GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wat vrouwen hêbben de Christenen toch!"

Van de vorige week bleef nog iets staan. Ik had hét over bet fiasco der moderne meisjesopvoeding en hoe allerwege de overtuiging rij'St, dat daarin verandering moet komen.

Op hetzelfde aambeeld hamert mevr. v. E. S. in „Christelijk Vrouwenleven":

't Is nog geen week geleden, dat ik in Breda was. Ik had net de m'ooie oude kerk daar beaöcht, 'sn mij verbaasd over den fijnen k'imstgeest van de werklieden die .zulk een kunstge-•vvrocht schiepen, over de klaarblijkelijke-teederbeid en - vroomheid waarmee 0, e elk onderdeel van hun arbeid afwerkten. Stel 'u voor, dat elk klepje diat opgewipt kon worden - van de oude fcanunifcenbanken een geheel ander gebeeldbou-wd inotief had dan het vorige. Welk een teerJieid va, n volharding, welk een blijde arbeidslust!

Toen ik naar buiten trad, hO'Orde ik groot geschreeuw' en gejoel, onsympathiek en rumoerig, na de stilte van de heilige verblijfplaats. In twee rijtuigen k-wamen voorbij'gereden, .zittend op den kap, joelend, ' schreeuwend, wuivend en gillend, bloots-• ; 'boofds en onzin brallend, de meisjes, die examen hadden gedaan voor de „mulo".

Slecht, ach slecht was het niet, maJar hopeloos onaestheti.sch en ongelooflijk weinig - vrouwelijk ... en de waarheid brandde .zich in mijn ziel .... deaalken .zijn nu de moeders van ons komend ' geslacht — het soort da.t alles veil heeft voor ! een feestdag.

't Is al jaren en jaren geleden, zij over wie het giaat, is al lang overleden, en daarom mag ik 'er wel van vertellen.

Op een avond kwam haiar man bij mij: „Kij'k", zei hij, „zoudt u mijn vrouw nu niet kunnen overhalen, 'oon de fabriek er aan te geven? 't Is heelemaal niet noodig, ik verdien genoeg, die izoogenaiamde bijverdienste is larie, - vengeleken bij wat we inbo'eten aan ge& elligheid en huiselijkheid. Denkt • u 'dat het voor mij prettig is, altijd een doodm'oede Ih'uisvroüw thuis te vinden, die het eten zoo'n beetje afraffelt, en die wel voor alles zorgt, zeker, , iZ'orgt ze voor alles, maar ze wordt er mager en stil en aigetrokken van, door het .zich te veel inspannen? "

Ik praatte met de vrouw, ik praatte nog eens met de vrouw .... „Dank je stichtelijk", Keide , ze eindelijk, , „zoo saai en vervelend, dat thuisizitten, met niemand om eens tegen te praten. Moet je bij ons fcpmen, op het atelier aioo gezellig als het daar is. We hooren al de nieuwtjes^ die er in , omloop izijn, en we zingen gezellig, en we lachen nog eens .... denk je dat me man den heelen dag thuis aoU willen zitten, — nou ik ook niet."

Zij luidde in — en dat heb ik toen zoo sterk • gevoeld — het nieuwe geslacht van de „knock about women" 1) izooals de Engelschen hiaiar noemen, die altijd uit izijn op avo^ntüur, al is het van zeer onschuldigen aard, die snakken naar variatie, naar levensprikkel en „cionversatie" .zooals ze dat noemen.

En n'u is dat alles nog niet het ergste, - wij, menschenj - die den Bjjbel lezen, en ons door Gods Woord laten voorlichten, weten, dat ou'danks al het edel pogen de wereld al slechter en ellendiger izal worden, miaar Gods kinderen moeten het zout ; zijn, het licht op den .kandelaar, de stad op een berg.

Eens schreef een heiden aan Julianus Apostates : „Wat vrouwen hebben ze toch .... die . Christenen!"

Mocht dit todh van ons O'ok geaegd kunnen worden in dezen tijd. „Wat - vrouwen hebben ze toch, die Christenen, waar vindt ge zioo'n zelfverloochening, aoo'n toe-wijding, zoo'n rust, zoo'n blijdschap, TZ'oo'n geloofsverzekerdheid? "

Het kantoor voor het meisje geslOiten?

Trouwiens, ook bet zakenleven gaat in de vrouweïikw-estie een woioïd meespreken. Van alle kanten worden bezwaren geopperd tegen het samien. weifcen van mannen en vrouwen in bedrijven en op kantoren.

Men bepleitte eetst met zalk een klem: van redenen dé gelijikstelling in deze van de vroiuw m'et deii man. Zij' miioiest zicih over de heele breedte vajn het maatschappelijke leven vrij' kunnen bewegein. In aansluiting , aa'n Ho'en's bekende drama mjoest iedere vrouw evenals I^oïa ervoor bedanken door haar man als öen schepsel, dat hij' voor zijn geraak en genoegen er op na hield, te worden besdhouwd. Zij moest zelfstandig staan en zich aan ernstigen maatschappielijkien en goed betaalden aibeid geven.

Zoo openden ook de kantoren hun deuren voor vi-ouwien 'en nieisjes. Maar wat bewijst dè uit komst? Dat de vrouw in vele gevallen het hoofd er niet bij heeft. En dat in andere gevallen de mannen door het voortdurend saantarbeiden met v^^erschillende vroniwen het hoofd verliezen. Een 'niet zioo Mein deel van den werktijd wordt soms aan fltrtage gewijd. Allerfiia'nde wanverhoudingen groeien erait. De maatschappij lijdt eronder, üe geruohten worden steeds sterker, dat vele 'zaken er op zinnen biet vrouwelijk kantoorpersoneel te ontslaan.

Zoo meldde „Paiximo'nium":

De directie der Rotterdamsclie BankveTseniging sptak als liaar meening uit, dat door de geweldige ireorganisatie in het bedrijf, als gevolg van de invoering van verscbiljende machines, na een tijdsbestek van vijf jaren geen vroniwelijke werkkrachten meer op de banken werkzaam • zullen zijn.

Onze meisjes zullen al ioiieer ©en nuttigen werkkring elders moieten zo'eken.

In de eeEste plaats bij het Lager Onderwijs en in de verpleging.

Dante.

Van de moderne vrouw moge oogenblïkkeüjke verleiding uitgaan, zij inspireert niet.

Hoe de vrouw inspireeren kan, onbewust, onbedoeld, geen kradhtiger voorbeeld is daarvoor bij te brengen dan het leven van Dante.

Als achtjarig meisje had hij, negenjarige knaap, Beatrice gezien.

Daarna kwam hij nooit mfet haar in .aanraking.

Maar haar beeld droeg ïiij bij zioh tot zij'n dood toe en de gedachte aan haar stelde hem tot het sc'hleppen van zijn onsterfelijke Divina Comoedia en andere kunstwerken in staat.

Den leden September e.k'. zal het 6O0 jaar z'ijn gieteden, dat Mj stierf.

In.Italië zijn, thans Dante-dagen in voorbereiding.

In de heele wereld wordt in deze weken over Dante gesdhreven.

Ook' in ons land bleven de tijdschriften niet achter.

Het September-nuininer van „De Gids" is er geheel aan' gewijd.

Daarin werd uit het Engelsch een opstel van Rev. Wichsteed vertaald, waaruit we het volgende overnemen:

In 1274 istielrf Thomas Van Aquino. In hetzelfde jaar ontmoette een talentvolle en gevoelige pogen van bijna negen |a.ar een meisljie van even acht. Zij 'spiraken niet met elkaar, maar nooit vergat hij haar mooi rood juTkjie, - "en zij had' iets over zich, waardoor, alles hem verandeird scheen en hij zelf veranderd was. De jongen was Dante en het meisje Beatrice. Deze ontmo-eting, de eerste en eenigste gebeurtenis uit Diante's jeuigd, waarvan wij kennis dragen, was voor liem' het begin van een „nieuw leven" en in de populaire voorstelling is ze het begin van ©en nieuw leven voor de wereld. De dertiende eeuw liep ten einde en de veertieiide stond voor de deur, . de dertiende, die de groote kathedralen had zien bouwen en ds ontwikkeling en 'vastlegging van de .scholastieke philosophie en der theologie van de kerk had beleefd, de veertiende met haar breeden stroom van modeirne literatuur, opzwellend in mannen als Petrarcha, Boccaccio, Froissairt en Chaucer. Het zwaartepunt schijnt verplaatst van de Laitijfnsche literatuur der kerk naar die in de levende talen der moderne wereld en van de belangen der kerk naar die van de leeken. Maar Diamte bebaoirt tot de oude en de nieuwe periode beide: aan het nieuwe leven, dat Beatrice' an hem wakksr riep, ontsproot een boek, dat het „eerste boek van moderne liefde" genoemd is, en zij'n laatste Werk heeft men beschreven als ©en Versificatie van de Summa Theologia van Thomas, waaïlin-de geest van de dertiende eeuw 'zijn laatste woord sprak, '^^^ij zullen deze kenschetsingen van Vita Nuova en Paradiso niet op de keur iiemen: ze zijn, als zoo dikwijls, op zijn best niet meer dan ruwe eerste benaderingen tot ©en populaire for-' imulee'ring van de feiten. Nochtans' kunnen ze dienen oiii licht te doen vallen op 'de eiiganaardlge trekken in den persoon en het Werk van Dante, die hem zoowel aan de middeleeuwsch© als aan de modeïne wereld verbinden ©n hem maken tot een 'schakel tuisschen beide.

Pel striemde, Dante pausen en kardinalen om hun verre van onberispelijk leven. Een zijner werken werd zelfs op den Index geplaatst. Geen wonder, dat de Roo'msdhe kerk een beetje met hem verlegen zit. Toidh worden allerlei pogingen aan gewend om Dante te annèxeeren en als goed-Roiomsch den vol'fce voor te stellen. In „Studiën" voert H. Padberg deze verdediging:

Tegen Dante's o'rthodcsie wiordt vooreerst ten onrechte een bewijis gezocht in het feit, dat zijn werk, „De Monarchia", op den Index geplaatst is geweest. Een overzicht van den inhoud zal duidelijk maken, waartegen die yeroordeeling geiriclit was.

In het ©eïiste "boek besluit hij uit de natuur en het doel der menschen tot de noodzakelijkheid van een 'wiëreld-monarchie; één keizer, die niet enkel het gezag over heel de wereld heeft, , maar wien O'ok alles toebehoort. , Dan alleen immers zouden Rechtvaardigheid, Vrijheid en Vrede op aarde kunnen heerschen, dan alleen zou de mensob het païadijs-geluk kunnen herwinnen.

Dat houdt ten eerste geen rekening met de histo'riische ont'Wikkeling en den feiteMjken toestand, ' zooals toch elke poHtiek, die kans van slagen wil hebben, doen moet. Daardoor werd ten tweede het bestaan van den Eerkelijken Staat ontoelaatbaar verklaard. De Paus m'Ocht niet tevens koning zijn. Alle staatsgezag kwam den keizer toe.' Paus en Keizer moesten beiden te 'Rome zetelen, de eerste als • geestehjk, de tweede - a.ls weWeldliJfc opperhoofd .^ van de Wereld. "Wel mocht de Paus een LZ-g-„erfdeel van Petrus". bezitten, reüaar ©en onafhankelijk koningschap bekleeden, dat immers afbreuk zou doen aan het keizeWschap, mocht hij niet. — In een ideale wereld heel mooi, maar in de reëele onuitvoerbaar.

Het tweede boek is heel onschuldig. Dapirin, tracht Diante te bewijzen, dat .bet oudromeinscbe keizdrrijk een goddelijke instelMng was-Diat klinkt, zoo uitgedrukt, heel vreemd. Maar Dante denkt hiet aan een „onmiddellijke" instelling door Grod, zooals dat bij de 'KeWk het geval is, maar aan een „middellijke": uit den loop der historie van het Romeinsche Rijk blijkt heel bij'zonder de leiding der Voorzienigheid; €rod heeft dat Rijk gewild. Zijn eigenlijk ontstaan berust, ook volgens Dante, op „menschelijk recht".

Den inhoud van het deiiide boek w^il ik overzien vanuit de drie punten, waarin Van Woort (De Ecclesia Chïisti, blz. 830 v.v.) de kerkelijke leer omtient de verhouding' van Eerk en Staat samenvat.

I. „Kerk en Staat zijri twee wezenlijk verschUlende maatsctiappijen, DMoen^olmaakt en in eigen sfeer onafhankelijk."

Daarom heeft Dante gelijk, als , h'j beweert, dat de weTeldhjke vorst zijn gezag niet beeft 'van den Paus maar van God, dus-ook 'als zoodanig niet van den Paus niaar onmiddellijk van God afhangt.

Hij vergist zich echter in zijn bewilsvoering door het eigenaardig karakter van bet roomsche keizerschap, dat in 800 'door den Paus gesticht is, niet te erkennen, maar het roomsche eenvoudigwt^ een voortzetting te laten zijn van het romeinscbe.

II. „Kerk en Staat moeten niet gescheiden worden, maar vriendschappelijk samengaan en elkander steunen."

Dit wil Dante ook.

III. „De Staat is ind'ifeöt-iondérgeschhila aan de Kerk.""

Want uit de ondergeschiktheid van het tijdelijk© aan het eeuwige volgt, dat "de Paus' raateht heeft over'het eerste, waar en inzooVer dit in verband staat met het tweede. Dit heet 's Pauoen „zijdehngsche macht over het tijdehjfce".

Door de verhouding tusschen Keizer en Paus * te vergelijken met die tusschen vader ©n zoion geeft Dante blijk, die conclusie, zoo niet schelTp geformuleerd dan toch vermoed en beaamd te hebben.

Dante bestreed het koningschap van den l? aus. Zijn historisch-onjuiste, ' theoretischrvage leer van 's Keizers onafhankelijkheid kon verkeerd werken op voorstanders van het keizerabsolutism!©, zooals een JMarsilius van Padua maiair al te jammerlijk heeft getoond. En daarom — niet alsof hij heterodoxe meeningen zou verkondigd hebben — is zijn „De IVlonarchia" op' den Index geplaatst.

Een tweede objectie tegen 's dichteirs orthodoxie, steunend op het feit, 'dat hij verschülende Pausen veroordeeld heeft, werd in de Juni-corresipondentie al ge'refuteerd_ door de juiste distinctie tusschen Paus en Pausschap.

Dante heeft door alle eeuwen na hem bevruchtend gewerkt.' In alle besdhaafde landen zijn er dichters opgestaan, die zijn invloed onmiskenbaar hadden o'ndergaan.

Dr Poielh'dkke noemt in „De Beiaard" voor ons land er drie uit de laatste halve eeuw: Potgieter, Perk en mevr. Roland Holst:

Als ik overweeg, dat binnen een tijdruimte van 50 jaar, van 1885 tot 1915, drie onzer grootst© kunstenaars ge'inspireerd zijn geworden door Dianto in h'un beste weirfcen, dan durf ik toch wel de stelling pioneren, dat in hetzelfde tijdperk geen land ter wereld ons daarin voorbij streeft. Want niet alleen ia bij die drie dichters Dante's geest speurbaar in toch waarlik oorspronkeMke scheppingen, maar bij twee van hen ten minste, zijn die scheppingen •niet alleen door en door Hollands, maar ook gans doorademd door de geost van onze tijd. Dtotesk en toch volop-modeTn. Modern en toch alle drie geheel velrscmllend.

Volop Nederlands en toch elk met een '(agen geluid. Geïnspireerd door Dante en toch ieder weer ontroerd naar eigen zielskonstruktie. Eik roept ©en ander© Dante-evocatie voor onze geest op en, alweer ten minste bij twee van hen, die Dtote-evocatie is waarachtig waalr. En 3! leeft in hun werk niet de gehele Dante, al is liun emotie . maar wakker gesla.gen door een deel van de „Somma poeta", dat deel lis belangrijk en levenwekkend genoeg om te kunnen konstateren: dat. Dante op onze contemporaine Nederlandse literatuur belangr^ke invloed heeft uitgeoefend.

Hebhen deze echter den waren D'ante gekiend?

Van alle drie moet dit worden betwist.'

Zij stonden geestelijik te ver van Dante af.

Dante's mieesterwerk. De Hel, wordt in onzen tijd door wieinigen begrepen.

De uitleg'ginig leverde steeds moeilijil^heid op.

Maar wie niet vasthoudt aan een leven na dit leven, voor vrie de „Diesseitigkeit" de eenige realiteit is, kan de poëzie van Dante niet proeven.

866 Een jjjenseüige", escihatologisdie natuur als de zijinie kan alleen begrepen woirden door hem, die gelooft: Wij moeten allen geopenbaard worden voor den rectóerstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdragie, hetgeen door het lichaam geschiedt, inaardat hij gedaan beeft, , hetzij goed, hetzij' kwaad." (2 Kor. 5:10).

Daarom kan de kaïistzinnige Gereformeerde, in hoieveel hij ook van Dante verschilt, van diens wierk rijk genieten.


1) Vrouwen die altijd in de weer zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1921

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1921

De Reformatie | 4 Pagina's