de mensch sedert de vorige eeuw zich meer en meer van het hoogere afwendt, en op het stoffelijke werpt, de Heere hem in staat stelt tot eene kennis van dit deel der schepping te komen, als waarvan voorheen het vermoeden zelfs niet was; eene kennis, die eenerzij ds de wonderen van Gods werk op het heerlijkst vertoont, maar tevens den mensch, die daarin niet den Maker eert, steeds verder van Hem voert, en met te zwaarder oordeel dreigt naar des Heeren Woord: „Want zijne onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide zijne eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn." (Rom. 1: 20) Zoo wordt ook eenerzijds wel gemist de gansch loutere

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's

Zonde en recht - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's