GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Barzillal’s terugkeer.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Barzillal’s terugkeer.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Laat ioch uwe'n knecht wederkeeren, dat ik stervo in mijne stad, bij mijns vaders len mijner moeder graf. 2 Sam. 19:37.

Dat had Rembrandt moeten scjh'ilderen: het afscheid van David en Barzillai.

Op den achtergrond het donker bergwdud van Efraïm en de blinkende Jordaan. Daarvóór het trouwe la-ij^svoik van David. Als hoofdfiguren: de Koning en Barzillai.

De Koining, niettegenstaande zijn vijftiger jaren nog een man van frissche kracht, jonge idealen blinkend in zijn oogen. Eindelijk heeft hij^ de revolutie ten onder [gebracht. Vaster dan ooit staa; t nu zijn troon. Hij is op' weg naar Jerusalem'. De toekomst wenkt hem met vele schoone beloften. Hij voelt zich sterk.in, zijn. Goid./t.Heeft, , hem'.hartebloed gekost vanwege Absalom', zijn zoon. Toch is hij weer moedig , als een jonge leeuw. Hij heeft zijn leed uifcgcschreid bij 'zijn God. Nu gaat jhij in zegepraal met. nieuwe hoop het leven in.

Tegenover hem: Barzillai, de grijsaard van tachtig jaar. Vorstelijk is 'zijn gewaad, want hij' is een rijk man. In zijn moede oiogen.. schijnt óók nog licht, van den dalenden levensavond. Op zij-n ïimpelig gelaat ligt een glans van voldoening. Hij heeft zijn Koning mogen helpen. Hij, de oude, de vroiiie, die daar ïn zij'n vredig stadje Rogelim zoo kalm leefde en den dag verbeidde, dat hij' moeht heneii^aan in vrede, hij was opgesch'riict over 't stoute ondernemen der revolutiemannen. 'tPantsier kon hij niet meer aangespen, maar gebeden heeft [bij oto 't behoud van 't wettig gezag. En bij' bidden heeft hij het niet gelaten. Hij' Ji'eeft' uit zijin have Igenonren: beddewerk en schalen, aarden vaten, tarwe, gerst, 'meel, geroost koren, boonen. en linzlen, honig, boter, schapen en kaas voor David en zijn hongerig volk.

Wat een heerhjfc meeleven van dien ouden man in den spannenden strijd der jongere geslachten!

- En nu, na .de triumf, heeft hij' zijn rijdier laten zadelen. En eershalve heeft hij David begeleid tot aan, tot over den Jordaan. 't Heeft hem goed gedaan, toen 't water bjjl den .overtocht om; liemheen spatte, 't Was alsof hij weer jong was.

Doch dit duurde maar kort. Hij' was dien dag juist jarig. Tachtig jaar. En een man van tachtig jaar, als hij een kind Gods is, voelt wel mee in den strijd der jongere geslachten, maar toeft toch met zijn herinnering liefst in de dagen van ouds. Hij wordt gaandeweg van het leven los gemaakt.

Barziülai houdt zijln 'rijdier in. Eerbiedig wendt hij zich tot deri Koning: 't wordt zijn tij!d. om' weer te keeren naar zijn huis.

David wil daar niet van hoioiren. „Ga 'mee, Barzillai, naar mijn p.ïachtig Jerusalem, en naar mijn schoon paleis en leef mee in ons lustig leven, ik zal u oindeirhonden.”

Maar neen, dat kan de oude man niet meer. Hij begeert dat niet. Hij leeft wel mee. Maar hij gaat niet mee. Zijn weg is .een andere. En de herinnering aan. vroegere geslachten droomt in zijn oogen. Hij weet: straks zal hij tot zijne vadéren veiigaderd woirden. „Odti, zegt h% ik zou bij' u' in uw 'mlooie leven goed van 'kwaad niet kunnen onderscheiden. Zou ik de stem der zangers .en zangeressen nojg kunnen hooren, ik die heden tachtig jaar ben? Laat toeh — 'zOo vraaJgt hij' met teeren wieemoied — laat toch uw, 'knecjxt wederkeeren, dat ik sterve in 'mijne stad, bij mijns vaders en 'mij'ner moeder graf.”

Dat is wel echt (het hegeeren van een zeer oude'. De hjin van het leven buigt naar de jeugd terug. Wederkeeren. Het hairt leeft in 't verleden. En ziet dat in 't licht der genade Gods. Niet naar Jerusalem 1 Maar naar het 'nederige Rogelim 1 Sterven in zijn stad! Niet hij' de blijde zangers en speellieden. Maar bij 'tgr, af van vader en moeder. In 't stil herinneren aan Gods weldadighieid en tronw.

Voelt 'hij dan niets 'meer voor 'tjonge', krachtige, .frissche leven, met zijn - -idealen, zijn geestdrift^ zijn verwachting ?

Zeker wiel. Zie daar is Ohimh'ain, zij'n zoon. Voor dezen vraagt hij wat David den oiuden vader geven wilde. En die jonge 'nian vindt het heerlijk mee te mogen. Voor hem zou [h.iet onnatuuriijk zijn te wilton wederkeeren naar het oiude stadje, om' den dood te : j ver bei den 'bij' grootvaders en grootmoeders graf.

Toen kwam het aisdhieid.

Eerbiedig kuste de Koning den O'uden Bar'zUlai. En hij zegende henl-. Deze moet wederkeeren. De Koning moet vooruit.

Nog eennlaal wendt de grij'zfe 't hoofd, om den Koning te groeten en Chimiham' zij'n zoon, die het g'roote leven.ingaat, vol gouden beloften.

Alzoo .keerde hij weder naar-zijn plaats om

te rusten. Om te peinzen. Om te bidden. om te sterven.

Laten wij jonger gieMa.Gtó; -m - 3ë'inaarija'jSè'ri van D-avid 0)f ia de jeugdjaren van Ckimlham hét diepe respect voor de Barzillai's niet' verliezen.

We hebben zo, oveel aan hen te danken. Dav.id had het zonder de hulpbronnen van dezen edelen grijsaard niet gehaald. Diens, liefde en toewijding herinnerde hi| ziclh nog ojp .zijn sterfbed.

En wat zijn wij zonder de Barzillai's? Wat we ïrioodiig hebben is niet de tegenstelling oud en jong, ^'maaT 't innig saamleven ©n streven van ouderen |^yen jongeren, opdat er noch scheiding, noch ver-•'psvreemdinig kome, al gaan de wegen soms uiteen.

Eén in (gelo'of. In belijden. In strijd. In gebed. 'Die Heere beware lons vele achtbare grijsaards, die niet al niioikkend over nieuwe tijden en nieuwe idealen bij hun haard blijven zitten. Maar die evenzeer meewoTstelen met heel hun ziel in den strijd der jomgeren .ais deze oude Gileadiet.

Maar dan mosten wij den ouden niet met geweld , op , al .onze wegen mee w).llen tronen, naar oins Jerusalem. Dat willen zij' niet meer. Èn dat behoeft , aok niet. Zij hebben lang genoeg aan het front gestaan. Zij (hebben aan onze zangers en zaïngieressen niets meer. Zij' mogen blijven in eigen sfeer. Wederkeeren naar hun stad om er te sterven, bij huns vaders en hunner moeder graf..

Chimham, hun jonge 'zoon, gaat immers m'et pjis. - En in hem leven de ouden mee, met hun liefde ''^; j; : "en gebed.

Al gaat dan de oude terug naar zijn vredig stadje en zijn stil hoekje om te sterven, zijn belangstelling, zijn meeleven gaat toit in .lerusalem.

En als ouden en jongen bij 't kruispunt der idealen scheiden, gevoelt 'tjonge geslacht behoefte om •Ziijh BaxziUai te kussen en zioh van hem te laten zegenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Barzillal’s terugkeer.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1921

De Reformatie | 8 Pagina's