GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 15

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 15

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

11 macht om gedachten, ideeën, als het ware buiten zich een aanzijn te geven, zóó uit te drukken dat zij aanschouwd worden. En eindelijk, zooals God door het eeuwige Woord het afschijnsel geeft Zijner heerlijkheid en het uitgedrukte beeld zijner zelfstandigheid, zoo heeft Hij den mensch gegeven de heerlijkheid van zijn innerlijk persoonlijk wezen naar buiten te openbaren door het woord. • Uit het wezen van den mensch, zooals God hem schiep, en het wezen der natuur, zooals zij was, toen God haar goed noemde, in hun onderling verband, kwam van zelf de poëzie op. Is hij dichter, „die kan weergeven met woorden, de dingen, die hij gevoelt", 14) dan is de mensch geschapen dichter. De natuur in al hare oorspronkelijke heerlijkheid werkte rechtstreeks en zuiver op geheel zijn ongeschonden wezen, op zijn denken en gevoelen, en de woorden zijner taal gaven volkomen weer wat hij dacht en wat hij gevoelde. Zóó echter bestaat de mensch niet meer. De afval van zijnen God heeft de innerlijke harmonie van zijn wezen verbroken, gescheiden wat vereenigd, verstompt wat fijn en scherp, verduisterd wat klaar en helder was, aan den dood onderworpen wat eeuwig moest leven. Toch is hij mensch gebleven; nóg bezit hij rede en gevoel, verbeeldingskracht en spraak; nóg worden aan enkelen gaven van wijsheid en kunst in die mate verleend, dat wij moeten erkennen: „er is iets Goddelijks in den mensch." is) Wanneer echter thans eene geesteshandeling van den mensch nog, zij het ook op een afstand, gelijkt op wat zij was in den mensch, vóór zijnen val, dan is dat eene bijzondere gave. Let slechts op die ééne zeer merkwaardige geestesactie van den mensch in den staat der rechtheid, die de Heilige Schrift ons verhaalt. „Als de Heere God uit de aarde al het gedierte des velds en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zoo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zoo als Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn. Zoo had Adam genoemd de namen van al het vee en van het gevogelte des hemels en van al het gedierte des velds." (Gen. 2 : 19, 20.) Het geheele verhaal wijst er op dat dit proefstuk van geesteswerkzaamheid spontaan, zonder langdurig onderzoek en zonder vergeefsche pogingen werd tot stand ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 15

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's