GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De moderne roman.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De moderne roman.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

De karakterontwikkeling 'der modern© romanfiguur.

Wianneer jge den teg'enwoordigen roman in z'n echt moidern karakter wilt zien, mo'et ge hem eens vergelijken, met wat de romankunst van vröegeï, jaren heeft opgeleverd. D'an ko'mt verrassenjd aan het licht, hoe hier de liberatuuli gelijken tred gehouden heeft met het werkelijke leVan; dan kan de ontwikkelingslijin het typisch raoideme van het tegenw'OO'rdige soort doen zien.

Een enkel ho'ofdptat van deze lijii wil ik u wijzen, (want vain volledigheid kan in een artikel als idit natuurlijk geen sprake zijn). Ik neem daartoe 'twee heel bekende romans, die een blijVende plaats in onze letterkü'nde innemen: „Sara Burgerhart" in 1782 'do'Or de dames iWolff—Deken geschreven, en 'Goupjerus' „Eline Veie", dat in 1890 het licht zag. En dan de laalste 'teerst, want), als ge een totaal indruk begeert van een landschap!, en het eene, wat ge' vóór u zio't, wilt vergelijken! met het amidere, dat achter ligt, gaat gé s'taan op een hoog punt, tuSschen lüe beide in, en 'dan kunt ge het alge'meen.e b'eeld b'enaderen. Zoo iS, aan 'de-hanid van „Eline 'Vere", de pntwikk'elin'gislijn, die van Sara Burgerhaït naar het moderne' type loopt, te beschouwen, ¹)

„Eline Vere" is in. zooverre moidiertne roman, 'dat het al den glans Jdaarvan stralen doet en tegelijk alle kiemen der verderfelijke tendenz in zich'draagt. Dat er een wondere beko'ring uitgaat van het boek weet ieder, ^die iets gevoelt voor literair-scho'on'i, , idie een snaar in z'n ziel voelt mieetrillen als hij' taalmuzic'k hoo'rt ruischen. Couperus' stijl is als het mysterieuze lichten der aee na een warmen^ zinderenden zomerdag. Evenals 'dan heel die breelde watervlak!te flonkert en glinstert van dartele, einden loos gevarieerde goudspraniöen, ZO'O ook glanzen op êlfce pagina van Couperus' geschriften weeliderig gevormide wooriden u tegen. In zi'n eerste^ ling „Eline Vere" staat deze stijlschooinheid in haar lentepracht; joaig, frisch, nog niet onder ailerlei invlo'ed verwO'rden. E'n 'theele boek' is in z'n vorm en conceptie een lentebloem, om'dat bat de allereerste uiting is van het tachtigeïs proza, dat 'de Z'omerschoonheid vormt van onze heden-'daagSche literatuur. Eï ging een hyp'no'tiseerende werking van uit, op ieder, die het boek las. En gansch het jong-JJioliand van 'die dagen luisterde, luisterde mtet heel z'n ziel, naar hel 'klankensproO'kjei, 'dat daar zo'O 'plots door de wintordoode letterkunde ruischte. Maar op die ijle, lichte klanlcen, zweefden ook de ideeën van het boek binnen. Wiant het gaf veel meer dan taalkolO'riet en stijlschi.ttering, het gaf levenswerkelijkheid. De viragende, zoekende mensch, die jden .achtergrond van het leven somber en raadselachtig zag op, Schimmen en nergens een rustpunt vO'or z'n dwale'nlde! gedacbten vond, zag in eens, dat hij' niet alleen stond, want: 'de eigen nooden en problemen worstelden óók in Eliné's ziel, en, wat veel Itneer beteekeride, hij leerde de oorzaak zien van al het leed. Voioral voor de jongere vrouwen der betere standen, die zoo' in alles 'in Eline zichzelf geteekenld zagen, was het boek ©en openbaring. „Eline Vere" werd direct bekroond (met de medaille van het Thieme f ondis) gekocht, bendrukt, verslonden.., in één woord: Couperrm' intocht in de romanwereld was een zegeto'cht.

En waarom? Omidat Couperus, de veelzijdige, de fijne kenner van mienschen en toestaniden, die op z'n herhaalde reizen (naar Italië) veel had gezien en nog meer had geleerd, omdat Couperuis voelde en wist, wat er schrijnde onder het vernis van feestglans en vroolijkheid in de huizteïi ider elite. Hij wist, hoe de scherts, de vriendiebjkheid, de schittering van toiletten én sieraden van de 'dochter 'dier 'elite slechts oplegSel was, de 'Onmisbare voorwaarde voor haar noO'dgedwongen deelnemen aan het groote-lui's-leven, maar dat de werkelijkheid een gansch andere was. D'at ze idaar voortleefde met 'de volslagen duisternis in de ziel, volkom'Cn onbevredigd door wat het leven haar bood; idat ze ide leegheid, het onbeduidende! vaar haar blestaan loodzwaar voelde drukken op; haar ziel — maar to eb niet \vis't, wat haar üi, tkomst kon brengen en in weilkte richting ze idie zoeken moest. En dat, wijl haar leed voor andelen niet te dooorvoelen wais, beur leven een lijidens-weg van onbegrepen smart zou zijin, m'6t een tragischen 'Ondergang als het zekere einde. Toen 'ihij' dan dit karakter van zijn tijd gestalte gaf in de persoon van Eline, had ihij' vele zijner tijdgenooten te'gelijk' geteefcend, zag men zich in eens begrepteni. Daarom maakte het boek zoo'n opgang.'

Ge kent waarschij'nlijk Eline's geschiedenis. Als ge bet bo'Ck gelezien hebt, hebt ge onder de diep'ste em'otie de tragioeidiö m'oe 'doorworsteld. Ge he'bt Eline verschillende malen in al beur fleurige heftallighe'id gezien, maar ook zaagt ge de grijnzende spiookgestalten, die beur ziel benauwden. iAls ze zich trachtte te ontwring'Cn aan hun greep hebt ge blijdschap gevoeld, alg^ ze weer werd nee'rgesmakt en met doffen idre'Un terugviel in beur smart, Bcho'kte 't in uw binn'ewste; leïi ten plotte zijl ge er getuige van geweest, dat ze, 'doodgehoest, te moe om te sterven, lichamelijk en geestelijk, gebtofcen een veel te igroote dosis mo'rp'hine nam en ond, e!r helsche benau-OT'diheden den doo'd is ingegaan. En tusscnen die angstwekkende [waanzingestalte van 't slot en die jheerlijke lentebloem van vro'eger, weet. ge een leven van onzegbare smart, van - dwaze inbeelding en ziekelijke excessen; van veel kunnen, . maar te slap! zijn om te willen, dan weer van alles te willen, maar de kracht miss'end om iels., ervan te volbrengen.

Vanwaar dit alles ? Omidat Eline de jonge vrouw was, die .'sitond op Iden overgang van de oude idee naar iden nieuwein tijd, , die losliet den bodem, waarop zij' sitonid, maar tastend naar een hebep. rustpunt in 'tidonkier verdoolde en O'mkwam'. Couperus beeft idit verscbijhsel van zijn tijid goed gezien en met zijin schitterenid' schrijverstalent onvergelijkelijk schoon weergegeven.

Maar nu komt 'dé •vraag naar de oorzaaik van dat levenswee en daarin tast C'ouperus mis. Hij! schrijft al de ellende toe aan de grilligheid van het nooidlot, dat volgens hem de hoofdfactor is van het menschelijk leven. Hij is ier vast van overtuigd, 'dat het noodlot de eenig 'Wezenlijke niaoht is over den mensch. 'Als dat lot het op' u gemunt heeft, poog dan maar niet te ontkom'en, want al beschiktet gie over dl© meest schitfcerenide gaven —• zooals Eline — ge komt om, 'ellendig, uitgeschuid, ge móet breken, omdat het lot u breekt. Geheel terloops me-rk ik even op, "dat in dezen trek, die de grondtoon is van al Coup'erus' werk („Extas'c", „Illusie", „Noodlot") juist het fatale ligt. Dat maakt Couperus zO'O zeldzaam 'gevaarlijk voor jongei, ongevormde karakterls, wijl de eigen verantwoordelijkheid wordt afgeschO'Ven op de volkomen onmaohtt van den mensch, iets aan z'n levensloop' ai te 'doen. Dat maakt, (aigedacbt van vele andere, zeer ernstige bezwaren) ook „Eline Vere" een voor jongeren 'Ongewenscht b'Oek. Want 'dat Eline, ondanks baar zeer bij'zondene gaven en verrukkelijke eigenschappen toch ondergaat, is niets dan de in schitterende kleuren geschilderde illustratie der noodlotsalmacht, is tendenz van de meest verwerpelijke soort. En ide Christen, die belijdt dat alle idingen worden geregeerd idoor een almachtig God, volgens Zijb wijzen raad, en dat niets ons overkomt bij gevaJ, maar alles ons wordt toebeschikt van Zijn Vaderhand, heeft er voor te waken, dat deze 'ongelukisleer niet in-vreet in. de harben der jongeren. Juis't O'midat „Eline Vere" z'oo' m'eeslee^ pend schoon is, is het 'dubbiel gevaarlijk —• inen boude het zijn kinderen, vóór ze tot de jaren van oniderscheid gekomen zijh, onvoorwaardelijk uit de hanid.

Ik zeide, dat Couperus mistast, als hiji het nood-

lot de ooraaaK noemt van het levenswee der jonge Trouwen van zijh tijd. Ze waren stellig gee!n noodlotsstakkerds. Hun leed werd niet veroorzaakt door die macht, want die bestaat niet. 't Was de zuchit naar vrijheid, naar los worden van conventie, naar eigen bebeekienenden arbeid, die de vrouwen van Eline's tijd deed walgen van het leege leveiï van dineeren en voorstiellingenbezoek. Ze wilden grijpen naar een ander stadium, zonder Tiet bewust te kennen en dat veroorzaakhe die onlust des levens, die in de negentiger jaren zoOi bijzonder sterk was. Eline's' einde, tragisch, .onzegbaar smartelijk, omdat alles zioo ganscli anders had kunnen zijn, js de getrouwe weergave van wat d© ontwikkeling van het vrouwenkarakter bi^engen ging en ook werkelijk gebracht heeft. WanL wat men toen, vaag vermoedend zocht, is gevonden. De moderne roman leert, dat de oplossing van alle vragen ligt in dóen, zelfstandig en' onbegrensd dóein. Eline's ongeluk wcS dat ze niet durfde — de medemen durven wèl en zijn gelukkig, ten minste, dal meenen ze.

Bezie nu eens, ter vergelijking met Elin© Verie, de figuur van Saartje Burgerhart.

Jong, vTO'Olijk, elegant, vol tintelenden levenslust, wil ze ook van het leven genieten. Als ze idan het saaie huis van heur vrekkige 'en femelachtige tante Suzanna ontvlucht is en de vrijheid! van een piension geniet, profiteert ze zooveel ze kan van alles .wat naar ontspanning zweemt; zelfs geraakt ze in een gevaarlijk avontuur (een ontvoering), omdat ze al te uitbundig is in haar zucht tot gemeting — in één woord een meisje, öat haar tijd vooruit is, dat wil lieven en leven en 't ook durft. Een, naar onze zegswijze, nioderne jonge dame dus, die volgens het oordeel van heur tijd veel te ver gaat (want de schrijfsters vertellen u haar geschiedenis alleen, om tegen een dergelijke levensopvatting te waarschuwen).

Hoe beoorldeelde m-en haar nu üi Eline's dagen? Men glimlachte goedig over haar moderniteit.. Ze was in den grond der zaak Biets anders dan het stijve', in Hollanldsche degelijkheid opigievoede achttiendeëeuwsche jonge meisje, met de hoepelrokken en de gepoederde haren, die modem scheen, omdat ze durfde lachen en — op een grooten afstand natuurlijk — een heer durfde toespreken. En ovei ide dooT Wolff—Deken miet zooveel afschuw beschreven geschiedenis met den lichtmis 'R. en de daaraan vastge-knoopte moralisatie over fatsoen ten deugd, haalde men meewarig de schouders op'. Die begrippen waren toch heuscli veïoudei-d. Saartjes .leven, heel avontuurlijk blijkbaar voori de ti|dgenooten, was eigenlijk niets dan vlakke gelijkmatigheid. En haar kinderlijke genoegens in het huis der eerziame weduwe: Spilgoed waren voor het nieuwe geslacht te futlooa; 'er klopte geien levenspols in. Maar vooral verachtte men die zoetsappige berusting van Saartje in dat beiieke'ninighuwelijk met Edeling, zoo zonder dö minste passie, zoo uitsluitend produot van de regtels der conventie. Ze trouwde hem eigenlijk" alleen om haar min of meer geschokte reputaüe weer te: herstellen. Neen, dan Ehne, met haaf romantische liefde voor Jden operazanger Fahrioe, Widens portretten Z'e in alle stilte verzamelde, wiiens nabijheid ze altijd' weer ? ocht om de bekoring tervan te genieten!^ dM wiaS de moderne vrouw; die' haar verlovimg met Otto van Erlevoort brak, ofschoon 'ze hem liefha|d> omdat ze gevoelde, dat haar neef Viüoent mfeer voor heur was en daarbij' miet geen > vatzullen-ide-mienschen-seggten rekende, "dié uitte, wat er brandde in de harten hare Itijdgenooten. Jfeel het doen van Eline bewieiös ünldividualiteat, niet van het ma: kke soort van Saartje, 'maaï écht, taldiciale tferzijdestellinig van het idee, dat de vrouwhaar zelfbestemmingsrecht mist. Maar 't allermeest trof het verschil in afloop de hielde levensgieschiedenissen. Saartje keerde, schuldbewust, tam' gemaakt, - van haar vrijheidszucht genezen, tot het leven van dame-idie-haar-vormen kent terug — Jïline, de moderne vond eerst haa; r rust ^n , „dë koele meren des doods".

Hier ziet ge nu de ontwikkeling^ waarvan ik in 'tbeigin spréS: . Saartje, d.i. het jonge meisje uit den gegoeden stand, was in haar tijd zoo vooruit-Btreveraidi, dat de Schrijfsters van haar historie meenen te moeten waarschuwein tegen zulk ©en vrije levenso'pvatting — en ze is in , alle O'pzichten ouderwetsch, als ge haar naast Eline .Vere plaatst. .Van al haar zoogenaamde vrijheid en individualiteit blijft niet veel over. En b'ezieL ge nu den af standi tusschen de 'denkbeelden van Eline's tijd en onze dagen, dan bemerkt ge weer precies hetzelfde, men hoonlacht thans weer over Eline's mO'derniteit en vindt haar nog, veel achterlijker, dan Eline's tijd-'genooten Saartje Burgerhart. Een geschiedenis als Eline's vereering voor Fai)rioe is voor de jonge dame van haar leeftijd uit den modernien roman een avontuurtje dat al een jaar of zeven achter, den rug ligt en dan ging het nog niet half zoo kinlderachtig. En dan dat geluk, waar Eline naar hijgt, zonder het ooit te vinden, 'tis immers ni'etsi dan de biegeerie naar een bevredigend huwelijk, . ZO'O oude'rwetsch en laag-bij^den-^rond mogelijk. Dat stijfburgerlijke ideaal bekoort de moderne waarlij'k niet meer! Wat Eline slechts na een zware z»leworsteling en onder een mokereode zenuwhoofdpijn kan doen, (haar verloofde z'n woord teruggeven) doiet de moderne m^et een schoudeirphalen, in ©en verlorem oogtenblikje. Ze lacht om eel 'dien mbed, dien durf van Elinie; haar vrijeid bestaat immers alleen maar in schijn, dochl it in werkelijkheid' belcneld in ©en corsage van at men noemt onbehoorlijke, ongeoorloofde, O'Ugeaste dingen. En dat heette dam mo'derniteit! Als t niet zoo treurig bekrompen was, zou 'tbielacheijk wezen!

Neen, ^Is ge echten diirf, wezenlijke vrijheid en ndividualiteit wilt zien, dan moet ge bij' een 'romaneldin als Lenoor Sonneveldt in de leer, die 14, 15 jaar oud, haar moeder ©en formeel standjö chopt, omidat die zich m'engt in haar zaken en haar karakter meent te mo'gen beoordeelen. Df bij ellen, de hoo'fdfiguur uit een anderen roman, wier „innerlijk© drang" haar drijft tot een relatie met eeai (natuurlijk getrouwlden) kanstschilder. Dat er, ook voor ©en ontwikk'Olde jongedame, nog grenzen bestaan van ©er ©n fatsoen, dat de echtgenoot© van den schilder een recht en d© man ©en plicht heeft — dat alles telt niet meer mee. Zij' volgt den dranjg van heur hart, wat bekommert ze zich om al het overige. Zich uitleven, zooals 'zij wil, doen, zooals zij' wenscht —• en verder geen sentimentaliteiten. Mogelijke gevolgen? Dat over de onderis, als ze 't'eens wisten, ©en .zee van smart golven zou, dat de menschen zich te schande gemaakt zouden achten? Ooh, dat is immers met '©enbeetje handigheid te voorkomen! Je hoeft ook niet alles te vertellen! Doen, alsof er niets: aan de hand is, heel gewoon zijii, net als altijd; wat niet wteet, deert immers ook niet? Ze meenen het wel goed, die ouders, maar ze zijn ta oud geworden V0'0|r dezen tijd; ze zitten heelemaai vastgeroest aan die groiotmoedersbeigrippen van vroeger. Daar kün je niet altijd je aan storen, - dain had je geen leven meer! Of bezii©, als ik nog één uit de vele voorbeelden mag noemen, nu van feen getrouwde moderne, Madeleine uit ©en derden, .heel gewilden roman. Als ze gescheiden is van haar man fen met een zijner vrienden getrouwd, wordt het haar duidelijk, dat ze zich in dezen toch ook deerlijk heeft vergist en dat een vriend van hem biet^r weet wat ©en vrouw to'ekom't. Wanneer ge nu maar „fijtigevoelig" genoeg waart, dan zoudt ge met d© schrijfster bewondering hebb'en voor deze martelares, die door en ondanks alles haar individualiteit, haar „vrijheid" . zoo ongerept weet te b-ewaren, die haar leven zoo naar haar aainleg weet t© dwingen. Gelukkig^ dat ©en ohristeh zulke aanvoeling mist.'

Daar hebt ge, in verschillende teekening, de moderne jong© vro'uw, zooals de tegenwoordig© rom'ans haar uitbieelden, daar hebt g© de Ëgiuuji, die uit 'de boven aangegeven ontwikkeling; is gegroeid. Volk'omen los is ze van eiken band; met onbe'grensd© minachting slingert ze van zich, al wat naar verantwoorldelijkheid zweemt; zie wenscht vriji i^Q 2ijn, volkomen vrij, onbeperkte mieesterefe over eigen leven en levensverhouding en staat daar^ tartend een ieder, die het waagt, 'Over zooveel verdwazing 'het voO'rhoofd te fronsen. Inderdaad, zte is Eline Vere en Saartje Burgerhart ver boven 't hoofd gegroeid. En wat zal het eind zijn van d© snel dalenide ontwi, kbelingSlijn ? Een jammerlijk wegzinken in di© zwarte ellende van onze revolutionaire eeuw, want de. gewaande 'vrijheid is slaafsch© gebondenheid aan de ketenen der zonde.

De groei van het karakter id'er vrouwelijke romanfiguur, 0ooals ik di© in dit artikel trachtte aan te geven, bewijfet sterk', dat de moderne roman spiegel is van zijki tijdi en alzoioi wordt de gedachte van het eerste artLbel nadteü geaooentueerd. Maar dan komt ook het gevaar, waarop ik in dat stukje wees, nóg duidelijker uit. Welke vader zal zijn dochter 'met zulk© gedachten vergiftigd willen zien en hoe kan een christemouder 'dan Bergelijke: hoeben in de handen zijlner kinderen gedoogen? Iets van den heiligen toom, die MozeS het gouden kalf deed vergruizelen, toen de Israëlieten mieegesleurd waren door verderfelijke vrijheidszucht, brande in het hart van een chris tien vader, tals hij' zulk een bioeb in zijki huisi .vindt.

Zeker, .wi| erkennen ön aanvaarden met dankbaarheid het vele schoonei, dat de nieuwe opbloei onzer groots ch© literatuur heeft gebracht, maar het zij: ©n büijve ons piaxool: onvoorwaardelijk moet verworpen datgene, wat valsch blijkt, als de keursteen van het Woord 'Gods wordt aangelegd.

In ©en volgend' artikel hoop; ik nader 'terug te bomen op de zeer ernstig© bezwaren, di© van .christ©lijk standpunt tegen d©z0 moderne literatuur-uiting zij*: ! in te btrengen. ^


¹) Wijl „E. V." ook in onze kringen een veel geaoten boek is, spreek ik wat nitvoeriger er over, dan in dit verband noodzakelijk zou zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

De moderne roman.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's