GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Kerk in Hongarije.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde Kerk in Hongarije.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

De predikant (zijn werk in de gemeente).

Daar ik mij voorneem met dit laatste artikel voorloopig afscheid te nemen van de Gereformeerde Kerk in Hongarije, wil Ik nog een boek noemen, dat ons op kerkhistorisch gebied in kan lichten omtrent de rijke geschiedenis van deze martelaars-, kerk. Daartoe vind ik de vrijmoedigheid in het feit, dat ik merkte hoe men notitie heeft genomen van een geschiedwerk over Hongarije's his-, torie door mij in artikel V genoemd en den "titel had opgeteekend met de bedoeling om pogingen aan te wenden dit in zijn bezit te verkrijgen. In 1854 is te Berlin, Ver Lag von Wiegandt und Grieben verschenen de Geschichte der Evalngelischen 'Kirche in üngarn vom Anfange der Reformatio'n bis 1850 mitRüciksichtaufSiebenbürgen. Dit werk van ongeveer 700 bladzijden schijnt mij voor ons het meest toegankelijk. Duitsche vrienden verzochten in 1846 dringend aan den grooten kerkhistori-.cus Merle d'Aubigné eene geschiedenis van de Hongaarsche kerk te schrijven. De grijsaard kon dit verzoek niet inwilligen, maar hij drong er op aan dat anderen dit noodige werk zouden doen, daar zulk een geschied-werk nog niet bestond. Reeds Merle d'Aubigné wees er op, dat de geschiedenis van deze martelaarskerk veel te weinig in West-Europa bekend was.

Met een beroep op de woorden van koning Lemuel; de last, waarmede zijne moeder hem onderwees: open uwen mond vo'Or den stomme, voor de rechtzaak van allen, die o^mkomen zouden, eischte Merle d'Aubigné van de Gereformeerde Kerken uit West-Europa, dat zij kennis zouden nemen van de geschiedenis van de Hongaarsche Gereformeerde Kerk. Hij verwachtte, dat de Gereformeerde christenen uit deze landen de geschiedenis van hun broeders in Oost-Europa lezende, zich gedrongen zouden gevoelen zich meer om deze lijdende christenen te bekommeren, voor hen te bidden, voor hen op te komen. Sinds den tijd, dat Merle d'Aubigné dit schreef zijn meer dan zeventig jaren verloopen. Het lijden dier broederen is zwaarder geworden; hun geklag' drong door tot het Westen en geen kerk en geen volk sneed dat gevoeliger door de ziel dan „de menschen" van onze kerkgemeenschap. Daarom vertrouw ik sommigen een dienst te bewijzen den titel af te schrijven van een geschiedwerk, dat ons goed kan oriënteeren omtrent de gescjhiedenis van een kerk', die meer geleden heeft dan eene der Gereformeerde Kerken der wereld; eener kerk met welke de groote reformatoren Luther, Melanchton en C a 1V ij n in zoo nauwe betrekking hebben geleefd en met welke ook' geen der Gereformeerde Kierken meer in aanraking is geweest gedurende den loop van de zeventiende eeuw dan die dezer gewesten.

Daar schiet mij nog iets te binnen.

In de zestiger jaren van de vorige eeuw heeft niemand 'minder dan onze Groen van Prins t e r e r zich. bizonder laten gelegen liggen aan deze kerk'. Zou het ook' kunnen, dat zijn aandacht daarop gevestigd is door zijn geestelijken vader Merle d'Aubigné. Of zou het enkel een bewijs zijn van de sympathie des geestes tusschen deze beiden. Ik hoop elders nog oens gelegenheid te vinden om mede te deelen, welke de relaties waren tusschen Groen en de Hongaarsche Gereformeerden.

Laat mij nog, twee kleine boekjes noemen, die ons oriënteeren kunnen omtrent de geschiedenis van de protestanten in dit land. Naast dat van Gereformeerde zijde bovengenoemd, verscheen er nog een boekje in de serie science et religion: Le Christianisme en Hongrie par Emile Horn, deuxième edition, Paris, Librairie Bloud & Cie, 4, rue madame, 4. De auteur is Roomsch. Van Luth'ersche zijde noem-ik nog: die reformation in Ungarn von Matlüas Szlavik aüs Dohschau in Ungarn, Halle a. S. Buchdruckérei des Waisenhauses, 1884. Het eerste gaat slechts tof Jozef II en het andere handelt alleen over de eerste periode doch is zeer instructief in § V inzake het kerkrecht. Veel van het tegenwoordige kerkrecht, waarvan ik in art. V schreef, kan worden verstaan in het licht van deze paragraaf on zoo staat het ook toet hetgeen ik nu nog wil mededeelen van het werk van den predikant. De Hongaarsche predikant heeft allerlei besognes, van welken aard er geen enkele op onze schoiuders rust, waardoor zijn leven zóó buitengemeen is bezet, dat er voor de meesten hunner geen tijd overblijft, voor ernstige wetenschappelijke studiën. De predikant moet ook nu nog, gelijk dit ook het geval is met den gereformeerden onderwijzer en onderwijzeres, eerst den eed doen, met de hand op het hart, niet iets te zullen leeren, ' dat in strijd is met den Heidelberger Catechismus en de belijdenis (het heerlijke tweede Helvetische, Zwitsersche, belijdenisschrift).

In theorie is hij dus bij zijn prediking gebonden aan deze beide belijdenisschriften. Ik ga u mededeelen wat een predikant alzoo heeft te doen; waartoe alle predikanten gehouden zijn. Natuurlijk ook daar gaat het als hier, dat de eene predikant Veel meer kan doen en veel meer wil doen dan de ander. De gemeenten zijn ook zeer verschillend in grootte. Hebben in onze kerken sommige predikanten veel te groote gemeenten, zoodat één predikant staat voor wat geen drie behoorlijk kunnen doen; in Hongarije zijn deze verhoudingen ongemieen veel ongunstiger; nog ondenkbaar veel ongunstiger dan dit het geval is in de groote stadsgemeenten der Ned. Herv. Kerk. In Boedapest heeft men het parochie-stelsel. Op de 100.000 Gereformeerden zijn nog geert tien predikanten. Even ongunstig is dit in Debrecen en in vele steden 'en dorpen. Twintig duizend leden voor één predikant ter bearbeiding is geen uitzondering. Zulke • predikanten hebhen dan wel een hulpprediker en ook in Boedapest en Debrecen zijn zeer vele professoren in de christelijke religie'enz., die kunnen helpen bij de prediking en in den arbeid der Evangelisatie, doch indien ergens van overlading van arbeid kan worden gesproken, dan is dat het geval in deze Gereformeerde Kerk. Bij iedere kerk nu is een kerkelijk-bureau. Daar komt men dan ook' des Zondagsmorgens saam voor den dienst en vandaar uit trekt de dominee met den 'kerkeraad en de collega's naar de kerk. Ik merkte niet, dat er voor en na den dienst werd gebeden; maar wel, dat er allerlei bureau-werk was te doen. De predikant moet zorgen voor. het registreeren van alle geboorten, sterfgevallen, huwelijken — oiok' die met Joden en Room'schen — van de gedoopten en hoeveel jongens en meisjes belijdenis hebben gedaan.

De doop geschiedt vaak in huis.

In de kerk zijn daarhij eer de peten tegenwoordig dan de ouders.

Een doopforinulier wordt niet gebruikt.

Wat ik van de bediening des doops zag aan den morgen, dat ik, in een der kerken preekte, ergerde mij eer dan dat zij mij kon stichten.

Ook was ik tegenwoordig op een anderen Zondag bij de openbare belijdenis en den doop van een joodschen jongeling! Van ontroering merkte ik bij niemand iets! Doch ik zag wat voor oogen is!

De voorbereiding voor de openbare belijdenis is slechts zeer kort; zij duurt door den regel slechts van Paschen tot Pinksteren; gedurende dezen tijd komt het wel voor, dat de predikant wekelijks drie uren onderricht geeft; dit zou des noodig voldoende zijn indien men niet op zoo jongen leeftijd belijdenis deed en indien aan de openbare belijdenis gedurende eenige jaren degelijk catechetisch onderwijs voorafging. Dit is echter niet het geval! Het pracht-referaat van Plrof. T. Hoekstra, rakende de christelijke opvoeding, vond buitengewoon veel instemming en heeft reeds zijn invloed doen gelden en zal zijn invloed blijven uitoefenen.

Aan de openbare belijdenis gaat geen onderzoek vooraf in het midden van den kerk'eraad. Aan de jongelui worden eenige vragen, gemeenlijk drie, gedaan in het midden der gemeente.

Bij den overgang van Joden tot de Gereformeerde iKerk ontvangen deze slechts gedurende zeer korten tijd, een week of drie, onderricht in de leer. Wordt hun kennis niet voldoende geacht, dan kan dat onderwijs worden verleng; !.

Het gaat in Hongarije als bij ons onder de predikanten, er zijn ijverige en minder ijverige. Niet ongeestig deelde een zeer ijverig Hongaarsoh predikant zijn collegas in vier klassen.

Van beneden af beginnende komen dan eerst de predikant-hoeren, dat zijn dezulken, die veel pastor alia bezitten, en die eerder boer dan predikant zijn. Zij 'koopen en verkoopen, gaan naar de markten, zaaien en oogsten en hebben veel meer met hun landerijen te doen, met hun ganzen, zwijnen, koeien en akkers dan met' de gemeente, 't Is niet onmogelijk, dat zij tegen de ze si tig preeken bezitten, eigen gemaakte of van anderen overgenomen en nu dat repertorium' ieder jaar op zon-en feestdagen afdraaien. Deze predikanten hebben het door den regel in den tegenwoordigen tijd heel goed. De landbouwende bevolking gaat bet minst gebukt onder de duurte en schaarschte. Deze predikanten zijn een ramp voor de gemeente!

Dan heeft men een tweede soort, die van zich laten hooren in allerlei actie; zij maken zich druk met veel en velerlei; zij zijn niet lui, maar bij hen is zoo vaak groot gemis aan diepte, - aan degelijlcheid, de gemeente profiteert niet veel van hen en vooral missen velen h'unner vromen zin, innige godsvrucht en dege kennis. Een derde groep wordt gevormd door den deftigen stadsdominee, die gaarne 'gezien wordt bij de hoogtijden in het familie-leven der aanzienlijken; hij en zijn familie bezoeken den schouwburg; zijn kinderen hebben ook dansen geleerd; hij zelf moet orator zijn; mén let meer op mooie woorden dan op eenvoud in zijn prediking; hij is wel orthodox en bidt de formulier-gebeden met schoone stem en niet zonder ontroering. Liefst laat hij de catechisatie en die diensten, waaronder de groote menigte en het deftige publiek' niet opgaat, over aan zijn hulpprediker; men moet bij hem niet vragen naar godzaligheid in zijn wandel. Vooral voorkomen, voordracht en naam geven bij dit slag van predikanten den doorslag. .Een groote opkomst moet men onder hun prediking niet verwachten, alleen bij somtmige gelegenheden. Ook deze predikanten kan men geen zegen achten voor de gemieente. Dan rest ons nog een vierde groep. Dat zijn de piëtisten; men zou die in Nederland in sommige kringen de fijnen noemen. Zij komen niet in den sahouwburg; hun kinderen gaan niet ten dans; zij zijn zelf meestal praktisch onthouders; het zijn de mannen des gebieds; de mannen, die weinig verschijnen in de salons, maar veel werken onder het volk. Men vindt ze vooral onder de jongeren; zij zijn in aanraking geweest met de actie der Christen-Studenten-vereeniging. Het zijn de mannen van de conventen. Zij bidden en werken om' de kerk tot Reformatie te brengen. Uit de hoogere kerkelijke ambten worden zij zorgvuldig geweerd. Hun getal neemt toe. Zij hebben de Hongaar'sch-Nederlandsche conferentie toegejuicht; zij zijn er bezield; zij zijn verrijkt en verblijd hiiiswaarts gekeerd en weer aan den arbeid gegaan. Zij hebben m'et openbaren en geheimen tegenstand te kampen. Zij wederstaan den Boóze. Zij zijn de mannen met een warm hart, worden verteerd door ijver, , bïanden van liefde; onder hen zijn er, die gebrek lijden; maar zij versagen niet. Deze worden de reformateurs! Hen moeten wij steunen! Onder hen is nog eenig verschil van ligging! Dit verwondere niemand, die geen vreemdeling is in de historie van onze Reformaties in den loop van de vorige eeuw. Wie weet of ook de Hongaarsche kerk geen crisis der geboorte zal moeten doorma'ken. Eén k'eurbende dezer mannen zou ik met .name kunnen noemten. Ik wil u van één hunner mededeelen wat hij alzoo lieeft te doen. Zijn naam kunt ge niet gissen. Hij was nog nimmer in ons land. Hij kwam m'et geen der Hollanders meer bijzonder in aanraking. Hij heeft rijk genoten op de conferentie. Hij loofde en prees den Heere voor wat hij hoorde. Geen der contérentiebezoekers teekende wellicht zooveel op. Ik noem' zijn naam niet, noch zijn standplaats! Twee dagen heb ik met hem onder 'hetzelfde dak .verkeerd. Toen heb ik hem leeren kennen als een innig christen. In korte jaren biracht hij een kleine groep in het diepe zuiden des lands in een overoude stad tot een geordend kerkelijk leven. Hij werd mij door een weinig optimistisch en luidruchtig taan genoemd als een der vroomste en der ijverigste onder de piëtisten of f ij n e n, Deze man nu moet ten eerste zijn keris^elijk bureau bijhouden. Dan verder tweemaal des Zondags pree ken. Hij moet den curator, die over het stoffelijke het beheer heeft, controleeren; den kerkeraad praesideeren, welk college samenkomt, zoo' vaa: k er iets te doen is; verder bijna alle bezoeken brengen, want alleen de ouderlingen, die christenen zijn, doen huisbezoek, hoewel de-verkozen ouderling bij de intrede in zijn ambt Voor de gemeente zweert getrouw te zullen zijn in. de vervulUng van zijn ambt.

Tweemaal 's weeks houdt hij ïnet-de mannen eene bijbellezing; eenmaal voor allen, die daar in lust hebhen, waarbij hij de stof zeer eenvoudig behandelt; de andere miaal "voor geheel besliste christenen; dan gaat hij dieper in op wat gelezen wordt. Ieder der aanwezigen leest dan een of meer verzen. Verder geeft hij eenige uren godsdienst onderwijs op de Gereformeerde school ti leidt de Zondagsschool. Vijfmaal des jaars, liefst op ds groote Christelijke feestdagen, wordt het Avondmaal gevierd, op welken dag ook de voorbereiding wordt gehouden, waarbij aan allen ter beantwoording drie vragen worden gesteld. Tot dit Avondmaal komen door den regel taeer taannen dan vrouwen; • van de zeshonderd gerechtigden in de gemeente van den bewusten broeder, komen ongeveer 450

aan de ronde Avondmaalstafel; onder deze Naohtmaalgangers zijn de militairen verplictit om de teekenen en zegelen te nemen, eveneens de meisjes en jongens der scholen. Om den gemeenscbappelijken band te doen trekken, wordt viermaal des jaars een maaltijd gehouden, waartoe heel de gemeente genoodigd wordt, opdat men samen zij aan den gemeenschappelijken disch. Eenmaal des jaars gaat de gajische gemeente m'et hare kinderen op een Zondag naar het gebergte om samen tezijn onder den heerlijken, zuidelijken hemel. Daar wordt dan bojiten Zondagsschool gehouden en tweemaal door den predikant gepredikt.

Daar het ambt der dialcenen in de Hongaarsclie kerk niet tot ontwikkeling is gekomen, zorgt ook de kerkeraad zoo goed en zoo kwaad dit gaat, voor de bedeeling der armen.

Nog komen alle ouderlingen in 4e gemeente van dezen broeder op den eersten Donderdag van elke maand saam, om den, Bijb'el te lezen.

Het ikan ons niet verwonderen, dat een gemeente, waar aldus door een vroom en ijverig man wordt gewerkt, in, korten tijd uit Ware verstrooiing is vergaderd tot een, bloeiende gemeente met een flink kerkgiebouw en een goed gemeentehuis, benevens een piastorie, waarvan het geheel op een prentbrieffcaart den indruk maakt één onzer kerken te zijn.

Een kerkelijke gemeenschap, die nog piredikanten onder hjaar leeraars telt, die werken als onze vriend O'i; nog weer een weinig anders al naar de omstandigheden het eischen; waar door het gezin van den leeraar met enkele overtuigde; waarlijk bekeerde mannen en vrouwen wekelijks, soms vroeg iu den moiigen, geregeld gebedsuren worden gehouden, opdat de Heere weerkeere en werk'e ^tot bekeering en tot verlevendiging van de gemeente; predikanten, die met eede beloofd hebben om getrouw te zijn in de prediking aan de oude symbolen, zulk eene kerk - 'gaat eene reformatie tegemoet.

In Hong-arije's fcerifc komen mannen saam in convent en vergadering^ gelijk het ging in de dagen der Doleantie, die elkander beloven om in hunne gemeenten trouw te leven naar een ontwoipen program; die samen bidden; die elkander steunen en aanmoedigen. Ik vertrouw, dat er VOOT deze' kerk een nieuwe periode aanbreekt, een periode van nieuw leven, doch de crisis der geboorte zal ook daar zeer zeker smarten Im'eebrengen. De Heere steiie de broederen daar en laten wij ze steunen, gedachtig, aan het woord des Heeren : open a wen mond vooir den stotenme, voor de rechtzaak van allen, die omkomen zouden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

De Gereformeerde Kerk in Hongarije.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's