GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pinksteren.

In zijn „Hoogtijden", afgedrukt in „Opgang", nam Willem de Mérode ook „Pinksteren" op:

Nu vaart Uw Geest de wereld door. En blaast ons hart tot feller leven. Wij willen alles om U geven, En niets van alles gaat teloor.

Gij deelt Uw gaven mildlijk uit. Wij reiken giul aan andren over. En die ize ons néémt als machtig roover. Hij heeft den hemel tot zijn buit.

Nu maakt Gij onze monden luid. Wij loven Uwe raUwe wonden. En jillen, die ^e deelen konden. Leidt Gij doods hollen doolweg bit.

Nu laait Uw vlam van hart tot hart En licht nit honderdduizend oogen. En lokt, die aapzlend tot U togen. En zingt, die Uw getuignis tart.

Hoe lieflijk is Uw wilde gloed, Hoe helder zijn Uw rijke schijnen. O, aardes lichten moeten kwijnen Als fakkels ros van rookend roet.

Gij izeidet, dat Ge eens nog de plaats Van daze wereld zoudt bewegen. Rijizen wij nü den hemel tegen? Is dit nog maar een klein solaas?

Uw wind vaart auivrend door 't heelal. Uw Vuur izal alles zuiver branden, Straks valt de wereld in Uw handen Als een gelouterd gouden hal.

Van „Hoogtijden" is dit zeker niet het meest geslaagde.

Ontroering en aanbidding zwijgen te veel. Het is of hier een zangvogel zingt, maar niet een Geest-doorvlamde mensohenziel.

Willem de Mérode kan veel en veel beter. Mij dunkt, hij had op dit moment de dichtstemming wel, maar de Pinksterstemming niet.

Dansen.

Prof. H. H. 'Kuyper bespreekt in de Heraut verschillende kwesties, die er in onzen kring wel rijzen. B.v. is dansen geoorloofd? Wij nemen hier het slot van zijn artikel, dat zulk een klare voorlichting geeft, over:

Intusschen mag één ding niet vergeten worden, wanneer men zich door de geoorloofdheid van het dansen op de Schrift wil beroepen, dat het dansen onder Israël iets geheel anders was dan wat wij tegenwoordig onder dansen. verstaan. Dat van de ontuchtige en wiilpsche dansen, die bij de heidensche volken in , zwang waren, bij de vromen onder Israël geen sprake was, behoeft wel niet te worden aangetoond. Maar er is meer dan dit. Gelijk de Schrift izelf doet uitkomen wanneer zij van dit dansen spreekt, en dan ook door alle uitleggers wordt opgemerkt, was dit dansen nooit een dans, die door een man en vrouw gezaanenlijk werd uitgevoerd, maar reiden de vrouwen en de mannen afeonderlijk. Tegen zulk een reidans hadden onze Gerefomieerde practizijns dan ook^een bezwaar; zelfs Voetius keurt izulk een dans volstrekt niet af. Er is dan ook geen enkele reden te bedeuken, waarom rythmische beweging van het lichaam op de maat der muziek, dooi' een rei mannen of een rei vrouwen uitg^-. voerd, zondig zou kunnen genoemd worden. Wij Westersche volken zijn koeler van aard; we geven aan on.ze emoties niet zoo spoedig , uitdrukking in 'gebaren. Maar bij de Oostersche volkeren is dit geheel' anders. Daar uit zich de zielsbeweging in uiterlijke gabaren. En de natuurlijke uiting van vreugde in den reidans met trommelen - jvas daarom bij deze volkeren een volkomen natuurlijke en geoorloofde zaak, evenzoo als ook onze kinderen huppelen en springen, wanneer ze in de vrije natuur komen. Voor den ernstigen Romein, die een toonbeeld van stijVe deftigheid was, mocht als regel gelden, dat niemand danste die nuchter was, maar voor den Oosterling was de dans een natuurlijke uiting van vreugde, waarom niemand hem verachtte.

Het bezwaar tegen het dansen geldt dan ook niet dit dansen, zooals het bij Israël gebruikelijk was, maar wel het dansen, zooals het later onder de Westersche volken in zwang kwam en dat een geheel ander karakter droeg. Het dansen werd niet meer een natuurlijke en ongekunstelde uiting van vreU'gde bij feestelijke gelegenheden, maar het werd een kunstmatige dans, waarbij een man en vrouw samen dansten en het genot juist in deze nauwe aanraking der beide geslachten bestond. Soldaten en matrozen mogen wel eens saam dansen, wanneer er g; een meisjes zijn, maax zulk een dans biedt niet het genot, dat men zoekt. De dans oefent juist daarom zUlk een bekoring uit, omdat ze gelegenheid biedt om met het andere geslacht in aanraking te komen op een wijze, die anders zeker niet welvoegelijk zou wezen.

Nu is er zeker ook bij die dansen onderscheid. Er waren vroeger zeer deftige daiisen, waarbij nauwelijks van een aanraking der beide dansers kon gesproken worden.--En 't is wel te begrijpen, dat zelfs een zoo vrome Christen als Marnix van St. Aldegonde in het deelnemen aan zulke dansen geen k'waad zag. Maar zulke dansen worden alleen nog als historische antiquiteit opgevoerd. Wat men thans onder dansen verstaat, en daarom gaat het, draagt een geheel ander karakter. Niet alleen dat de aanraking van beide dansers zoo innig mogelijk is, maar de bewegingen, die bij deze dansen worden uitgevoerd, zijn als 't ware berekend om de hartstochten te prikkelen. En vooral, waar dit dansen geschiedt op een leeftijd, waarop veeleer alles moet gedaan worden om de hartstochten te breidelen en te onderdrukken, li^t daarom' in dit dansen zulk een groot gevaar, dat het Wel te begrijpen is, wanneer onze Gereformeerde Kerken dit dansen uit alle kracht tegengaan. Zelfs al zou iemand meester genoeg wezen over zijn hartstochten om bij zulk dansen zich te beheerschen, dan is dit een uitzondering en behoort hij anderen toch niet in verzoeking te brengen.

Want ook al zou Tiet dansen, zooals het bij de wereld in zwang is, op zich zelf niet altoos zondig wezen, wat wel nauwelijks van één dans uit onzen tqd kan beweerd worden, dan nog geldt de regel, dat men noch zichzelf noch anderen in verzoeking mag brengen. Christus heeft ons leeren bidden: Leid ons niet in de verzoeking, maar verlos ons van den Booze. En hoe zal een Christen dat 'gebed op de lippen nemen. Wanneer hij moedwillig zich in verzoeking begeeft? Vooral geldt dit yoor onzen tijd. Niettegenstaande de volkeren van Europa gebukt gaan onder de bittere naweeën van den oorlog, aan alle kanten geklaagd wordt over oeconomischen druk en ellende, 'heeft een ïlanswoede zich van de volkeren inOester gemaakt, die schier als een epidernische ziekte zich heeft voortgepla.nt. En wat nog erger is, deze dansen worden al meer geraffineerd er op berekend om den sexueelen lust te prikkelen. Het voegt niet en zou zelfe niet oorbaar zijn hier in bijzonderheden af \e dalen. Maar waar zelfs mannen, die volstrekt niet op Christelijk standpunt staan en die teg^n het dansen op zichzelf geen bezwaar hebben, publiek hebben gewaarschuwd tegen de ernstige sexueele gevolgen, die aan dit dansen verbonden Waren, daar blijkt toch Wel, dat het heusch geen puriteinsche overdrijving is, Wanneer men zulk dansen als onzedelijk veroordeelt. Als de Apostel ons waarschuwt tegen alle ontuchtigheid, dan geldt die waarschuwing zeker ook dit 'dansen.

Sombere schaduwen.

In zijn artikelenreeks over het Kerkelijk' Leven in de „Geref. Rb." voor 'sGravenhage laat Dr Dijk licht en schaduw tegen elkander spelen. Vele ernstige verschijnselen heeft hij reeds genoemd. Op andere wil hij nog wiJ2; en:

Laat ik mogen wijzen pp het euvel, dat er te weinig verzekerdheid des geloofs, wordt gevonden; dat velen de genade van Christus zich niet durven toeëigenen; dat de juichtoon des vertrouwens niet zoo ""luide klinkt aJs in Christus' gemeenfe mogelijk 'is; dat menigeen zich tevreden sieft met oppervlakkige geloofsontroering; dat soms teveel gesteund wordt op uitwendige voorrechten; dat er te weinig kennis en onderzoek is van de Waarheid; dat aan de wereld en haar mondain gedoe de eene concessie na de andere gedaan wordt, en Maar laat ik ophouden. De opsomming is al somber genoeg.

En de oorzaken?

De diepste oorzaak schuilt in ons hart, waaruit 1 niet alleen alle uitgangen des levens, maar ook des - doods en der doodschheid zijn, doch dan werken tal van factoren mee, om het feestelijke leven te drukken. Dfear is de drukte en de woeling van onze dagen. Daar is de materialistische geest, die hoog en laag van het eeuwige aftrekt. Daar is de geest van den tijd, die de zielen meesleurt. D'aar is het ongeloof, met zijn schijiischoone theorieën, 'en een algemeen christendom, met haar voor velen bekorende „ruimheid". Daar is de opstuwende revolutiegedachte, die tal van harten van Gods Woord vervreemdt, en daar zijn ook intiemere oorzaken, van niet publieken aard. Zaken en arbeid, werkkring en positie, vrienden en vriendinnen, mode en grootheidszucht, de jacht om mee te doen, en, wat in onze stad een ontzettend gevaar is, het leven op te schroeven, oefenen allen hun verderfelijken invloed, en .... ik noem inzonderheid 'het gemengde huwelijk. Ik wil "van de goeden geen 'twaad woord zeggen, maar over "het algemeen 'is Tiet gemengde huwelijk een' kanker. De ongeloovige trekt doorgaans den belijdende mee. 'Alle mooie beloften, die in den verlovingstijd gedaan zijn, blijken • zeepbellen te wezen. Zulke gezinnen zijn voor Gods kerk en rijk veelal verloren, en daarom jongens en meisjes, waakt! Ouders, , waakt! Wie Jezus liefheeft en wil dienen, kan en mag niet iemand liefhebben, die dien Heiland niet vreest. Wie de gereformeerde belijdenis liefheeft kan niet levenseenheid zoeken met haar of hem, die deze belijdenis niet aanvaardt. En nu nog een stap verder, wie onze gereformeerde 'kerk liefheeft moet de eenheid in het huWelijk ook tot openbaring brengen in kerkelijke eenheid. Hier ligt 5; en gevaar, waartegen zoo sterk mogelijk moet gewaarschuwd. De zopdvloed_, is ook veroorzaakt door de gemengde hiïWelijken.''De kinderen Goris hebben zich vermengd met de kinderen der wereld. En wat toen de jongens en de meisjes gedaan hebben, kan zich, zij het in anderen vorm, thans weer herhalen.

Voor gerustheid is er dus geen reden.

We hebben geestelijke opwekking noodig.

God geve ons verlevendiging des harten.

En Hij make ons allen tot bidders en worstelaars, die Hem aanloopen als een - Waterstroom, en die Hem gedurig smeeken om de stroomten des Geestes, opdat de dorheid verandere ïn' rijken God-lovenden bloei. M'oge deze smeeking onze Pinksterbede zijn, en wekke de Heere onder ons veel verootmoediging en bekeering, veel opwaking en reformatie, want alleen ., in dezen weg zal Zijh lof door ons kunnen verteld worden.

Subjektivisme.

Ter waarschuwing daartegen haalt DT A.. Knyper Jï in de „Geref. Kib." voor Rotterdam een woorci van Groen van Prinsterer aan:

Telkens kan men de vraag hooren: ' waarom is het noodig, dat de zake van den godsdienst in een boek, namelijk in den Bijbel, beschreven is. en waarom is het noodig', dat wij van ons geloof in Confessie èn Formiulieren belijdenis doen.

Men vindt, dit te uitwendig. Het moest meer subjectief en inwendig, izijn.

Het is g!oed in dagen als wij beleven, en waarin men met zulke vragen bezig is, eens te overdenken het ernstige wo'ord van Groen van Prinsterer: „Zoo bekrompen zijn wij. Wij hechten nog aan izekere formulieren, wanneer men daarin het eenvoudig en evangelisch geloof van den Christen terugvindt. In onzen Catechismus luidt de eerste vraag'niet: hoe velerlei godsdiensten zijn er? maar: „welke is uw e enig e troost, beide in het leven en in het sterven? " Wij hechten nog aan de Heilige Schrift. Volgens haar heeft de tempel, niet met handen gemaakt, waar men aanbidt in geest en in waarheid, tot opschrift niet slechts: „Kom allen tot, Mij, gij, die vermoeid en belast zijt en Ik zal 'u rust geven", maar ook „niemand komt tot den Vader dan door Mij". Velerlei godsdiensten voorzeker zijn er, vooral bij het subjectivisme van filosoof en ongodist beiden; maar \'oor ons, exclusivisten als wij zijn, is er ééne godsdienst slechts, die niet „in een of ander boek", maar in de Heilige Schrift, in den Bijbel, in Het Boek geopenbaard is !"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's