GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De moderne beschouwing van het sexueele vraagstuk.

Ditmaal is „Stemmen des Tijds" (November-nummerj al heel belangrijk. Vooreerst door de rede van pioif. A. A. van Sclielven, ^iehouden voor het Gereformeerd Studentenciongres over: De toekomsl; van onze cultuur (naar aanleiding van üpenglers Ondergangsboek), die hier in haar geheel is opgonomen. Ware in deze^ rubriek niet het persverslag van die rede gegeven, ik zou voorzeker stukken uit dit artikel citeeren. Leed het persverslag hier en daar aan onduidelijkheid, heit artikel ze^lf is helder len zal met genot worden gelezen.

Maar van niet minder gewicht is wat mevrouw Havelaar-Van Beeck Calkoen schrijft over: de taoderne beschouwing van het sexueele vraagstuk. Het blijkt, dal zij dit onderwerp geheel .neester is. Zij predikt geen terugkeer naar het vroegere laissez-faire laisseK-alleir-systeem. Zij is er eengroot tegenstandsiljer van, dat de ouders niets zoaden doen dan lijdelijk toezien. Maar zij verklaart zich ook flagrant tegen de manie van geslachtelijke voorlichting, welke thans woedt en wijst erop, hoe m^enigmaal de resultaten omgekeerd aan het doel zijn. In dit alles weet zij den beslist-christelijken, den prinoipiëelen toion te Ireffen en aan haar rijke ervaring als oud-zendelinge ontleent zij menig argument tegen hen, die de zedelijldieid der natuar/olkeren verheerlijken. Als proeve bieden wij hier het mooie slotwoord:

Nu ik zoover ben gekomen, wordt allicht de opmerking gemaakt, dat de kwaal, waaraan de huidige begrippen omtrent zedelijkheid lijdende zijn, wei met Veel warmte, en misschien zegt mien met «enige ovardrijVing is gedemanstreerd, .maar' dat ik daar niet genoeg tegenover Heb gesteld, dat ik wel telkens op G-ods Wooit'd en Wiet, op het zoeken van kracht bij Hem heb gewezen, maar dat deze tijden bijzondere nooden hebben, waar mem met een ouderwetsch Christendom zoO' weinig begrijpend tegenover staat. Dit tenminste is een argument, dat onder de joageren vaak wordt ge-, brnikt. Het - Oieet dan, dat wij de zaak, niet genoeg kunnen beglrijpen, dat wij ons haar te eenvoudig voorstellen, omdat wij het niet zelf zoo dooirleefd ih'ebben, dat wij uit rustiger tijd stammen.

Ik voel weinig voor dat argument: hoe? zou iets menschelijks ons vreemd zijn, zou do Duivel ons voorbij zijn gegaan, zouden alle Christenmoralisten, die van deze dingen eene studie helK ben gemaakt, m'enschen zijn, voor wie do zinnelijke dingen geene bekoring meer hebben, ja, nooit gehad hebben? En zou onze studie, ons werk onder de slachtoffers dezer zonde ons niets hebben geleerd? Dan zullen wij dat werk zeker heel islecht hebben gedaan, want sympathiek zich inleven in de moeUijkbeden dier ongelukkigen, is toch wel e-en eeirste vereischte, wil men met-Grods hulp iets knnnen bereiken.

Neen, de zaak is waarlijk niet eenvoudig, en tovh kennen wij geen ander gsneesmiddel en willen . wij geen ander geneesmid'iel kennen, dan een teniglceer tot de oude Christjlijke moraal, w, aiit wij weten, dat de impasse, waar de wereld op zedelijk gebied in geraakt is, alleen te wijten is aan het verlaten van die moraal. En we zijn niet zoo dom, dat we pleiten zouden voor een voim zonder leven, neen wij willen het uitroepen, dat alleen (het voor iiart en leven aanvaarden van die beginselen, ©en kracht in ons kan worden, die de zonde van zinnelijkheid kan weerstaan.

Is dit maar een toepassing, die wij maken, omdat zij bij .'een Christelijk-ethische studie vereischt wordt? Neen, zeg ik, bet is heilige drangi, en, Godo zij dank, het is een spreken uit ervaring, omdat er in eigen leven oogenblikken zijn geweest, waarvan getuigd kan worden, dat alleen het zich vastklampen aan dien Heiland, die mede-_ lijden beeft met onze zwakheden, het "evenwicht in de geschokte ziel, in het geschokte zondebesef, in het ontwrikte Z3< ielijkheid begrip heeft h rsteld.

Het is dan, wanneer men den Meester van verre gaat volgen, dat de nieuwe theoriën vat op ons k.ijjen. En, als er dan verkoeling' komt, en wij onverschillig wo d: n voor hetgeen da stem Gods in pns spreekt, dan is het oogenblik daar, waarvan de Bisschop van Lincoli zoo waar zeide: „Say: I don 't care.... and you disco ate yonr union with God", en als die unio mysaca verbroken is, "wordt zij niet dan dooir veel strijd en lijden teruggewonnen. Als d3 breuk gekomen is, omdat wij niet „neen" hebben gezegd tejen den duivel^ der zinnelijkheid, dan is het, dank zij de oneindige gpna'Ie God? , nog mogdij'.c den band te heïsteUen, mnar, bedenken wij het wel. •de H. Apostel Paulnjs spreekt van deze zonde als van een gansch bijzondeUe, omdat, z. a. hij zegt, zi| de ©enige zonde is, die eein menscbi tegen zijn eigen lichaam begaat, hem van God gegeven, opdat hij het ©en tempel des H. Geestes maken zou. Em de waarheid daarvan behoeven behoeven wij waarlijk niet in twijfel te trekken, deze zonde laat in zoo menig lichaam hare litteekenen na, dat wij met recht kunnen zeggen, dat zij met zeer bijzonder krachtige wapenen bestreden moet worden.

Geen •re'in-leven-beweging, geen beoefening van' gezonde sport, geen terugkeer tot de natuur zullen ooit 'den menscli in het uur van verzoeking waarlijk staande kunnen houden, dat kan alleen de gemeenschap met den Heilige. Ik wüde wel, dat ik dit met meer klemi zeggen kon, ik ben er zóó vast van overtuigd, te vaster, naarmate ik in den laatsten tijd telkens en telkens' weer in aanraking ben gekomen met gevallen, die er de waarheid van hebben bewezen. iVTen meent het zoo goed, en ach', men bereikt zoo weihig, waarom, omdat men de zonde niet erkent o£ in ieder geval onderschat.

Of zou zij alleen staan, die or ook zooi vast van overtuigd was, dat de deugden, die wij voor het Christendom opeischen, best buiten het geloof om, in den mensch zelven haar grond kunnen vinden. IMaar toen kwam zij in naaste omgeving in aanraking met een, die ook die leer was toegedaan, en dus naar hij meende de deiugd van eerlijkheid het best diende door ter wiUe eener nieuwe affectie vrouw ten kinderen ongelukld.g te maken. En toen bracht op eenmaal het feit, dat al haar pleiten afstuitte op de brute zelfzucht, die in die Ik-Cultuür hoogtij: viert ook vopr haar aan het licht, dat de voor een moreel leven zooi noodige zelf-obnegatie en zelf-siacrifice, alleen door het volgen van den God-mensch worden mogelijk gemaakt.

En ten slotte: men heeft misschien van mij verwacht, dat ik een klaagtoon zou aanheffen oves de zedelooze kleeding, dansen, gespirekl!; en, dat ik ach en wee zou roepien over de verruwing, door den ooriog ontstaan. Maar dit deed ik met opzet niet, 'hierover is in onzen kring vrijwel ieder het eens. Maar, dat de wetenschap zich op het gebied der praktijk met de zaak gaat bemoeien, ' en men, zich' aandienende als een engel des lichts, de zielen deir geloovigen tracht ïe betooveren, zie, dat is iets, dat Van zoo grooit gevaar is, dat ik het mij als een voorredht reken van God te .worden gebruikt, er in Zijn Naam' den strijd tegen te voeren.

Van Seen stoelende kleine teen.

Dat 'het voorzichtige, bezadigde artikel van prof. Hoekstra over de verdeeling der studenitenbeurzen toch nog kerkelijke hartstochten zou wakker roepen, was te voiorzien. Men, zal wel vermoeden, in welken zin er doorgedraaid wordt.. •'Wiji stuitten daarbij_ ergens oip een vermakelijke beeldspraak. Waar het ons echter niet te doen is om een geacht man in onze kerken ook maar eenigszins onaangenaam te stemmen, laten wij den naam van blad en schrijver onvermield. Het gaat dan over de tegenstelling tusschen de.TheologisGhe faculteit aan de Vrije Universiteit en de Theologiscthe School. Daarvan zegt hij:

Amsterdam stoelt slechts met den kleinen teen in de kerken, maar ook die kleine teen moet nog uit de kerken losgemaakt, volgens Kuyper.

Met Kuyper is hier bedoeld wijlen Dr A. Kuyper. De schrijver leeft met zijin gedachten blijkbaar sterk in het verleden.

Maar wat dunkt u van dit kunststuk der Vrije Universiteit?

Zij stoelt .(let wel!) slechts m'et den kleinen teen in onze keïrken.

Het is bepaald jammer, dat aan ons blad geen caricaturist is verbonden ora dat in beeld weer te geven.

Overigens blijkt hieruit, welk een ongemeene kracht de Vrije UniversibeiL bezit.

Om die stoelende positie op één kleinen leen tientallen van jaren vol te houden, welke akrobaat doet haar dat na?

Doch nu komt de schtfjver tot de Theologische School.

Gij' verwacht een stijlfiguur als deze: maar van de Theologische School zijn alle teenen gestekt in onze kerken en daaruit zijn sagopalmen gewonderboomd, die zegen-en schaduwrijk, ja voedzaam ons land overdekken van Wieringen tot Wielingen en van Moddergat tot den hak van Limburg.

Maar Luister: neen, de beeldspraak is no'g koddiger.

Kampen echter izit niet vast aan de kerken met den kleinen teen, maar staat met beide voeten en beenen en handen in da kerk als het historische en n a t u u r 1 ij k e kind der k^k en Amsterdam als het p 1 e e g k i n d, maar een plee g-kind is iiiet gel ijkgeriechtigd met het .eigten, natuurlijk© en hristorisch kind.

Kampen schijnt dus het staan op de beide voeten af te wisselen met het staan oip beide beenen. En als het daarvan moe wordt, dan gaat het staan op' beide handen in onze kerken.

Net dus als onze lieve jengd.

Wel een bewijs, hoe Kampen altijd jeugdig blijft. Toch [had ik nooit kannen denken, dat de Theologische School aan kopjé-over-duikelen doet. En dan staat ze daar op de handen als een, .historisch kind. Niet als een onhistorisch kind, hoor. Ge kent toch wel die arme onliistorische kinderen? Nooit van vernomen? Ga dan eens naar Amsterdam: Daar kunt u er een zien. Alleen op de wereld.

Maar dat is noig niet alles. Open uw hart voor meelij. Het arme schaap!

Kampen staat daar ook op beide handen in onze kerken als een natuurlijk kind.

Vanzelf mag hierbij niet .aan oabechismustaal gedacht worden. Dat zou profanie zijn.

En wat beteekent „natuurlijk kind" in ons gewone Hollandsch ?

Dat onze lezeressen niet blozen! 'kHeb er voor de secmiteit Van Dale nog eens op nageslagen.

En ja, 't stond er zooals ik dacht: een natuurlijk kind: buiten echt gehoiren, onecht.

Dus... Doch 'kzal 't maar niet voltooien.

De schrijver zou werkelijk aan de Theologische School een ondienst hebben bewezen, haar belachelijk hebben gemaakt, indien niet ieder, die hem kent, ervan overtuigd was, dat hij 't zoo goed meent. Een weinig scherts doet, vooral als men 't met iemand oneens is, veel vergeven.

To'Ch mag ik zeker wel den wensch uitsprelcen, dat hij m.et beeldspraak niet te vurig omspringe.

Religie en Communismie.

Ds A. R. de Jong, de bekende eommunistiscba! voorganger bij den Protestanienbond zal te Utrecht voor het Religieus Socialistisch Verbond een cursus houden over: de beteekenis der religie voor de komst van een nieuwe samenleving.

De volgende stelUngen worden gepubliceerd:

1. Religie is het beleven van-en het leven uit Volstrekte Harmonie. Zelf in wezen eeuwig, zijn haar cultureel-dogmatische uitingen tijdelijk en dus wisselend met de ontwikkehng der geschiedenis. 2. In groote cultu'ur-perioden is religie het allesdragende en beizielende element. De onverschilligibeid op religieus gebied en de godsdienstloosheid onzer dagen .hangen samen met den ondergang der burgerlijke oultmirlooizie maatschappij. 3. Het alom cpwalcend religieus besef worde gewaardeerd en verinnerlijkt, opdat het de komst bevordere van een nieuwe wereldc'ultuur. 4. Daartoe .zal o.m. gestreefd moeten worden uaax: a. vereenvoudiging van onze godsdienstige denkvormen; b. ontwikkeling van het godsdienstonderwijs in minder kerkelijk-dogmatischen en meer cultüiir-historischen izin; c. opheffing van elk onderscheid tusschen: geestelijken en leeken; d. oplossing van de kerken in vrij-religieüse gemeenschappen; e. ontkenning van alles wat de ontwiklceling der vrije persoonlijkheid in den weg staa.t; f. verwerkelijküig van economisch'communisme. 5. Hoiofdvoorwaarde voor alle werkelijke ontwikkeling van' bet religieUse leven blijft echter de volstrekte toewijding der persoonlijkheid.

Dit behoeft geen toelichting. De religie, üer oimschxeven, is een religie madein Bussum.

Én met een religie op een houtje kan het cö.mmunisme natuurlijk wel samengaan.

Het , nieuwe eere^lid der Ethische Vereeniging.

In „Bergopwaarts" vertelt W. A. H. van ontmoeting met een boer. zijn

Het is een boer geweest, die mij eens, treffendjuist, een definitie van „ethisch" gaf.

Ik trachtte hem, op .zijn vraag; |uit te leggen wat het .kenmerk der ethisch-orthodox.en is. Ik aooht naar woorden en aocht, en hield weer op en stumperde verder.

Maar eensklaps viel hij mij in de rede: Ik beigriep oe; ethisch is, wanneer waarheid vdr oe is, waot waorheid v6r oe is."

Ik geloof, dat wij dezen man, .zonder ons bespottelijk te maken, gevoegehjk het eere-lidmaatschap onzer vereeniging zouden kunnen aanbieden.

Wie dus in ongelegenheid mocht verkeeren om iemand duidelijk te maken wat ethisch is, geve men de definitie van dezen boer.

Misschien dat hij u dan, met een beeld, aan het boerenleven ontleend, antwoordt: dat is een waarheid als een koe.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1921

De Reformatie | 6 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1921

De Reformatie | 6 Pagina's