GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ambt en persoonlijkheid - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambt en persoonlijkheid - pagina 28

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

biedt tevens in de ambtelijke norm een toetssteen tot gedurige zelfcritiek. De band, die beide saambindt en saamhoudt is het hoogste wat van den dienaar wordt gevraagd, namelijk de ambtelijke trouw. ') Daarin ligt alle eisch tot rechte verhouding vervat. Christus, als Hij roept, verzekert, bij de roeping, zijnerzijds zijn trouw. ^) W a t zou Hij dan anders zoeken in zijn geroepenen? En tot die trouwbetooning zijn ze bekwaam door een volkomen overgave van heel hun individualiteit aan hun bediening. In dezen weg kan ook de eenvoudigste in het ambt rijpen tot een persoonlijkheid. Originaliteit is slechts het deel van enkelen; het ideaal om trouw te zijn wordt ieder voorgehouden, en het laatste is meer dan het eerste. W a t nu geldt van de ontwikkeling der persoonlijkheid in het gemeen en van de christelijke persoonlijkheid in het bijzonder, geldt in allerbijzondersten zin van de ambtelijke persoonlijkheid. Die ontwikkeling vereischt namelijk vorming. En hoe zal deze geschieden met het oog op het Ambt? B a u m g a r t e n heeft met veel warmte en waarlijk boeiend geschreven over „Die persönlichen Erfordernisse des geistlichen Berufs". "*) Hij stelt daarin den zesvoudigen eisch: De ambtsdrager („geistliche") moet een lichamelijk gezond mensch zijn, een intellectueel begaafd mensch, een gemoedsmensch, een wilsmensch, een religieus mensch, een van zijn heil verzekerd christenmensch. Hoe rijk dit geschrift ook zij aan psychologisch inzicht. Iaat het evenwel den aanstaanden ambtsdrager arm. Van het ambt, waarvan toch al de trekking en bekoring moet uitgaan, — niets. Van een praesens Numen in Ambt e a Kerk, de zekerheid van den altijd tegen woor1) Luc. 12 : 42; 1 Cor. 4 : 2. ^) 1 Thess. 5 : 24. 2) Dr. O. B a u m g a r t e n , Die persönlichen Erfordernisse des geistlichen Berufs, Tubingen, 1910.

26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1917

Rectorale redes | 44 Pagina's

Ambt en persoonlijkheid - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1917

Rectorale redes | 44 Pagina's